schoolarts M. van Veldhoven van het district Midden Kennemer- land stuurt gedateerd 1 februari 1955 een rapport naar de ge meenten. Hij heeft een onderzoek ingesteld naar de hygiënische gesteldheid van en op de kleuterscholen in zijn district. Zijn ve nijnige rapport geeft ons nu een goed inzicht in de toestand waar in het kleuteronderwijs verkeerde. Het woord 'school', zo schrijft hij 'durf ik nauwelij ks te gebruiken''De toestanden zij n in vele gevallen ver beneden het toelaatbare'zo vervolgt hij. Hij citeert een rapport uit 1924 van de Gezondheidscommissie te Bussum: 'Indien aan de bewaarscholen in Nederland niet strenge eischen voor de hygiëne worden gesteld, zal veel wat door groote moeite in de laatste kwart eeuw op het gebied van de volksge zondheid is bereikt, weer te niet worden gedaan'Hij constateert, dat in 1955, dertig jaar na dat rapport de toestanden op veel van de kleuterscholen in zijn district gelijk of zelfs nog slechter zijn. Hij constateert in zijn district een verkeerde ligging der scholen zowel ten opzichte van de zonneschijn als de situering aan drukke verkeerswegen, zelfs bij scholen die geen tijdelijk karakter heb ben. De leidraad voor het aantal leerlingen per lokaal wordt stel selmatig overschreden. Hij noemt een gevaarlijke overbezetting in de Neutrale Kleuterschool in Uitgeest met 68 kinderen. Bij een overbezetting van vijftig leerlingen per klas noemt hij als voor beeld de RK Kleuterschool in Bakkum. Vaak ontbreken in de lo kalen noodzakelijk fonteintjes, zeker op kleuterhoogte. Een veel voorkomend euvel is de slechte toestand van de houten vloeren. 'De Neutrale Kleuterschool aan de Dorpsstraat te Castricum zou als beestenstal nog afgekeurd worden! 'Kapstokken zijn er meestal te kort of ontbreken geheel. De trappen zijn doorgaans niet op kleuterhoogte ingericht en daardoor zeer onveilig. WC's en urinoirs zijn er -zeker op kleuterhoogte- onvoldoende. 'Wat te denken van de Openbare Kleuterschool aan de Dorpsstraat te Castricum met 1 bruikbare, hoewel niet op kleu terhoogte berekende, WC voor 66 kinderen!' 'Een WC op vijftig kinderen is helemaal geen uitzondering in mijn district''Speel lokalen ontbreken en speelplaatsen -voor zover aanwezig- zijn ongeplaveid, zodat de kinderen of binnen moeten zitten, of bui ten in een modderpoel rondwentelen' Van Veldhoven constateert een gunstige uitzondering: het schoolmeubilair. Vrijwel alle kleuterscholen in zijn district zijn voorzien van losse tafels en stoelen. Maar drie scholen hebben nog vaste banken onder andere de RK Kleuterschool in Bakkum. Gelukkig hebben de scholen in Castricum kennelijk wel een goe de verwarming, in tegenstelling tot die te Akersloot waar nog met kolenkachels wordt gestookt, 'waarvan een die het lokaaltje re gelmatig in de rook zet'. Hij is ook niet zo gelukkig met het schoonmaken van de scholen, als negatief voorbeeld noemt hij 'de reeds vaker genoemde neutrale school te Castricum'Daar naast laakt hij het gebruik van de klassen voor andere doelein den, zeker als dat het bezoek van vele en soms oudere mensen met zich brengt. Hier wordt als voorbeeld de Spaarbank in Castricum genoemd, waar de kleuterschool is gevestigd. De schoolarts ein digt met: 'Laten we in vredesnaam alles doen om te voorkomen dat het kleuterschooltje blijft wat het in veler ogen nog is, een stalling voor kinderen die de moeder thuis wat in de weg lopen, een kinderbewaarplaats''De naar deze opvatting gestalde kleu ter kan hier ernstiger schade oplopen, dan men zich bewust is:. 'Men hoede zich voor, vooral onder dwang der ouders, de kleu ters te jong op de schooltjes toe te laten''Kinderen van nauwe lijks twee jaar horen niet thuis op een kleuterschool''Laten we ons niet verleiden tot een ongemotiveerd 'het valt wel mee' stemming' 'Door een snelle bevolkingstoename wordt bij het zoeken naar- noodverblijven voor het kleuteronderwijs minder critisch geke ken dan gewenst, zodat enige consideratie begrijpelijk is''Als echter, zij het dan als noodverblijf bedoeld, een nieuwe gebouw tje speciaal voor het kleuteronderwijs wordt geplaatst (zoals zon der overleg met de schoolartsendienst in 1954 te Bakkum is ge beurd, waar hygiënisch zeer veel aan blijkt te mankeren), is het duidelijk dat de betrokkenen zich geenszins van hun verantwoor delijkheid bewust zijn'De schoolarts eindigt met een waarschu wing: 'De gezondheid van onze kinderen loopt gevaar' Afbeelding 8 1966 het onderwijzersteam van meester Toornstra van de Centra le openbare lagere school aan de Juliana van Stolberglaan. Met (achterste rij v.l.n.r.) meester Gort en de dames Vegter en Schu ring, meester Toornstra en mevrouw Bertram. Op de voorste rij de dames Henstra en Spits en meester Vriezen. Wet op het Kleuteronderwijs Eindelijk komt dan op 8 december 1955 de Kleuteronderwijswet tot stand. Vijfendertig jaar na de totstandkoming van de Lager Onderwijswet krijgt het kleuteronderwijs de erkenning die het nodig heeft. Kinderen vanaf vier jaar worden op de school toege laten, daarnaast zijn er wettelijke regels voor de opleiding van de onderwijzers, de inrichting van de scholen, de hygiëne enz. Dis trictsschoolarts Van Veldhoven zal in de nu volgende jaren tot zijn genoegen kunnen zien, hoe matig uitgeruste bewaarscholen tot goed geoutilleerde kleuterscholen zullen worden omgevormd. Vanaf deze tijd worden in Castricum talloze kleuterscholen ge bouwd. Daarmee is vooralsnog een stuk historie afgesloten, die is begonnen met de stichting van de eerste 'bewaarschool' te Castricum, die door de nonnen liefdevol werd opgezet en vele ja ren geleid. Kampschool Kort na de tweede wereldoorlog wordt Bakkum populair als zo merverblijfplaats voor met name inwoners van Amsterdam. Reeds in het voorjaar worden de tenthuisjes op het 'Tentenkamp Bakkum' opgebouwd. Hele gezinnen verblijven er de gehele zo mer. De kinderen worden gedurende het verblijf in Bakkum op Castricumse scholen ondergebracht. Naast de zorg die de school hoofden om deze logees krijgen, zijn er ook voordelen aan ver bonden. De leerlingen, die tot na 16 september op een school staan ingeschreven, tellen mee om uit te maken hoeveel leer krachten op die school worden aangesteld. De School met den Bijbel komt gezien de gunstige ligging ten opzichte van het ten tenkamp het eerst in aanmerking voor opname van de stadskin deren en kan er van profiteren. Het schoolhoofd de heer Sixma gaat de ouders van de kinderen langs om hen te bewegen de kin deren tot 16 september op zijn school te laten. Zo is het hem in ie der geval een keer gelukt om een extra leerkracht te versieren. Buitenschool Het hoofd van de Centrale Openbare Lagere School te Bakkum de heer C.H. Jansen klaagt op 20 september 1952 over het aantal leerlingen, dat hij moet opnemen. Hij kan de 10% extra leerlin gen, die zijn school gedurende enige maanden per jaar bevolken, niet weigeren. Hij vindt het niet bevorderlijk voor goed onder-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1990 | | pagina 11