de door hem voorgestelde vernieuwingen in de periode 1939 -1941 categorisch door burgemeester Sloet werden afgewezen, waardoor de outillage van de fabrieksinrichting niet meer aan alle te stellen eisen voldeed. Van Hoeve noemt dit opzettelijke verwaarlozing, wat nog gevolgd werd door de benoeming van een volkomen onvakkundig bedrijfsleider. Op 18 februari 1949 schrijft Van Hoeve uit zijn woonplaats Leerdam dat de door hem gevoerde onderhandelingen met de directeur Vos van het Gemeentelijk Gasbedrijf te Beverwijk over de voorwaarden voor de gaslevering aan de inwoners van Castricum beëindigd zijn en tot volledige overeenstemming hebben geleid. In de voorgestelde overeenkomst is de gemeente Castricum opgenomen in het centrale bedrijf, met een aandeel in de exploitatie-uitkomsten. Op 9 aug. 1949 wordt door de burgemeesters van Beverwijk en Castricum het officiële contract gesloten. 6. HET EINDE VAN DE GASFABRIEK Een ijzergieterij in de fabriek Kort na de oorlog is een groot gedeelte van de inmiddels ontmantelde gasfabriek verhuurd; de kantoren, de fitters- werkplaats, het meterhuis en de gashouders bleven voor de gasdistributie in gebruik bij het gasbedrijf Beverwijk. In de oorspronkelijke ovenhal en aangrenzende opslagruimten werd door de Beverwijkse machinefabriek Motorenco een gieterij ingericht. De toenmalige directeur en eigenaar van Motorenco, de heer Feuerstein, kon in de naoorlogse jaren in de wijde omtrek geen kwaliteitsgietwerk voor zijn machinefabriek betrekken en besloot zelf een eigen gieterijafdeling op te richten onder de naam YKA (ijzer, koper en aluminium) gieterij. De hallen van de leegstaande gasfabriek in Castricum waren voor dit doel uitstekend geschikt en hier zijn gedurende een groot aantal jaren met een vaste bezetting van max. 18 mensen allerlei soorten produkten gegoten, zoals machineonderdelen, zeer grote tandwielen en contragewichten voor liften en voor het bovengrondse leidingnet van de spoorwegen. In een met cokes gestookte Bessemerkoepeloven werden schrot en gietelingen ('broodjes' gietijzer van Hoogovens) gesmolten en in de gietvormen gegoten. Het overgrote deel werd in ijzer gegoten; in koper (brons) en aluminium werd weinig gegoten. Afbeelding 28 Het bijkantoor van het Gasbedrijf Beverwijk met werkplaats, kantoor en dienstwoning op de plaats van de oude fabriek; in 1990 is dit bijkantoor opgeheven. 22 Al vrij gauw na de start van de gieterij werd de bedrijfsleiding in handen gelegd van de heer Wim Meijer. Meijer- afkomstig uit Deventer en beschikkend over gieterijervaring- heeft dit bedrijf vele jaren gerund, eerst als bedrijfsleider en na afstoting van deze bedrijfstak door de firma Motorenco vanaf 1958 samen met de heer Mol als medeeigenaar van de hiervoor opgerichte naamloze vennootschap de N.V. Gietwerk. In 1965 moest de heer Meijer om gezondheidsredenen zijn werkzaam heden beëindigen; de gieterij is nog tot 1970 door zijn zoon voortgezet en daarna gestopt toen de heer Mol de gieterij activiteiten ging voortzetten in de door hem inmiddels verworven gieterij 'de Hofgeest' in Santpoort. Afbeelding 29 Wim Meijer, bedrijfsleider van de ijzergieterij. De toen al in niet zo'n beste staat meer verkerende fabriek kwam leeg te staan en viel ten prooi aan de natuurelementen. Ruim vier jaar heeft de fabriek leeg gestaan, steeds meer een vervallen en vanuit de trein een ontsierende en een Castricum onwaardige indruk makend. Verzoeken vanuit Castricum aan de eigenaar het gasbedrijf Beverwijk en plannen van dit bedrijf om op deze plaats een nieuw complex te realiseren hebben geleid tot de afbraak van de fabriek in 1975. Afbeelding 30 Foto uit 1987 met dan nog overgebleven werknemers van de oude gasfabriek; v.l.n.r. Piet Kuijs, Dirk de Graaf (inmiddels overleden), Niek de Graaf en reeds op zeer hoge leeftijd Jacob Baltus. Sluiting van het gasbedrijf Na de beëindiging van de gasproduktie in Castricum werd ons dorp van stadsgas voorzien via een noodleiding vanaf de gasleiding langs de Rijksstraatweg in Heemskerk naar de gashouders in Castricum. In 1947 werd een grote leiding dwars

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1991 | | pagina 22