passer, driehoek, Oost-Indische inkt, waterverf en
kleurpotloden.
A jbeeldin g 6
Op het schoolreisje werden melkbussen met chocolademelk
meegenomen, die door melkfabriek Hollandia was bereid.
Als de melk op was, werden de bussen grondig schoongeboend
en gevuld met limonade, die ter plekke werd aangemaakt. Op de
foto links meester Bodewes. Ongeveer 1950.
Gymnastiek
'Lichamelijke oefening' heet het vak, waarbij het accent in de
eerste twee jaren ligt op de wijze van bewegen van het jonge kind.
Balspelletjes staan ook op het programma en zo mogelijk 'wan
neer daartoe gelegenheid is, spelen in het water'
Vanaf het derde leerjaar wordt aandacht besteed aan spier-
versterkende en lenigheidsoefeningen. Eenvoudige partijspellen
als werp- en grensbal worden voorgeschreven. Toesteloefeningen
worden ingevoerd en het paal- en touwklimmen. Men maakt ken
nis met balspellen als kastie, slagbal, korfbal en hand- en
voetbal.
Het behalen van het 'Schoolzwemdiploma A' behoort ook tot de
gestelde doelen. De lijst besluit met 'Schoolwandelingen van 2
tot 4 uur gaans en zo mogelijk oefeningen in tochten op de
schaats of in de sneeuw'
Meisjes
Uitsluitend voor de meisjes is het 'Nuttige handwerken'dat in
de tweede klas begint met eenvoudige brei- haak- en naai- op-
drachtjes als pannelap, washandje en een koordje met eenvoudi
ge steken. In de vijfde klas begint het grote werk met het breien
van sokken en wanten, herstelwerk en mazen. Nu worden ook
eenvoudige kledingstukken genaaid en aandacht geschonken
aan 'fraaie handwerken'
De lesboekjes
Op de lijst van voorgeschreven lesboekjes komen bekende namen
voor: Ligthart en Scheepstra's 'Pim en Mien''Dicht bij Huis'
'De Wereld in' en 'Blond en Bruin' en L. Roggeveen's 'Piet en
Nel'Ook op de lijst staan Victor Malot's 'Alleen op de Wereld'
en Cor Bruyn's 'Keteltje in de Lorzie' en 'Keteltje in het
Veerhuis'
Voorts titels als: 'Langs Bloemenpaden''Gouden Regen''Het
Ruisende Woud', 'Bloeimaand', 'Het Zeeroversjongetje', en
'Dierenvreugd en Dierenleed'
Veel aandacht wordt uiteraard besteed aan de Nederlandse Kolo
niën, waarvan bijvoorbeeld getuigt de 'Atlas van Nederland en
Indien'Bij het zangonderwijs worden zang- bundels gebruikt
als 'Lentezangen' en het onsterfelijke 'Kun je nog zingen, zing
dan mee'
Onvergetelijk zijn ook de wandplaten van M.A. Koekoek's 'In
sloot en plas' en die van Scheepstra en Walstra bijvoorbeeld 'De
laatste hooivracht'
Uit de titels van de lesboekjes en de inhoud van de lessen valt op
dat het onderwijs gericht is op de directe omgeving van het kind.
Het speelt in op de wisseling der seizoenen, de gewassen, de die
ren in de directe omgeving en het dagelijks leven in en rond huis,
de school, het werken op het land en in en om de boerderij.
Kleuteronderwijs
Het kleuteronderwijs in Castricum staat in de na-oorlogse jaren
nog in de kinderschoenen. Er is lange tijd weinig aandacht ge
schonken aan de omstandigheden waaronder het onderwijs aan
de zeer jonge kinderen wordt gegeven.
Er zijn genoeg redenen aan te voeren waarom de belangstelling
niet optimaal is. De Wet op het Lageronderwijs voor kinderen
vanaf 6 jaar is pas in 1920 na een jarenlange strijd tot stand geko
men. Overheidsuitgaven voor het onderwijs worden besteed aan
de voor het lager onderwijs benodigde gebouwen, salarissen van
leerkrachten en leermiddelen. De economische crisis in de
twintiger- en dertiger jaren, de tweede wereldoorlog en de weder
opbouw van een leeggeplunderd land hebben voorkomen dat het
kleuteronderwijs adequaat geregeld kan worden. Vol goede
voornemens is men zeker, maar vooralsnog is het kleuteronder
wijs een sluitpost op de gemeentelijke begroting. Er zijn nog geen
kleuteronderwijzers, dankzij de inzet en liefde van kleuter
leidsters kunnen jonge kinderen van vier en vijfjaar de 'bewaar
school' bezoeken. De nog lang gebruikte naam geeft al aan hoe
menig ouder over de kleuterschool dacht. De 'bewaarschool'
bestaat in het algemeen bij de gratie van liefdadigheid en kleine
bijdragen van -de in het algemeen behoeftige- ouders. De nog
zeer jonge kinderen worden voor de totstandkoming van de La-
geronderwijswet van 1920 door de ouders vaak naar de lagere
school gebracht, waar inderdaad vaak van een 'bewaarschool'
sprake is. De eerste Castricumse school voor kleuteronderwijs is
gesticht in 1910 door het RK Kerkbestuur en wordt geleid door
nonnen. Er zijn dan al 120 kinderen op de school ingeschreven.
De school is gesticht voor RK kinderen, maar ook niet katholie
ken kunnen een plaatsje op de school krijgen.
I)e RK Fröbelschool
'De Fröbelschool'zo schrijft pastoor Goes in 1937, 'dient het al
gemeen belang van zowel katholieken als niet katholieken'
Hij beklaagt zich in die brief over het sinds enige jaren intrekken
van gemeentelijke subsidies. De tekorten moeten door het kerk
bestuur gedekt worden. In een overzicht van 1945 geeft hij op dat
er ca 220 kleuters op zijn school verblijven.
Dat is een vrij stabiel aantal dat al vanaf 1936 voor komt. In 1945
heeft hij de Fröbelschool al voor 3 maanden wegens geldgebrek
moeten sluiten. De uitgaven aan de school die is gevestigd aan de
Dorpsstraat 109 waren zeer hoog 'wegens het aanschaffen van
Heilooër turfzo rapporteert hij aan het gemeentebestuur.
Daarnaast wijst hij op de abnormaal lage lonen van het onder
wijzend personeel. De nonnen worden inderdaad zwaar onder
betaald, tien gulden is hun wekelijkse toelage. Het aantal leerlin
gen groeit door de bevolkingstoename als gevolg van de wederop
bouw zeer snel. Zo tellen de RK kleuterscholen in 1948 een aantal
van 280 leerlingen. Er is ondertussen sprake van 2 kleuterscho
len. In 1945 is een RK fröbelschool gesticht in Bakkum met 50
kinderen, ondergebracht in de 'School met den Bijbel'
In 1950 staan in Castricum 199 en in Bakkum 84 leerlingen inge
schreven. De opgave van Castricum is ondertekend door 'Zuster
Stanislaus Kostha' en in Bakkum door 'Zusters van het Arme
Kind Jezus'