Samenvatting Door de archeologische waarnemingen ten oosten van Castri- cum is meer bekendheid verkregen over de bewoningsgeschie- denis van dit gebied. Om te begrijpen waarom juist in dit gebied zoveel archeologisch materiaal wordt aangetroffen is het nodig iets te weten over de ontwikkeling van dit landschap, dat steeds de invloed van de zee heeft ondervonden. In perioden dat de zee minder ver het land indrong kon in brak of zoet water in alle rust veenvorming optreden. Zo vormde zich achter een stelsel van strandvlakten en wallen een uitgestrekt veengebied. De gronden van Castricum liggen in een gebied van een voormalig zeegat, dat later veranderde in een estuarium, waarop verschil lende rivieren uitmondden. De ontstane binnendelta met zand banken en stroomgeulen reikte tot het latere Wijkermeer, dat in verbinding stond met het Oer-IJ. Ongeveer 100 vóór Christus verlandde het mondingsgebied voorgoed. Slechts enkele geulen voerden nog water naar zee af. De binnendelta kwam droog te liggen en er vond in lagere delen veenvorming plaats. Bewoning op Castricums grondgebied bestond zeker al in de laatste eeuwen vóór de jaartelling. Talrijker zijn de bodem vondsten uit de eerste eeuwen van de jaartelling. De bewonings- resten in het gebied rond de Cieweg en Heemstederweg lijken afkomstig te zijn van nederzettingen die op een stelsel van stroom of oeverwallen hebben bestaan. Als gevolg van de toene mende invloed van de zee, lijkt de bevolking na de Romeinse tijd (4e eeuw na Christus) nagenoeg uit het kustgebied wegge trokken te zijn. Rond de 7e eeuw komt de bewoning weer op gang. Omstreeks de 12 eeuw ontstond een nieuw zeegat ten noorden van ons gebied, de Zijpe. Via de Rekere, een voormalig riviertje, kon het water de vlakte bij Castricum bereiken. Ook vanuit de Zuiderzee via het IJ en het Wijkermeer werd veel wateroverlast ondervonden. De dijkenbouw kwam op gang. De hoger gelegen gronden met de buurtschappen Noord-End, Oosterbuurt en Heemstede werden aan de oost- en zuidzijde door een stelsel van dijken met elkaar verbonden, waarmee dit gebied tegen het steeds opdringende water veilig gesteld werd. (Boogaards- en Korendijk). Er is echter nog een reden denkbaar waarom dit ge bied van levensbelang was. Naar mate de bevolking in het kust gebied gedurende de Middeleeuwen toenam, nam ook de ont bossing van het tamelijk vlakke oude duinenlandschap toe, het geen niet zonder gevolgen bleef. Akkers raakten ondergestoven en de vorming van het hogere jongere duinlandschap kwam op gang. We kunnen ons voorstellen dat onder invloed van die duinvorming de Middeleeuwse bevolking zich genoodzaakt zag om zich naar het oosten van Castricums grondgebied te ver plaatsen. Water en zand moeten voor deze kustbewoners eeu wen lang bronnen van hinder geweest zijn. Vanaf de Vroege Middeleeuwen is het Castricums grondgebied kontinu bewoond gebleven. De vele vondsten uit verschillende tijdperken vormen in dit gebied daarvoor een overtuigend be wijs. Dat de Romeinen op de hooggelegen gronden van het voormalige kasteel 'Kronenburg' rond het begin van de jaartel ling reeds een steunpunt hadden is een veronderstelling, die vooralsnog niet is bewezen. Het gebied rond de Heemstederweg aan de zuid-oostkant van Castricum, blijkt archeologisch een interessant gebied te zijn. De vele archeologische waarnemingen zijn in dit verslag gebun deld. Men kan zich nu afvragen of het wel voldoende is om te blijven volstaan met slechts terreingedeelten zoals: Kronenburg, de Goudtuinen en Heemstede als archeologische monumenten aan te merken. Aan de hand van de nu verkregen archeologi sche informatie zal overwogen moeten worden of het totale ge bied rond de Heemstederweg voor toekomstig wetenschappe lijk onderzoek beschikbaar dient te blijven. Het Castricums bo demarchief is in het nabije verleden al teveel verstoord, zonder vooraf de maximale archeologische informatie daaruit veilig te stellen. Zal dit gebied, met haar informatie over vroegere bewo ning (o.a. rond het voormalige kasteel) in de toekomst een zelfde lot treffen? E. Mooij Geraadpleegde literatuur Renaud, Dr. J.G.N. Friederich, F.H.W. Dingeman Korf Schut, P. Diederik, F. Diederik, F. Kouwen, C. van Diverse medewerkers Mooij, E. Schermer, A. Mooij, E. Deelen, D. van Stuurman, P. Helderman, EJ. Calkoen, H.J. Woltering, Drs. P.J. Baars, F. en anderen Mooij, Vermanen, H.M. Stichting Werkgroep Oud-Castricum Brouwer, J. en Piepers "Middeleeuwse Ceramiek" AWN-mo- nografie nr. 3 "Baardmannen", uit Westerheem" XVII 1-en 2 1968 "Tegels", 5e stuk, pag. 117-120 Van Dis- hoeck - Bussum "Een hutkom of kelder uit de 12e eeuw te Aalten Gld" uit "Westerheem" XXXI1 1982, pag. 3-13 "Een vroeg- middeleeuwse nederzet ting te Schagen" uit "Westerheem" XXXI 2 1982, pag. 53-68 "Dorpen-terp, een onderzoek naar een laat-middeleeuwse woonplaats te Schagen" uit "Westerheem" XXXII 4 1983, pag. 202-213 "Middeleeuwse aardewerk uit het land van Maas en Waal" uit "Westerheem" XXV 1 1976 pag. 12-16 "Opgravingen in Amsterdam", Amster dam 1977, Fibula van Dishoeck, Haar lem pag. 246, 260, 262 Opgravingsverslag Cieweg 1969-1970 "Friese put in het plan Molendijk" uit le jaarboekje Stichting Werkgroep Oud-Castricum 1978, pag. 8 ev. "Pottenstapel als waterput in plan Mo lendijk" uit 2e jaarboekje Stichting Werkgroep Oud-Castricum 1979, pag. 16 ev. "Historie van Castricum en Bakkum" uitgeverij Pirola, Schoorl 1973, pag. 12-15 "Archeologie van het jaar nul" uit "Westerheem" XVIII 2 1969, pas. 62-79 "Enige resultaten van vijftien jaar ar cheologisch onderzoek in de Zaan streek" uit "Westerheem" XX 1 1971, pag. 44-51 en 52-83 "Een inheemse nederzetting bij Scho nenberg onder Velsen", uit "Wester heem" XX 5-6 1971, pag. 294-311 "Schijffibula" uit "Holland" 1980, pag. 248 en 1984, pag. 227 "Vroeg-middeleeuwse waterputten en andere archeologische vondsten te Castricum, Willem de Rijkelaan/Soo- merwegh 1971" uit het 6e Jaarboekje Stichting Werkgroep Oud-Castricum pag. 15-22 Opgravingsverslag van 13e eeuwse be- woningssporen in de uitgraving vijver partij aan de Walstra in plan Noord-End, april-mei 1972, pag. 19-23 Tekeningen-profiel leidingsleuf Heem stede 1977 Archeologisch onderzoek gebied Heemstede, Jaarverslag pag. 18, le jaarboekje 1978 J. Boorresultaten (tekeningen d.d. 30-10- 1983) 11

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1989 | | pagina 11