Oud-directeur Van Hoeve in het gelijk gesteld In de rechtszaak die loopt bij het Ambtenarengerecht tussen Jac. van Hoeve en formeel de Gemeente Castricum, maar in werkelijkheid met oud- burgemeester Sloet, neemt Sloet een top-advocaat (Mr. Van der Grinten) en een gerenomeerd deskundige (Mr. Donner) in de arm op kosten van de Gemeente Castricum. Burgemeester Masdorp sputtert wel wat tegen, wijzend op de hoge kosten, maar stemt tenslotte toe. Sloet treedt in het proces dat dient op 17 mei 1943 als getuige op. Het mag allemaal niet baten: in het vonnis op 7 april 1943 wordt Van Hoeve in het gelijk gesteld, het ontslag wordt nietig verklaard. Bovendien wordt hem een schadevergoeding toegewezen van 3433 gulden. Een week na de rechtzitting, nog voordat het vonnis is uitgesproken, stuurt Masdorp een verzoek aan de Duitse Gevolmachtigde van de Rijkscommissaris van Noord Holland om Van Hoeve, die anderhalf jaar niet heeft gewerkt, nog steeds zijn volle salaris geniet en over de nodige technische en administratieve vaardigheden beschikt, in de 'Arbeitseinsatz' in te zetten. Kennelijk had Masdorp niet veel vertrouwen in de afloop van de rechtszaak. In mei 1943 gaat de Gemeente Castricum in hoger beroep, daarin gevolgd door Van Hoeve, die in hoger beroep een veel hogere schadevergoeding eist. Onduidelijk is de afloop van deze gerechtelijke procedure; mogelijk is het hoger beroep ingetrokken, want op 1 aug. 1943 wordt Van Hoeve door de burgemeester eervol ontslag verleend en met ingang van dezelfde datum wordt hij aangesteld tot directeur van de gasfabriek in Leerdam. Strubbelingen met de Gemeente Beverwijk Al kort na de overname van de gasfabriek door Beverwijk ontstaan er irritaties. Zo zijn er een aantal artikelen nog juist even voor de overdracht ver beneden de balanswaarde gekocht voor eigen gebruik door de bedrijfsleider Faber. Er zou ook een tekentafel met parallelgeleiding voor een luttel bedrag zijn verkocht aan wethouder Turkstra. In febr. 1943 komt de directeur van het gasbedrijf Beverwijk met nieuwe kwesties die zouden wijzen op onregelmatigheden, die in 1942 hebben plaatsgevonden. Masdorp spreekt zijn teleurstelling uit over het onaangename verloop van de transactie. In oktober 1943, nog geen jaar na de overname, eist Beverwijk terugbetaling van het eerdergenoemde bedrag van 45000 gulden, dat betaald was boven de boekwaarde, zich beroepend ...i *1 mÊÈfc Afbeelding 26 De oude gasfabriek met kantoren, toonzaal en direkteurs- woning kort voor de sloop. Afbeelding 27 Het wegvoeren van een van de propaantanks in 1975 vanaf het fabrieksterrein. op een clausule over onvoorziene omstandigheden en wijzend op de verliezen die op het Castricumse bedrijf worden geleden mede door de massale evacuatie van de Castricumse bevolking op last van de Duitse Weermacht. Het gemeentebestuur van Castricum wenst hier met aanvoering van allerlei argumenten niet op in te gaan. Zo voert Castricum de extra kosten aan van het op verzoek van Beverwijk beschikbaar houden van de gasfabriek in Castricum voor het geval er storingen optreden in de hoogovengasvoorziening. Ook nu blijkt dat er goede banden zijn blijven bestaan tussen de heer Van Hoeve en gemeente Castricum, want in dit twistpunt wordt door de gemeente secretaris Van Lunen op 18 nov. 1943 advies gevraagd aan Van Hoeve, dan woonachtig in Leerdam. In mei 1944, tegen het einde van de oorlog, bestaat er grote bezorgdheid bij burgemeester Masdorp over een ongestoorde gaslevering aan Castricum. De gasfabriek kan zonder grote moeilijheden de gasproduktie hervatten in het geval dat door een bombardement bij Hoogovens de levering van gas mocht worden gestaakt. De gasfabriek zit echter zonder kolen en Masdorp pleit bij het provinciale bestuur om een voorraad kolen bij de fabriek op te slaan; door de grote schaarste aan kolen kan hieraan echter geen gevolg worden gegeven. Definitieve regeling met Beverwijk Betrekkelijk kort na de oorlog blijken de gemeenten Beverwijk en Castricum er behoefte aan te hebben om het in 1942 gesloten contract opnieuw ter discussie te stellen, omdat het toenmalige contract onder druk van een NSB-commissaris van de provincie en een NSB-burgemeester van Castricum tot stand is gekomen. Bovendien bestaat er nog steeds geen overeenstemming over de terugbetaling van 45000 gulden door Castricum aan Beverwijk. Niemand minder dan J. van Hoeve krijgt de opdracht op 9 april 1946 tot het uitbrengen van een uitvoerig advies inzake de gasvoorziening te Castricum; de nieuwe burgemeester Smeets heeft op 17 juni 1946 de opdracht nog eens mondeling toegelicht. Ondanks het feit dat er stemmen opgaan in de Castricumse gemeenteraad die pleiten voor het weer in bedrijf stellen van de eigen gasfabriek, is duidelijk dat dit niet realistisch is, ook al omdat de regering streeft naar centralisatie van de energiebedrijven. In een zeer uitvoerig rapport van 18 febr. 1947 geeft Van Hoeve verschillende mogelijke samenwerkingvormen met Beverwijk aan; hij kan het niet laten om toch nog even op te merken dat de Castricumse gasfabriek te gronde is gegaan door het feit dat 21

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1991 | | pagina 21