Op 30 april 1945 wordt in het scheepsjournaal van de „Weltevre den" genoteerd: Goed weer. Gedurende de nacht geen bijzon derheden. Per middernacht nam kapitein Verhoef het comman do over van kapitein A. Rommel. Wacht als voren. Rommel keerde terug in Nederland als passagier aan boord van het motorschip „Gerard Dou" en kwam in Rotterdam aan op 16 juli 1945. Terug in Castricum Albert Rommel trok weer in bij zijn moeder Antje Vis, met wie hij nog altijd een zeer bijzondere band had.(afb. 11) Bij Koninklijk Besluit van 6 mei 1947 no. 7 werd hem het Kruis van Verdienste toegekend. De officiële motivering luidde: „we gens waardevolle diensten aan de oorlogvoering bewezen door gedurende meer dan twee jaar op moedige en beleidvolle wijze het gezag op schepen te hebben uitgeoefend in gebieden waar door oorlogsomstandigheden voortdurend grote gevaren van vijandelijke handelingen werden gelopen". In 1947 werd hem gevraagd nog eens een troepentransportschip te willen begeleiden. Het betrof een reis op het Noorse schip „Skaugun" met Nederlandse militairen aan boord die van Indië huiswaarts keerden. Rommel trad op als verbindingsofficier tus sen bemanning en passagiers. Afbeelding 11 De moeder van Albert, mevrouw Antje Rommel-Vis. 28 Hij ontmoette een nieuwe levensgezellin in de persoon van He- lena Christina Plas en besloot na een periode van inwoning in Sonnevanck weer op zichzelf te gaan wonen. Hij wilde toch wel in de buurt van zijn moeder blijven en vroeg en verkreeg in 1951 vergunning voor de bouw van een „pompgebouwtje met dagverblijf voor personeel" in de tuin achter Sonnevanck. Dat dagverblijf is vrij ruim uitgevallen in verhouding tot de ruimte voor de pomp. Hij noemde zijn woning „Achter Bornholm", naar het eiland in de Oostzee waar schepen beschutting zoeken bij zwaar weer. (afb. 12) Afbeelding 12 De tuin van Rommel in de sneeuw met links Achter Bornholm" en rechts „Sonnevanck". De tuin werd steeds verder verfraaid. Het was zijn lust en zijn le ven. In de grote vijver die hij had laten graven, mocht door ken nissen ook gevist worden. Er was wel 3200 pond vis o.a. karper, paling en witvis in uitgezet. De opening van het visseizoen werd ieder jaar met vrienden en kennissen gevierd. Dan werd ook gebakken vis gegeten, maar meestal werd de vis wel gevangen maar vervolgens weer terug gezet. De bedoeling van de pomp was het water zo snel te laten stro men, dat forellen in de vijver zouden kunnen gedijen. Na aanleg van de installatie werd een geweldige hoeveelheid forellen aan gekocht en in de vijver gedeponeerd. Helaas is er van deze vis sen nooit meer een teruggezien. In de tuin hadden Rommel en zijn vrouw veel dieren, zoals zwa nen, kalkoenen, pauwen, fazanten en kippen; in totaal wel zo'n 350 stuks/ü/b. 13) Ook hadden zij een groentetuin. Toen een grote hoeveelheid an dijvie gereed was voor comsumptie besloot Rommel dat de hele buurt maar andijvie moest eten. De tuinman werd er met een kruiwagen op uitgestuurd om huis aan huis andijvie te bezor gen. Dat was nu weer echt iets voor Rommel. Hij deed alles in het groot. Zo liet hij b.v. ook een schijnwerper in zijn tuin plaat sen. Het was zo'n fel licht dat de politie kwam melden, dat het verkeer op de Beverwijkerstraatweg er door werd verblind. Rommel was een gewaardeerd lid van de Castricumse politie- schietvereniging. Een door hem gewonnen wisselbeker, is na zijn dood door de vereniging aan de familie geschonken. Men vond dat de beker niet opnieuw kon worden ingezet. Een andere grote hobby van hem was filmen. Niet alleen op zijn schepen en in diverse havens heeft hij gefilmd, maar ook veel dorpstaferelen zijn door hem vastgelegd. Zijn oude gewoonte om gezelligheid en vriendschap te zoeken in de plaatselijke café's zatte hij onverminderd voort. Hij was een sociaal voelend mens. Zo schonk hij eens een ongehuwde moeder uit medelijden een hele baby-uitzet. Een visverkoopster op de markt, die ziek geweest was, gaf hij zomaar 25 gulden met de woorden dat ze het er maar eens van moest nemen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1989 | | pagina 28