het bericht van zijn dood. Zijn lot heeft het gezin zeer
aangegrepen. Sijf zag Cees als zijn opvolger in het bedrijf.
Schildersbedrijf
Onder de andere zoons bestond weinig belangstelling voor het
schildersvak. Dat was misschien verklaarbaar vanwege het feit
dat hij dit beroep ook zelf nauwelijks ambieerde. Dat nam niet
weg dat het zijn eer te na was om slecht werk af te leveren. Een
groot bedrijf heeft Sijf niet willen opbouwen. Meer dan één of
twee knechten heeft hij nooit in dienst gehad.
Grote werken nam hij niet aan. Vrijwel tot het eind van zijn
leven bleef Sijf werken.(afb.5) Hij maakte in 1958 ongeveer een
jaar voor zijn overlijden de invoering van de AOW nog mee.
Dat een dergelijk voorrecht een blijvend karakter zou hebben
kon hij absoluut niet geloven.
afb. 5
Sijf Portegies bezig met het schilderwerk van de voorgevel van
café De Harmonie thans een chinees restaurant aan de
Stationsweg.
Toen hij op leeftijd was gekomen en zijn tempo natuurlijk wat
lager kwam te liggen sprak hij met zijn opdrachtgevers een vast
bedrag af. Men moest er dan maar niet op letten hoe lang hij
over een karwei deed.
Sijf was al ver in de zeventig toen hij van de woning
bouwvereniging St. Joseph opdracht kreeg om de woningen in
de verzetsheldenbuurt een opknapbeurt te geven.
Het feit dat hij ook bestuurslid was van de woningbouw
vereniging heeft daar ongetwijfeld iets mee te maken gehad.
Hij zag het als een eer, dat hij jonkheer Gevers als klant had.
Hij mocht het schilderwerk van diens huis in de duinen
verzorgen. Eens werd hij daarbij geassisteerd door zoon Cees,
die per ongeluk een pot verf omstootte.
De pot kwam door het open raam terecht op het bed van de
jonker. Zeker is dat die het voorval lichter opnam dan Sijf zelf.
Een andere keer was jonkheer Gevers minder gemakkelijk. Van
af zijn terrein merkte hij op, dat een knecht van Sijf, die zich
onbespied waande, uitgebreid het interieur van de woning door
de ramen bekeek. Daar stoorde de jonkheer zich zo aan dat hij
Sijf te verstaan gaf dat deze knecht zich maar niet meer moest
vertonen.
In de wintermaanden lag het werk van de huisschilders
grotendeels stil. Er werd dan verf aangemaakt en ook stopverf,
ladders werden onderhouden enz. Het onderhoud van
kapwagens van de boeren was dan een gewilde opdracht.
Ook werd wel eens een lijkkist geschilderd, die om het snel
drogen te bevorderen in de huiskamer voor de kachel werd
gezet. In de werkplaats van Sijf was geen verwarming.
Hij is ook een aantal winters onder de pannen geweest met het
schilderen van de binnenkant van de Pancratius-kerk. Bij deze
grote klus werd hij geassisteerd door Gerrit Dekker, zoon van
een schilder uit Limmen. Die herinnert zich nog dat er planken
over de banken werden gelegd, die vervolgens aangesjord
werden. Daarop werden dan de grote schuifladders geplaatst,
waarmee de schilders angstwekkende hoogten konden bereiken.
Bij bruiloften, begrafenissen of andere kerkelijke plechtigheden
werd het materiaal opgeruimd en trokken de schilders zich
terug op het koor. Daar zagen ze de legendarische organist en
koorleider Piet Kuys aan het werk. "Die kon ook erg mooi
zingen", vertelt Gerrit Dekker, "maar bij een hoge noot in het
Avé Maria wilde zijn gebit nog wel eens losschieten, iets waar
de man zelf ook veel schik om had". Co Portegies weet nog dat
als er met pastoor Goes was afgerekend, vader thuiskwam met
een sigarendoos met rijksdaalders.
Door Sijf Portegies zijn in de kerk ook muurschilderingen
aangebracht, die in de loop der tijd weer zijn verdwenen.
Verenigingsleven
Sijf Portegies had grote belangstelling voor heel veel zaken
buiten zijn werk om. Hij was aktief in verschillende
organisaties. Om te beginnen was hij met Jac Metselaar uit
Limmen en Johan Weda uit Castricum oprichter van een zelf
standige afdeling Castricum-Limmen-Uitgeest van de Ned.
R.K. Bond van Schilderspatroons St. Lucas. In de oprichtings
vergadering op 11 december 1935 werd Portegies tot secretaris
gekozen. Samen met Johan Weda en later met diens zoon Ab
bezocht hij trouw de vergaderingen uitgeschreven door het
hoofdbestuur in Utrecht.
Traditie was dat alle leden van de afdeling met echtgenotes op
18 oktober, de geboortedag van Sint Lucas, een uitstapje
maakten. Het programma begon met een H.Mis.
Men kwam dan bijeen in de kapel van het zusterhuis naast de
pastorie. Daarna werd een broodmaaltijd genoten. Gedurende
vele jaren gebeurde dit in huize Portegies, omdat het dicht bij
het station lag en mevrouw Portegies kon er haar ervaring uit
het cafébedrijf van haar ouders in kwijt. Vervolgens vertrok het
Schilder werkje uit 1944 van Sijf Portegies van een gedeelte van
de boerderij Doodweg 10, thans bewoond door de familie Van
der Hulst.
26