Voor de stichtingskosten van de school heeft men f 100.000- be
groot, afgezien van de inrichtingskosten.
Er dreigt een kink in de kabel te komen als er bericht komt dat
Parragro geen 6- of 7 klassige school kan leveren, maar wel een 8-
klassige. Burgemeester Smeets voert weer spoedoverleg met
voorzitter Goes, die met het nieuwe aanbod accoord gaat. Er
gaat op 30 november direct een brief naar de raadsleden. De 11
dames en heren worden verzocht om door middel van een 'Ja' of
'Neen' en een handtekening wel of niet accoord te gaan met het
geboden alternatief.
Negen personen voorzien het lijstje van een toestemming. Twee
zijn kennelijk niet thuis want van hen ontbreekt de handteke
ning. Het gezelschap bestaat uit de heren Th. Berlee, E. de Graaf,
J. v.d. Meij, H. Twisk, N. Veldt, J. Kaandorp, J. Bastiaan, W.
Beumer en mevrouw Jacobs-Wentink.
Niet getekend hebben de heer J. Bedeke en mevrouw J.H.
Beijersbergen- van Henegouwen.
Afbeelding 3
1949 Pastoor Goes tijdens zijn rede bij de opening van de Cune-
raschool. Het uit Finland afkomstige houten gebouw zou als
'Finsche school' bekend worden. Het is inmiddels vervangen
dooreen nieuw stenen gebouw. Op de foto rechts is met ambtske
ten Burgemeester Smeets herkenbaar.
De volgende stap
De volgende stap is een brief van B&W aan de gemeenteraad. In
het schrijven wordt nog eens uitgelegd, dat in verband met de ma
teriaalpositie in Nederland van het bouwen van een stenen school
de eerste jaren geen sprake zal kunnen zijn. Derhalve is 'om uit de
bekende onderwijs-impasse te geraken' gekozen voor een houten
noodschool. Men stelt de Raad voor om de school niet in eigen
dom over te dragen, maar in bruikleen te geven. Het college moti
veert haar voorstel door aan te geven, dat de school niet wordt ge
bouwd op de plaats, die in het uitbreidingsplan is aangegeven,
doch op grond, die in de toekomst bestemd is voor woningbouw.
'Het is derhalve niet gewenst deze grond aan het schoolbestuur af
te staan, of in erfpacht uit te geven'Daarnaast wil men het
schoolbestuur behoeden voor de grote onderhoudskosten, die na
verloop van enkele jaren aan een houten school verbonden zijn.
De zending is onderweg
Op 10 januari 1949 bericht aannemer Parragro, dat de vierde zen
ding scholen, waarbij de Castricumse school, met het stoom
schip 'Maud Thorden' is verscheept.
Cargadoor Vinke Co zal de inklaring en het transport binnen
Nederland verzorgen.
Parragro heeft overigens nog een flinke blunder begaan. Bij de
opening van de eerste houten noodschool in Nederland, die in
Voorschoten staat, heeft men wel de directeur van Gemeentewer
ken uitgenodigd, maar Burgemeester Smeets over het hoofd ge
zien. Op 1 maart stuurt de aannemer een uitgebreide excuusbrief
voor het verzuim.
Het is 30 maart 1949 als de Gemeenteraad accoord gaat met het
voorstel om de 8-klassige houten noodschool te bouwen.
Bezwaren
Enkele dagen later komt er een brief binnen van de Consulent
voor de Lichamelijke Opvoeding van het Lager Onderwijs van
het district uit Alkmaar. Consulent J. van Drunen maakt be
zwaar tegen een deel van het ontwerp van de school. Naar zijn
oordeel is te weinig rekening gehouden met het onderwijs in de
'lichamelijke oefening'
Slechts een zeer klein gedeelte van de leerlingen kan gebruik ma
ken van het centrale gymnastieklokaal. Daarom stelt hij een klei
ne wijziging voor. Van de 800 m2 ter beschikking gestelde tegels
moet een plateau aangelegd worden voor de twee klasselokalen
van de kleuterschool. Als daarnaast een zandbak voor het sprin
gen wordt aangelegd, is Van Drunen tevredengesteld. Gemeente
werken wordt geraadpleegd en antwoordt dat de gewijzigde bete
geling zonder kostenverhoging aangebracht kan worden. De
kosten van de springbak met een aanlooppad begroot de
Technisch-Hoofdambtenaar op 210,=
Hij is een man die op de kleintjes let, want hij eindigt zijn ant
woord met: 'Daar de consulent spreekt van 'wenselijk' kan mijns
inziens beter gewacht worden met deze uitgaven tot dit werk
'noodzakelijk' zal blijken'
Meester Bodewes, hoofd der Cuneraschool
Ondertussen is meester C.G. Bodewes uitgezocht om het hoofd
van de nieuwe 'Cunera'school te worden.
Hij gaat hard aan het werk, want er is nog veel te regelen en de tijd
dringt. Een van zijn eerste taken is het maken van een begroting
voor de leermiddelen en inrichting van de school. Op 2 augustus
1949 vraagt hij namens het schoolbestuur een bedrag van
25.564,20 aan.
Voor leermiddelen als boeken, gymnastiekmateriaal, schriften,
handwerkmateriaalen schrijfgerei komt hij op een bedrag van
12.408,= en voor ongeveer een zelfde bedrag becijfert hij het
meubilair.
Castricumse middenstand
De Castricumse middenstand wordt ruimschoots ingeschakeld
bij de levering van materialen aan de school. Zo zorgt C. Stuif
bergen ('Kees de koster') voor de schoolboeken en een school
plaat. Hierbij komen titels voor als 'De katechismus''De Goede
Weg''De Gulden Kern''Roomse Rijkdom' en 'Tekenen bij het
Godsdienst- Onderwijs'De wandplaat draagt ook de titel 'De
Goede Weg'
Manufacturenhandel M. de Winter-Meijer mag de handwerkar-
tikelen verzorgen. Smederij Twisk levert de schoonmaakartike
len als zachte zeep. Plas krijgt de levering van de klokken en
schoenhandel Groot de gymspullen. P. van Duyn moet de
natuurkunde-attributen verzorgen.. De order voor schriften, de
inkt, de kruis- en heiligenbeelden gaat naar boekhandel N. Sijm.
Ook aannemer A.C. Borst krijgt zijn aandeel, hij moet de bor
den ophangen en een opbergkist maken. De Castricumse leve
ranciers kunnen kennelijk niet aan alle vragen voldoen. Zo moet
Bodewes voor een 3-octaafs harmonium naar Ypma in Alkmaar
en voor de bijenkast met toebehoren naar Hendriks in Haarlem.
Tennisballen voor de lichamelijke oefening zijn ook in het dorp
niet te koop. Daarvoor komt hij terecht bij de tennisvereniging
S.E.F. uit Alkmaar, die kennelijk wat ballen over heeft. Zij leve
ren er vijftig voor de prijs van vijftig cent per stuk.
6