De Castricumse familie Liefting r Met de publicatie van de stamboom van de familie Liefting in het 14e jaarboekje wordt het tiental volgemaakt van Castri cumse families, waarvan geschiedenis en stamboom in de jaarboekjes zijn opgenomen. Eerder verschenen reeds achter eenvolgens de stambomen van de families Duinmeijer, Veldt, Res, Glorie, Lute, Stuifbergen, Twisk, Brakenhoff en De Graaf. Jan Hendrik Liefting linnenbieker in Egmond Binnen De Castricumse familie Liefting is terug te voeren tot ene Jan Hendrik Liefting, die omstreeks 1755 opduikt als knecht op de linnenblekerij 'het Mooijvelt' in Egmond Binnen, gelegen nabij de grens met de gemeente Castricum. In 1765 koopt Jan Hendrik deze linnenblekerij. Hij trouwt met Maartje van den Berg, vermoedelijk in de periode 1755 -1760; uit hun huwelijk worden tien kinderen geboren, hiervan zetten de zoons Joost, Steven en Willem geboren in resp. 1766, 1767 en 1778 het ge slacht voort. Door vernoemingen vinden we nog tot in de huidige generaties de voornamen Joost, Steven en Willem. Joost en Steven blijven in Egmond Binnen wonen, de jongste zoon Willem trouwt met de Castricumse Jacobje de Graaf en gaat alhier aan de Duinkant wonen. De meeste personen van de Castricumse familie Liefting zijn van deze Willem afkomstig. Hoewel de familie in deze streek zich vanuit Egmond Binnen heeft verspreid telde ze bij de meest recent gepubliceerde volks telling uit 1947 in Castricum de meeste naamgenoten, een reden te meer om de familie Liefting in ons jaarboekje op te nemen. De familie Liefting leek aanvankelijk niet zo uitgebreid, doch al spoedig bleek dat niet kon worden volstaan met de publicatie van de afstammelingen van zoon Willem als de Castricumse tak. De volledige stamboom moest worden weergeven, omdat er verschillende Castricumse gezinnen Liefting afstamden van de zoons Joost en Steven. Het betekende dat er onvoorstelbaar veel werk verricht moest worden om de geschiedenis en de stamboom zo volledig mogelijk te kunnen opsporen. Bovendien zijn door de beperkte ruimte van het jaarboekje een aantal gezinnen van de huidige generatie van buiten Castricum niet opgenomen. De bakermat van de familie Liefting De Saksische uitgang (ing, ink, inck) van de naam Liefting wijst op een oorsprong uit het oosten van ons land of uit het aangrenzende Duitse gebied. De schrijfwijze van de naam heeft in de loop der eeuwen verschillende vormen aangenomen; zo bestaan tegenwoordig nog de namen: Liefting, Lieftink en Lieftinck. Hoewel het niet uit de historische bronnen kan worden bewezen, is het waarschijnlijk ofwel zeer goed mogelijk dat deze drie zo op elkaar gelijkende familienamen dezelfde stamvader hebben. In een acte uit 1509 - zich bevindende in het archief van de Gelderse Rekenkamer - wordt een boerenhofstede Lyefftinck genoemd, die gelegen is binnen het gehucht Exel onder Lochem (niet ver van Deventer). In deze acte wordt de bezitter Reynt Lyefftinck en zijn zonen Herman, Wolter, Meynt en Dirick en zijn dochter Berthen door Karei, hertog van Gelderland vrijgesteld van de horigheid. De horigheid omvatte een reeks verplichtingen aan de hertog. Omdat de hertog van Gelre in die jaren gebrek aan geld had, waren zeer vele goederen door hem "gevrijt" (in ruil voor sommen gelds). Deze informatie is ontleend aan genealogische publicaties over het geslacht Lieftinck (De Nederlandsche Leeuw- jaargang 1938). Hieruit bleek ook, dat na verder onderzoek in nog oude re archieven uit de tijd dat het goed Liefftinck nog hofhorig was, er in het jaar 1488 eveneens dezelfde Reynt Liefftinck wordt genoemd met zijn hiervoor genoemde kinderen, die door het overlijden van zijn vrouw Ermgart mede eigenaar zijn geworden. Ook zijn teruggaande tot het jaar 1395 de betalingen gevonden aan renten en tynsen (belastingen), die jaarlijks voor het goed Lieftinck betaald moesten worden aan het Hof te Hengelo. In de landmeestersrekeningen van Zutphen wordt in 1382/83 uit de omgeving Lochem genoemd o.a. Wolter Lieverinck, Heyne Lievetinck en Werner Lievetinck. In een monsterrol van de weerbare manschap in de graafschap Zutphen uit 1401 wordt ene Henric Lieftinck uit Exel genoemd, die in geval van nood de hertog van Gelre met een paard en een harnas ten dienste moest staan. Verder is in het jaar 1481/82 nog het overlijden van Wilhem Liefftynck uit het 'kerspel' van Lochem gevonden, vader van voornoemde Reynt Liefftynck. Wolter, zoon van Reijnt Lieftinck, genoemd in de akten van 1488 en 1509 trekt in 1519 naar Deventer en is koopman op Bergen (Noorwegen); zijn kleinzoon eveneens Wolter geheten is apotheker en vestigt zich in 1565 in Utrecht, zijn zonen Gerrit, Jacob, Reijnier en Isaack zetten het geslacht voort. Afbeelding 1 De linnenblekerij 'Het Mooijvelt' gelegen in Egmond Binnen nabij de grens met de gemeente Castricum (op deze kaart uit 1745 was dit gedeelte nog de afzonderlijke gemeente Bakkum). 29

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1991 | | pagina 29