Voorwoord
In de jaarvergadering in mei j.1. heeft de heer Van Geenhuizen
het voorzitterschap van de Stichting Werkgroep Oud Castricum
aan mij overgedragen. Voor de verdiensten van Van Geenhuizen
voor de werkgroep gedurende zijn zeventienjarig voorzitter
schap werd veel dank en waardering uitgesproken.
In mei 1992 is het 25 jaar geleden dat de Werkgroep Oud
Castricum werd opgericht. Dit jubileum willen wij niet
ongemerkt voorbij laten gaan; door middel van een uitgebreide
tentoonstelling en een jubileumboek met veel foto's en een zeer
gevarieerde inhoud, willen wij ons jubileum opluisteren.
Daarbij doen wij ook een beroep op vele Castricummers om
mee te helpen dit gebeuren tot een groot succes te maken door
foto's en voorwerpen van of over voorafgaande Castricumse
generaties uit te lenen en/of verhalen op schrift beschikbaar te
stellen.
Ook zij die daadwerkelijk hun hobby willen maken van 'Oud
Castricum' kunnen zich bij ons aansluiten en actief meedoen.
Hopenlijk dat dit 25-jarig jubileum, waarmee de stichting haar
bestaansrecht heeft bewezen, de aanleiding vormt voor het
gemeentebestuur om financiële mogelijkheden te creëren voor
de instelling van een plaatselijke oudheidkamer.
De Lion's club Castricum-Heemskerk heeft financiële hulp
geboden voor de aanschaf van een zeer fraaie vitrine; deze
vitrine gevuld met een aantal voorwerpen uit de collectie van de
werkgroep wordt voorlopig opgesteld in de hal van het gemeen
tehuis.
De eerste schetsen voor de uitbreiding van het winkelbestand in
de Dorpskom zijn van de tekentafel gekomen; hierbij zouden
een aantal panden sneuvelen, die nu mede het kleinschalige
karakter van de Dorpskom bepalen. Voor deze kleine pandjes
komen grote winkelgalerijen en een warenhuis in de plaats. De
veranderingen lijken zo ingrijpend dat de grote overeenkomst
ons treft, met hetgeen er destijds in het dorpscentrum van
Heemskerk is gebeurd. Daar is in het verleden de dorpskom
afgebroken en weer opgebouwd met een groot aantal winkel
complexen; de gezellige sfeer ook voor het winkelende publiek
is verdwenen. Moge dat voor de Castricumse winkeliers en be
stuurders een goed voorbeeld zijn hoe het niet moet en de
versterking van de winkelfunctie van de dorpskom realiseren
met maximaal behoud van de kleinschaligheid en dorpssfeer.
Voor U ligt inmiddels alweer het 14e jaarboekje. In dit boekje
wordt veel aandacht geschonken aan de gemeentelijke
gasfabriek, die in 1914 in bedrijf werd gesteld en in de
oorlogsjaren werd gesloten. De komst van de gasfabriek
betekende veel voor de plaatselijke bevolking. De schaarse-
verlichting van kaars of petroleumlamp maakte plaats voor
gasverlichting; het koken op een hout, turf of kolenvuur deed
men nu op een gasfornuis. In deze eeuw zijn er geen andere
onderwerpen geweest in de plaatselijke politiek dan de
gasfabriek, die zoveel aandacht heeft gekregen of zoveel tumult
heeft veroorzaakt. Telkens waren er vóór-en tegenstanders voor
de bouw, voor aansluiting op electriciteit of voor de levering
van stadsgas door Beverwijk. De conflicten liepen zo hoog op
dat het zelfs leidde tot een scheuring van de plaatselijke R.K.
Staatspartij.
In de rubriek 'Wie was dit keer aandacht voor de in het dorp
destijds zo bekende huisschilder Sijf Portegies, die voor zijn
plezier vele huizen, boerderijen en Castricumse plekjes aan het
doek toevertrouwde. Vele huiskamers worden nu nog gesierd
met een schilderijtje van 'Sijf'.
Als Castricumse familie is deze keer gekozen voor de familie
Liefting; uitvoerig wordt de geschiedenis en stamboom van
deze familie behandeld. Verder de vaste rubrieken als
Castricum honderd jaar geleden, het jaarverslag en de kroniek
van 1990.
Ik wens U veel genoegen met ons jaarboekje
S.P.A. Zuurbier
voorzitter
'Een land zonder geschiedenis is als een mens zonder
herinneringen, zo maar bij toverslag ontstaan. Het tijdstip
waarop iemand leeft is iets volkomen willekeurigs en daar
door mag hij dus nooit zijn kijk op de dingen laten beheer
sen. Ellendige stukjes goud bewaren de mensen met de
grootste zorgvuldigheid, maar van zijn overgrootouders weet
bijna niemand meer iets te vertellen. Elk dorp moest eigenlijk
zijn eigen bezoldigde kroniekschrijver hebben die al het
merkwaardige in bonte afwisseling vasthoudt voor de
toekomst.'
Belcampo: De zwerftocht van Beicampo.
2