Castricum - Honderd jaar geleden
De belangrijkste gebeurtenis in het jaar 1888 was het vertrek
van burgemeester Jonkheer Boreel van Hogelanden. Hij werd
opgevolgd door een geboren en getogen Castricummer: Johan-
nes Mooij.
Verder is er in de samenstelling van het Gemeentebestuur in
1888 geen verandering gekomen; naast de burgemeester be
staat het uit de wethouders Adriaan van der Park en Jacob Kuijs
en de raadsleden Willem Melker, Jan Adam van Soll, Frans Glo
rie, Simon Louter en Jan Schuit.
De Heer Jan Holland heeft al een aantal jaren een vergunning
om een stoomtramlijn van Castricum naar de Egmonden aan te
leggen en te exploiteren. In de voorafgaande jaren kwamen met
grote regelmaat verzoeken van de heer Holland bij het gemeen
tebestuur binnen om verlenging van de vergunning of om de
strenge eisen aan de aanleg en exploitatie te verzachten. In het
jaar 1888 wordt niets meer van hem vernomen.
Op 1 jan. 1888 telt Castricum 1658 inwoners, op 31 dec. 1888 is
dit aantal toegenomen tot 1679; in dit jaar worden in Castricum
62 kinderen geboren, worden 8 huwelijken gesloten en overlij
den 21 personen (waarvan 8 jonger dan één jaar). Door het gro
te verschil in het aantal geborenen en overledenen en doordat
er maar 20 personen meer zich elders vestigen (104) dan er in
Castricum komen wonen (84), neemt het inwonertal toe.
30 april 1888
Op eigen verzoek neemt burgemeester Boreel van Hogelanden
met ingang van 1 mei 1888 ontslag als burgemeester van Castri
cum. In zijn afscheidswoord brengt de scheidende burgemeester
de leden op de meest ernstige wijze onder 't oog dat steeds de
uitgaven van dit bestuur de ontvangsten overtroffen hebben,
waardoor het niet kan uitblijven dat de financiën van de ge
meente in het ongerede zullen geraken. Tenslotte spreekt de
voorzitter de Raad een hartelijk woord van afscheid en hoopt
dat het de Gemeente van Castricum steeds wel moge gaan, on
der dankzegging voor het vertrouwen dat hem zovele jaren is
geschonken.
13 juni 1888
In de raadsvergadering vraagt Johannes Mooij ontslag als
gemeente-ontvanger in verband met zijn benoeming als burge
meester van de gemeente Castricum. Dit ontslag wordt eervol
verleend onder hartelijke dankzegging voor de vele diensten
die door hem zijn bewezen gedurende zijn 15- jarige werkkring
als ontvanger aan de gemeente.
21 juni 1888
Johannes Mooij wordt door de gemeenteraad geïnstalleerd als
burgemeester; drie dagen eerder heeft hij in handen van de
Commissaris des Konings de eed afgelegd. De burgemeester
wordt benoemd tot secretaris en tevens tot ambtenaar van de
Burgelijke Stand. Dirk Schotvanger wordt benoemd tot de nieu
we gemeenteontvanger van Castricum.
27 juni 1888
Door de nieuw benoemde gemeenteontvanger wordt als borg
tocht voorgedragen een stuk weiland ter grootte van ruim an
derhalve hectare genaamd 'de Bijl' en gelegen in de
Castricummer polder. Als waarborg wordt dit onvoldoende ge
acht; om die reden wordt er nog een klein stukje bouwland van
77 are en eveneens gelegen in de Castricummer polder aan toe
gevoegd.
Door raadslid Jan Schuit wordt het wenselijk geacht, dat de
straatweg weer eens zou worden gedekt met zand. Dit voorstel
vindt algemene bijval, echter met het oog op de snelle droogte
is het wenselijk dit toch nog enige tijd uit te stellen.
8 augustus 1888
Door de Commissaris des Konings is met ingang van 20 augus
tus 1888 eervol ontslag verleend aan de veldwachter Willem
van Dijk.
De plaatselijke politieverordening wordt uitgebreid met het vol
gende artikel: "Ook is het verboden honden, die bij doortrek
kende wagens of karren behooren, onbeheerd te laten
losloopen bij te nemen rustplaatsen van de eigenaren dier hon
den, maar moeten zoodanige honden aan een ketting of touw
worden vastgelegd, doch zal die vastlegging niet aan rij- of voer
tuigen mogen geschieden maar op zoodanige wijze en plaats,
dat die honden niet aan het publiek verkeer hinderlijk of ge
vaarlijk kunnen zijn".
29 augustus 1888
De raadsleden Adriaan van der Park en Jan Adam van Soll zijn
periodiek aftredend en worden herkozen.
26 september 1888
Cornelis Bakker wordt door de Commissaris des Konings be
noemd tot veldwachter.
De burgemeester dankt raadslid J.A. van Soll voor het ge
schenk, zijnde een voorzittershamer, voor het openen en sluiten
der vergadering.
10 oktober 1888
Gedeputeerde Staten gaan niet akkoord met het voorstel om het
traktement van de burgemeester te verhogen.
15 november 1888
Jacob Pietersz Kuijs wordt benoemd tot Heemraad van de St.
Aagtendijk in de vacature die is ontstaan door het overlijden van
Cornelis Mooij Jz.
43