Het bestuur van de Castricummerpolder In het 9e jaarboekje is uitvoerig geschreven over het ontstaan van het landschap en de strijd tegen het water, uitmondend in de aanleg van diverse dijkjes in onze gemeente. Dit artikel zal vooral de taken, organisatie en bestuur van de Castricummer polder belichten. De Castricummerpolder werd begrensd aan de noordzijde door de Stetweg en Brakersweg, aan de oostzijde door de Brakers- weg, Nesdijk, Ziendijk en het Koogdijkje, aan de zuidzijde door het Heemskerkerdijkje en de Maar- of Korendijk en aan de west zijde door de hogere gronden van de duinen. De bemaling geschiedt vanaf omstreeks 1600 door de Dogmo len in Uitgeest nabij de gemeentegrens van Castricum, die het water uitslaat op de tochtsloot, die in open verbinding staat met de Uitgeestermeer; de polder behoort ten aanzien van de afwa tering tot het gebied van de Schermerboezem. Meerdere eeu wen heeft de Castricummerpolder als zelfstandig waterschap bestaan; in 1977 is ze opgeheven en opgegaan in het water schap 'Het Lange Rond'. De Bakkummerpolder ligt onder de be maling van de Groot-Limmerpolder en valt verder buiten het bestek van dit artikel. De eerste vormen van bestuur Al vele eeuwen geleden is er sprake van enig bestuur betreffen de polderzaken als dijken en wateringen. Bij handvest van 21 maart 1292 verleende graaf Floris V aan de Kennemers een lan drecht, volgens welke de heemraden het recht verkregen om schouw te drijven over dijken, sluizen, watertochten enz. In de handvesten uit 1347 van hertog Willem van Beieren, 5e graaf van Holland staat "Ende in dijcken, wegen en wateringen sal die Schout mitte Schepenen schouwen, als dat toebehoort". Volgens het Kennemerrecht door hertog Filips van Bourgondië in 1455 bij handvest bevestigd, hadden Schout en Schepenen in ieder dorp het recht om alle sluizen, sluistochten, wateringen, dijken, dammen, binnenwegen en uitwegen te keuren en te schouwen, zonder dat de baljuw van Kennemerland hierover enig gezag kon uitoefenen. In de middeleeuwen hoort het toezicht op een goede afwatering en de aanleg of instandhouding van waterkeringen en wegen tot de taak van het gemeentebestuur. We mogen veronderstel len dat het gemeentebestuur door de verkregen bevoegdheden- zij het met beperkte middelen en mogelijkheden- de waterover last wist te beperken. In een aantal gemeentelijke keuren of ver ordeningen is vastgelegd, waaraan de Castricumse burger zich heeft te houden. In de keuren uit 1679 opgesteld door de schout Duijm vinden we onder andere de volgende bepalingen: "Niemand zal in 't opheynen van zyn Sloten ofte Wateringen de wegen ofte de dyken te nae afsteken of graven, ook de materie daer van niet weg te voeren, nog met heyningen te nae aen de wegen te komen, maar zorg te drage dat de wegen op die wytte en breette worden gelaten als dezelven op den 14 Juny 1682 ge- keurt en gemeten zyn geweest, ook aen niemand anders zyn grond, en dit alle op de boete van 42 Schellingen". Een andere keur luidde: "Geen Sloten nog Wateringen te stoppen daer het water aen de ene zyde hoger staat als aen de andere kant, zulks dat die water lozing daermede belet wordt, en dat op de boete van 5 Kenne- mer Schellingen te verbeuren ten allen tyden als daer iemand op bekeurt word, ofte daerna bevonden word iemand het zelve gedaen te hebben, daer van de Molenmeesteren zo wel de be keuring zullen mogen doen als de Schout ofte Bode". Uondsöoischv- itewtrmg Afbeelding 1 De afsluiting van de belangrijkste zeegaten in de middeleeuwen. Het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen Ook in groter verband zijn belangrijke besluiten genomen om de wateroverlast te verminderen. Al in 1544 wordt het Hoog heemraadschap van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en Westfriesland opgericht. Dit lichaam is belast met het beheer van de zogenaamde Scher merboezem. Door deze oprichting- bij octrooi door Keizer Karei V op 17 dec. 1544 te Gent gegeven- wordt in feite goedkeuring verleend om een aantal waterstaatkundige werken te bouwen, die leiden tot de vorming van een afzonderlijke boezem met als hoofddoel het binnenstromen van het zeewater tegen te gaan. Tot deze werken horen o.a. de bouw van de sluizen te Edam en een deur in de sluis van de Nieuwendam. 12

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1989 | | pagina 12