Afbeelding 12 Een oude foto van de molen uit de periode van het stoomgemaal (1892 -1934), waarop rechts nog de schoorsteen van de stoomke tel is te zien. De huidige molen De huidige molen 'De Dog' is een achtkante bovenkruier en is gebouwd in 1896 naar het ontwerp van de Zaanse molenmaker Vredenduin door de firma Zijthoff uit Deventer voor 8730 gul den. Het achtkant is gemaakt van grenehout; het wiekenkruis bestaat uit twee ijzeren roeden met een vlucht van 26 m. Gelijk tijdig met de nieuwe molen is ernaast een molenaarswoning ge bouwd; de nieuwe molen is nooit bewoond geweest. De Dog is uitgerust met een vijzel (diameter 2,11 m), waarvan de balk van hout is maar de beschoeping van geklonken ijzer is gemaakt; deze constructie kwam vroeger meer voor, maar is nu nergens meer in een andere molen in Noord-Holland aanwezig. De vijzel heeft een opvoerhoogte van 85 cm; de molen kan maximaal 80 m3 water per uur wegmalen. De molen wordt regelmatig voor de bemaling gebruikt. In de laatste wereldoorlog deed 'de Dog' nog op geïmproviseerde wijze dienst als meelmolen. De laatste restauratie van de molen vond plaats in 1963 en is uit gevoerd voor 28.000 gulden door molenmaker Poland uit Heer- hugowaard. Door uitbreiding van de bebouwing van Uitgeest wordt de land schappelijke betekenis en de vrije windvang van de molen steeds minder. Volgens het oude windrecht van de molen is be paald dat een strook van 200 meter rondom de molen onbe bouwd en onbeplant dient te blijven. Dit recht heeft nog in 1986 geleid tot een rechtzaak tussen de gemeente Uitgeest en het wa terschap vanwege de aantasting van dit windrecht door de ge meente Uitgeest met haar uitbreidingsplan. In 1986 stelt de rechter het waterschap in het gelijk en is de ge meente genoodzaakt haar bouwplannen te wijzigen. Een stoomgemaal Aan het einde van de 19e eeuw bestaan er ter versterking van de bemaling plannen voor de bouw van een stoomgemaal, tel kens worstelt het polderbestuur met de hoge investerings kosten. In de poldervergadering van 25 okt. 1892 is er een meerderheid voor de bouw, mits deze het bedrag van 20.000 gulden niet overschrijdt. De installatie bestaat o.a. uit een stoom machine van 16 pk, een stoomketel, twee conische tandwielen en een ijzeren vijzel,die een middellijn heeft van 1,55 m. Het ketelgebouw met machinekamer moet 9,5 m lang en 6,3 m breed worden; na goedkeuring door G.S. worden de plannen uit gevoerd. De Uitgeester aannemer N. Potveer wordt voor 4.105 gulden de bouw gegund van het ketelgebouw. Het gemaal bleef tot 1934 op stoom draaien. Omdat de 18 meter hoge schoorsteen aanzienlijk moest worden gerepareerd en de stoomketel moest worden vervangen viel het besluit om een Kromhout ruwoliemotor te plaatsen. De motor die niet aan zijn verwachtingen voldeed werd in 1940 door Kromhout vervangen door een 3 cylinder ruwoliemotor met een vermogen van 54 pk. In 1965 wordt deze zware en veel onderhoud vergende motor buiten bedrijf gesteld en is een nieuwe electromotor geïnstal leerd. De oliemotor was nog tot 1988 in het bemalingsgebouwt je te bezichtigen. In dat jaar is jammergenoeg het gebouwtje gesloopt; de bemaling wordt nu verzorgd door een moderne pompunit (zie afb. 19). Afbeelding 13 Het polderbestuur voor het gemaal bij de in gebruik name van de nieuwe electromotor in 1965: v.l.n.r.: A.van der Lee, J.G.S. Schermer, N. Brandjes, C. Poel, J. Dam, N. Veldt en G. Louter. De waterhuishouding binnen de Castricummerpolder Binnen de Castricummerpolder is er nog vrij veel hoogtever schil met het gevolg dat bepaalde gebieden last van droogte on dervinden, terwijl elders in de polder op dat moment overlast van het water wordt ondervonden. Het waterpeil in de polder was zodanig gekozen dat de wateroverlast werd beperkt; in de hogere gebieden was er dan ook regelmatig sprake van droogte. Al in 1877 richten enkele ingelanden het verzoek aan het pol derbestuur om een of twee molentjes voor opmaling te mogen plaatsen. Er wordt besloten om een molentje te plaatsen aan de Eerste Groenelaan. De kosten van het molentje bedragen 200 gulden; in 1885 wordt een 2e molentje opgesteld. In de sloten worden tevens stuwdammetjes geplaatst om het water op te houden; schuiven in deze dammetjes worden in de regenachtige perioden opengezet. In de lagere gebieden worden kleine wind molentjes geplaatst om het water weg te malen. Daarmee was de waterhuishouding verbeterd maar nog verre van ideaal. 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1989 | | pagina 19