Omwenteling 18e eeuw
Nieuwe wetten
Het rationalisme begint als wereldbeschouwing veld te winnen
boven 'onkunde', 'slaafse volgzaamheid' en 'bijgeloof'; door de
rede moet de verschrikkelijke armoede bestreden worden. Het
zijn juist de ongeschoolden, zo beseft men, die moeten bedelen
en om steun moeten vragen om in leven te blijven. Een belang
rijke stap op weg naar goed onderwijs is de stichting in 1784 van
de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Zij propageert een ge
lijkvormig en nationaal georganiseerd onderwijs voor alle ran
gen en stamden. Het is dit instituut, dat de grote doorbraak tot
de onderwijsvernieuwing heeft gegeven...
Centrale overheid
De Republiek der Verenigde Nederlanden bestaat uit 7 zelfstan
dige eenheden. Er is geen centrale, nationale overheid. Na de
val in 1795 komt ons land onder de heerschappij van de Fran
sen. Als Bataafse Republiek vormt Nederland voor het eerst in
zijn geschiedenis een eenheidsstaat met een centrale regering.
Een van de hoofdpunten van het regeringsbeleid is opvoeding.
Tot 'Agent van Nationale Opvoeding' wordt J.H. van der Palm
benoemd. De staat telt 2 miljoen inwoners, een aantal dat snel
zal groeien, in 1830 3 miljoen en in 1900 al 5 miljoen zielen.
Meer dan 50% van de bevolking leeft nog van het agrarische be
drijf. Terwijl in Europa de industriële revolutie in volle gang is,
komt de industrie in Nederland pas na 1850 op. Er is alle reden
om zich te bezinnen op de toekomst van land en bevolking.
Door de komst van de industrie loopt het economisch aandeel
in de agrarische sector snel terug tot 31%.
11
\v.> K> »»,K ,s
"L*Tl» TO-KIMM.U.
',v IX TWINTIG
Dk VAÜ*.R
Van i|c 7.r% en Iwiutjj* I.etter»
Die *r j.ijii mi t AlphwWth
tleb 'lc il* tx/ntt,/ Modekfinkci-a
Jm lw*r rij*»» urèrgeitel
Zoo wij vlug. «tic op kimt ju»*»»»
Ei» ook h* t>> bpbrijve-n weet
ik op ilr v<» dnn roetuetj
Va» tuijn klem.- M.VHQAREK tl
Afbeelding 3
Pagina 's uit een rekenboek uit de 19e eeuw.
Na het vertrek der Fransen wordt in 1813 het Koninkrijk der Ne
derlanden gesticht. De eerste koning, Willem I, belooft "elke Ne
derlander een ordentelijk bestaan".
Een nieuwe lichting denkers dient zich aan. Zij hebben kritiek
op de maatschappijstructuur en het christelijke wereldbeeld.
Opnieuw wordt onmondigheid verworpen; men wil ontplooi
ingskansen voor het individu, dat niet meer blindelings vertrou
wen stelt in kerk en anderen.
De nieuwe mens is die met een arbeidzaam leven, die kennis
vergaart en een nuttig en bewust burger in de maatschappij is.
Nederland is wat laat met zijn hervormingsideeën ten opzichte
van de andere Europese landen. De machtige en kapitaalkrach
tige elite, die slechts 3% van de bevolking vertegenwoordigt,
verzet zich heftig tegen die verlichte ideeën. "Kinderen verwor
den tot wonderen van kennis, of opgeblazen veelvraten".
Sinds de eerste Grondwet van 1798, waarin de 'Eerste Denkbeel
den over Nationaal Onderwijs' zijn opgenomen, volgen enige la
ger onderwijs wetten. De laatste van 1803 houdt het uit tot
1857. Doel van het onderwijs is: "Door aanleren van gepaste en
nuttige handigheden de verstandelijke vermogens der kinderen
te ontwikkelen, zodat zij opgeleid worden tot alle maatschappe
lijke en Christelijke deugden".
In feite doen de wetten niet anders dan de bestaande toestand
ordenen, zonder nieuwe te creëren.
Er zijn twee soorten scholen, de openbare, door de overheid be
taald en de bijzondere (confessionele), die door particulieren
worden gefinancierd.
In de haast om het onderwijs te vernieuwen worden veel nieu
we lesboekjes uitgegeven, maar de meeste zijn slecht.
Een bekend boekje uit deze tijd is N. Anslijns "De Brave Hen
drik", de titel is als gezegde blijven voortbestaan.
Het schoolbord vindt nu algemeen ingang, krijt en griffel gaan
langzamerhand de ganzeveder vervangen.
Het geven van lijfstraffen wordt in 1820 eindelijk verboden. In
1811 wordt een eerste model voor het moderne schoolgebouw
ontworpen. Ook de medici hebben zich in de discussie ge
mengd. Meer licht en lucht in een langwerpig gebouw en aan
dacht voor hygiëne. De lokalen naast elkaar gelegen. Rond 1850
worden de eerste scholen volgens dit ontwerp gebouwd.
De wet van 1806 regelt de opleiding tot onderwijzer, waar men
op 4 niveaus akten van bekwaamheid kan behalen. Erg vlot
gaat die opleiding nog niet, in 1840 is nog 90% van het onder
wijzend personeel met behulp van een ervaren leermeester in
het vak terechtgekomen.
Rond 1850 zijn de leefomstandigheden voor de schoolmeester
nog steeds bedroevend. Pensioenvoorzieningen ontbreken, met
als gevolg dat vaak hoogbejaarde meesters de scholen bevol
ken. Met de gezondheid van die beklagenswaardige mensen, is
het slecht gesteld. Lichamelijke gebreken als doofheid komen
veelvuldig voor.
Op het platteland krijgt de meester een kleine toelage van de
gemeentelijke overheid en moet zich nog steeds behelpen met
inkomsten uit kerkelijke bijbaantjes en schoolgelden die hij zelf
moet innen.
Er is wel sprake van een onderwijshervorming, maar het zal
nog even duren, voordat deze resultaten zal afwerpen.
Er blijft nog steeds veel tegenstand tegen die 'nieuwlichterij' van
zowel de onverschillige ouders als de zich bedreigd voelende eli
te. Bovendien hebben de behoeftige ouders de inkomsten van
de kinderen hard nodig.
Het schoolverzuim is door kinderarbeid, ziekte, honger, slechte
Afbeelding 4
De voorloper van het bekende leesplankje Aap, Noot, Mies....
19e eeuw.