n vaak in
:n. De hoe-
Bourgon-
d1 langs de
ouwvakva-
sdte van
de teelaar-
en.
dit gebied,
aamheden
id werd ge-
1. Eventue-
e personen
hoogte te
rag verwij-
eld op van
lenkonsen-
;en. Op ve
rvullingen
na de Mid-
nt het wei-
lige kavels
Op afbeel-
urg' en de
eidegebied
lien is een
g duidelijk
g" met het
eringWa-
Hoewel de reeds genoemde uitgraving gedurende de bouwvak
vakantie beschikbaar was voor het ongestoord doen van arche
ologische waarnemingen, bleven deze aktiviteiten in die perio
de beperkt. Ook de leden van de werkgroep bevonden zich te
zeer in de greep van de vakantie. Bovendien kon met een enke
le spade slechts kleine oppervlakten verkend worden en maak
ten regenbuien de uitgravingen - zonder bemaling - ontoeganke
lijk. Zodra de bronbemaling funktioneerde en de rioolwerk
zaamheden waren begonnen, ondervond dit gebied hernieuwde
archeologische belangstelling. De sloten en opritten verdeelden
het tracé in negen vlakken van verschillende lengten. Bij de ar
cheologische verkenningen werd deze vlakverdeling aangehou
den; in het zuiden te beginnen met vlak 1 (zie afbeelding 1 en 5).
De oppervlakte-vondsten toonden aan dat we hier te maken
hadden met zowel bewoning uide Romeinse tijd als uit de Mid
deleeuwen. Het schervenmateriaal uit deze perioden kwam in
het horizontale vlak door elkaar voor en was erg fragmenta
risch.
schaven van het horizontale vlak aan de oostzijde - voordat de
rioolgleuf gegraven werd - bleek dat het oppervlak aldaar niet
door verspoeling was verstoord.
Het zandige oppervlak met bruingrijze plekken en banen bevat
te nogal eens faunaresten en af en toe fragmentjes van Middel
eeuws aardewerk.
Halverwege in het midden van het eerste vlak werd een konsen-
tratie van Streepband aardewerk aangetroffen. Dit type komt
voor in de overgangsfase van de late Ijzertijd naar de Romeinse
tijd - ook wel de Pré-Romeinse Ijzertijd genoemd (2e eeuw vóór
Christus/le eeuw na Christus).
Tot de raapvondsten behoort ook een randscherf van een grijze
pot, welke waarschijnlijk een restant van een Laat Middeleeuws
produkt betreft.
Een derde schervenkonsentratie bevond zich nabij de noordzij
de. De scherven bevonden zich in een donkere plek, temidden
van een stelsel van donkere banen. De inhoud bestond hoofdza
kelijk uit scherven van drie min of meer komplete kogelpotten
met verschillende randtypen. De grootste pot is 23cm hoog.
Bij het plaatselijk glad schaven van de vloer van de eerste uit
graving troffen we een merkwaardige bodemstruktuur aan. Aan
de westzijde hadden we te maken met een tamelijk recent ge
dempte sloot. Midden in het vlak troffen we over de gehele leng
te een bodemstruktuur aan van hevig doorwoelde grond,
bestaande uit blauwzand, klei en humus. Er was dus geen spra
ke van een laagsgewijze opbouw, maar de gelijkenis met sterk
geaderd marmer was treffend. Een vertikale doorsnede maakte
duidelijk dat we te maken hadden met een oude waterloop. De
bovenvulling bleek veel 9e-10e eeuwse kogelpotscherven te be
vatten. Behalve kogelpotscherven werden in dezelfde vulling
ook splinterscherven aangetroffen van Badorfer importwaar.
Het is goed mogelijk dat dit type aardewerk ook uit andere pro-
duktiecentra dan Badorf, nabij Keulen, afkomstig is. Ook één
Paffrath scherf uit de 12e eeuw blijkt zich in de kollektie te be
vinden. In hoeverre deze scherf daarvan werkelijk deeluit-
maakt, is niet meer na te gaan. Paffrath-aardewerk past niet bin
nen de genoemde tijdsperiode van deze schervenkonsentratie.
Een kleine hoeveelheid scherven - wel gevonden in de direkte
omgeving, maar geen onderdeel van bovengenoemde scher
venkonsentratie - bestond uit resten van een klein Paffrath haak-
oorkommetje, welke als drinkgerei gediend heeft. Voorts troffen
we ook hier enkele splinterscherven aan van het geïmporteerde
9e-10e eeuwse Badorf en 10e-12e eeuwse Pingsdorf-aardewerk.
Ook kogelpotaardewerk werd hier gevonden.
Bij latere en diepere ontgravingen t.b.v. de rioolwerkzaamheden
kon vastgesteld worden, dat de scherven van beide konsentra-
ties zich bevonden in de vulling van een voormalige waterloop,
die zich verschillende malen heeft verlegd. Bij het verder af
Afbeelding 6 en 7
Middeleeuwse kogelpotresten tijdens de opgraving en na de
restauratie.
Verder bestond de vondst uit twee lichtbruine kogelpotdelen,
waarschijnlijk afkomstig van een en dezelfde pot. Evenals elders
werden ook hier splinterscherfjes van al eerder genoemd im
portwaar aangetroffen. Een klein vierkant staafje van lichtgrijs
gelaagd natuursteen van 6 x IV2 cm kan een deel van een
slijpsteentje zijn. Alles wijst erop dat we te maken hebben met
bewoningsmateriaal uit de 12-13e eeuw.
5