"Op zyn Molen wel te passen en dezelve te Zeylen (by nagt ofte
by dag) met bequamen windt, wanneer andere Molens kunnen
malen, en niet uytslaen ofte ophouden zo lange zy dienst met
malen kan doen".
Vele voorschriften volgen over het onderhoud aan de molen,
het schoonhouden van molen en molenwerf, het omgaan met
vuur enz. De overtreding van een voorschrift wordt met een
aantal stuivers of voor ernstige gevallen met enkele guldens be
boet. Dit lijkt tegenwoordig niet veel, maar toen was twee gul
den al meer dan een weekloon.
De boeten komen voor elk een derde aan de Schout, aan de mo-
lenmeesters en aan de Armen van Castricum.
Afbeelding 10
Het hart van de waterhuishouding van de Castricummerpolder:
de molenaarswoninghet hoofdgemaal en de molen 'De Dog'.
Peilmaling
De Castricummer molen hoort tot het seindistrict van de Zuid
Schermer Middenmolens. Een systeem van seinen maakt deel
uit van de zogeheten peilmaling, die in 1795 is ingevoerd. Door
de vele droogmakerijen en inpolderingen is de boezem in het
centrale deel van Noord-Holland zeer beperkt geworden. In dro
ge zomers is er geen water genoeg en in regenrijke jaargetijden
komt het voor dat hoge ebstanden van de zee het spuien van de
boezem onmogelijk maken en overstromingen op de binnenlan
den dikwijls het gevolg zijn. Door invoering van de peilmaling
komt een einde aan het onbelemmerd uitmalen en wordt zelfs
op gezette tijden water ingelaten.
Dit betekent dat alle op de Schermerboezem uitslaande water
molens - destijds 163 in getal- zullen stilstaan, zodra het water
de hoogte van Amsterdams Peil heeft bereikt. Dit peil werd afge
lezen bij een molen van de Starnmeer te Spijkerboor; overdag
wordt het sein doorgegeven door het hijsen van een blauwe
vlag, 's nachts door het ontsteken van een lantaarn in de sein
mast.
Van schepradmolen naar vijzelmolen
De Castricummer molen, die in 1864 reeds de naam 'de Dog'
draagt, is een schepradmolen. Het scheprad heeft een middellijn
van 6 meter, de schoepbreedte is 46 cm; de vlucht van de molen
is 26 meter.
Op 17 feb. 1876 is er een voorstel in het dagelijks bestuur van de
polder om de Dogmolen tot een vijzelmolen om te bouwen. De
capaciteit van een vijzel is veel groter dan van een scheprad; de
middellijn van de vijzel wordt 2,12 m. Vanwege de hoge investe
ring van bijna 11.000 gulden wordt een algemene stemming ge
houden onder alle ingelanden; het voorstel wordt ondersteund.
Klaas Bakker, timmerman en molenmaker uit Castricum, wordt
de ombouw van de molen gegund voor een bedrag van 9945
gulden. Voor dit bedrag worden ook woonvertrekken met 3
bedsteden, een schoorsteen en een kelder in de molen gemaakt.
In 1878 volgen opnieuw hoge kosten: de molen heeft beide roe
den afgegooid en ook de as is gebroken. De oude molenaar, die
niet geheel is vrij te pleiten, krijgt ontslag. Het voorstel van het
polderbestuur om een ijzeren roede te kopen wordt aangeno
men. Al in 1858 werd door verscheidene ingelanden geklaagd,
dat watermolenaar A. Mooij zijn zaakjes slecht behartigde. De
molenaar moest op 1 sept. 1858 in de raadsvergadering verschij
nen, waarbij hem zijn verzuim werd voorgehouden; hij kreeg
twee maanden de tijd om alsnog aan zijn verplichtingen te vol
doen.
Molenaar Klaas Ooijevaar
Het jaar 1895 is een rampjaar; op 6 dec. gaat na blikseminslag
de molen door brand verloren. Bij de brand komen de 11-jarige
Anna en de 3-jarige Cornelia Ooijevaar - kinderen van molenaar
Klaas Ooijevaar - om het leven. In dezelfde nacht gaat de nabij
gelegen molen in de Dorregeesterpolder in vlammen op; daar
bij vindt de 13-jarige Anna Deijle, dochter van molenaar
Cornelis Deijle de dood.
De familie Ooijevaar is vele jaren molenaar op 'De Dog'. In 1884
komt Klaas Ooijevaar, eerder woonachtig in Heerhugowaard en
gehuwd met de Castricumse Apollonia Nijman op de Dog wo
nen. De oude Klaas was hier niet minder dan 48 jaar molenaar;
op latere leeftijd werd hij hierbij geholpen door zijn zoon Klaas,
die hem na zijn overlijden in 1932 opvolgde. Klaas jr. bleef mole
naar en machinist tot aan zijn pensionering in 1947. Het eerste
gedeelte van de Ziendijk vanaf De Dog wordt nu nog het Ooije-
vaarsdijkje genoemd en herinnert ons nog aan de molenaarsfa
milie, die zo lang de Castricummerpolder heeft gediend.
CAPE „DE DKJIlSPfcÖNCr"
GrCMAAL+ WON INCr
BRUCr
Afbeelding 11
Overzicht van de waterlopen bij de molen en het gemaal en de
ligging van de 'Valbrug'.
18