raad, wel geen betoog, dat het doen luisteren van dergelijke uit zendingen door de leerlingen van de katholieke scholen ernstige bezwaren oplevert en daarom valt te ontraden'In de circulaire worden 3 motieven voor de bezwaren gegeven: '1. in het feit, dat deze uitzendingen in het gunstigste geval neutraal zijn; dit is min der dan 'onschuldig'omdat zij in geen geval in positieve zin Ka tholiek zijn, zoals ons onderwijs dient te zijn. Zij doen derhalve tekort aan de vorming, waarop uw leerlingen recht hebben'Het tweede argument is: 'In de omstandigheid, dat men onbekend is met de gesproken tekst, zodat het niet denkbeeldig is, dat men verplicht wordt de uitzending af te breken, wegens de een of an dere passage'De derde: 'In de propaganda, welke daarvan voor de beluisterde omroepverenigingen moet uitgaan, met als gevolg, dat deze zenders ook in de huisgezinnen meer geregeld gaan be luisterd worden, indien de kinderen thuis over het gehoorde via de schoolradio vertellen en dan bijvoorbeeld uit het nazoeken in de radiogids blijkt, dat een niet door de KRO verzorgde uitzen ding beluisterd is. Waarom immers zou men in het gezin datgene nalaten, waarin de Katholieke school voorgaat?'Namens de Nederlandse RK Schoolraad ondertekent Mgr F.J.C.M. op de Coul de brief, die besluit met de opdracht aan de schoolbesturen 'om het beluisteren ervan te doen voorkomen' Negatieve reacties De gemeentesecretaris is kennelijk geen voorstander van die 'nieuwlichterij'want hij vraagt in een brief van 20 juni aan de hoofden van de Cuneraschool en de Centrale Openbare lagere school om de lessen via de schoolradio te beëindigen. Het waarnemend hoofd van de openbare school meester Phili- poom stuurt prompt een brief terug, waarin hij aangeeft, dat de schoolradio- uitzendingen met enige reserve worden beoordeeld. Kinderen worden te weinig geactiveerd, er zijn veel goede kanten aan, maar er is nog veel te verbeteren. Tot de positieve uitzendin gen oordeelt hij: 'Hersengymnastiek'waarvan het tempo echter wel te hoog ligt. Zeer gewaardeerd zijn geweest: 'Vrienden in ver re landen''Herberg de Wereld''Verhalen van vroeger' en 'In de spiegel van het lied'Enige weken later stuurt ook Bodewes als hoofd van de Cuneraschool zijn bevindingen. Hij kan kort zijn: 'De school heeft geen enkele uitzending gevolgd, met uitzonde ring van de regeringsuitzending van 4 mei'Hij heeft overigens wel inschrijving bij de KRO- schoolradio aangevraagd Op 4 oktober 1955 bericht het gemeentebestuur dat men de ont wikkeling van de schoolradio niet wenst te bevorderen. Enige ja ren later vraagt het hoofd van de Gerardusschool meester L. Ko per om een aansluiting van de draadomroep. Negen maanden la ter krijgt hij in juni 1960 antwoord. De gemeente geeft daarvoor geen toestemming, maar wel voor de aankoop van een radio toestel, 'dat aan de normale te stellen eisen voldoet' daar kan ook VGLO- onderwijs gevolgd worden. Aan de openba re lagere school aan de Bakkummerstraat wordt op 1 september 1954 ook een ULO- school toegevoegd. Het is hoofdonderwijzer C.H. Jansen geweest, die zich sterk voor stichting van een openbare ULO-school heeft ingezet, Als eerste hoofd wordt meester C.H. Freling benoemd. Uiteindelijk zal deze school aan zijn oorspronkelijke bestemming onttrokken worden en als Jac.P. Thijsseschool geheel aan het voortgezet on derwijs toegewezen worden. De mogelijkheden voor de Castri- cumse bevolking om de kinderen in eigen gemeente voortgezet onderwijs te laten volgen, worden verder uitgebreid door het stichten van de Bonhoeffer College aan de Doodweg. Besluit Het Castricumse onderwijs heeft in de jaren na de Tweede Wereld oorlog een geweldige vlucht genomen. Door gebrek aan finan ciële middelen komt de zo noodzakelijke uitbreiding van de on derwijsvoorzieningen moeizaam tot stand. Door vaak persoonlijke inzet van velen en verbetering van de economische omstandigheden was het mogelijk om het nu grote aanbod van onderwijs te realiseren. Het lager onderwijs is inmid dels als schooltype verdwenen. Door integratie met het kleute ronderwijs is het basisonderwijs tot stand gekomen. De school keus voor het kind kent weinig beperking meer. Na het volgen van de basisschool kan men in eigen gemeente kie zen uit diverse vormen van voortgezet onderwijs. De kinderen worden nu ondergebracht in moderne gebouwen. De tijd ligt ver achter ons, dat kinderen van de 'bewaarschool' in een afgeschut te ruimte van de oude NH Pancratiuskerk werden gestopt. De eens zo verguisde 'meester'die door allerhande bijbaantjes aan de kost moest komen, is nu een goed opgeleide onderwijzer. Ver dwenen is de oude school aan de Alkmaarderstraatweg, waar duizenden Castricummers onderwijs kregen. Aan 'De school met den Bijbel' herinnert ons nog het gebouw. Vergeten is de eerste school, die in Castricum gebouwd werd, waarvan de Schoolstraat ons nog rest. F. Baars Voortgezet Onderwijs In Castricum is aanvankelijk weinig mogelijkheid om na het la ger onderwijs, een verdere opleiding te volgen. Daarin zal in de vijftiger- jaren snel verandering komen. In 1949 wordt de eerste stap gezet door plannen voor het stichten van het Voortgezet Gewoon Lager Onderwijs. Er zal eerst een VGLO- school voor meisjes komen, waarvoor een keuken en een hand werklokaal worden ingericht. Castricum ligt hierbij achter bij omliggende gemeenten. In Limmen, Heiloo en Uitgeest bestaat deze school al. Op 1 september 1950 worden zo'n 50 leerlingen verwacht. In een brief van 19 december 1949 gaat de inspectie ac- coord: 'Het is trouwens gewenst, dat dit onderwijs is ingesteld op het volle leven, wat eist dat aan deze vakken huishoudkunde en handwerken bijzondere aandacht wordt besteed'Aannemer Joh. Res mag de lokalen gaan bouwen en de VGLO- school kan beginnen. Scholen voor het ULO- onderwijs zullen volgen, zoals de RK ULO- school, die aanvankelijk in 1954 in de Pius X- school gevestigd wordt. De Gerardusschool start er in 1957 ook mee, Verantwoording: Voor dit artikel is in hoofdzaak gebruik gemaakt van materiaal uit het archief van de gemeente Castricum. Ook is dankbaar ge bruik gemaakt van de jubileumgids '50 Jaar De Kandelaar' Daarnaast ben ik veel dank verschuldigd aan de vele personen, die mij geduldig aanvullende informatie hebben verschaft en fo to's hebben geleend. Zonder hen zou er veel gemist zijn. I k ben er mij van bewust, dat desondanks de geschiedenis niet compleet is, er zal veel meer te vermelden zijn. Mogelijk dat in de toekomst nog meer informatie ter beschikking komt, waarmee een aanvul lend artikel te maken zou zijn.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1990 | | pagina 16