Jl - .j-ConisJ chirurgijn amputaties en in enkele gevallen moeilijker ingrepen. Ook werd zijn hulp wel bij complicaties bij bevallingen door de vroedvrouw ingeroepen. In de kleine plattelandsdorpen was het beroep van chirurgijn geen volle dagtaak. De chirurgijn was daarom ook de barbier of dorpskapper. Van Limmen naar Castricum Frans Brakenhoff heeft 3 zoons: Bernardus, Jan en Willem. Ber- nardus wordt kapper en gaat na zijn huwelijk in Haarlem wo nen. Afstammelingen van hem wonen nu nog in Arnhem en omgeving. Zoon Jan trouwt in 1780 met de Castricumse Jannet je Molenaar en gaat als veehouder in de Oosterbuurt te Castri cum wonen. Jan boerde goed; in de loop der jaren koopt hij hier veel land en meerdere boerderijen. Als armmeester, kerk meester en schepen (raadslid) in het Gemeentebestuur van Castricum is Jan ook in het maatschappelijk leven zeer actief. Ook de jongste zoon Willem trouwt met een Castricumse - Neeltje Kuijs geheten - en gaat wonen op Noord Bakkum nabij de Limmerweg in de boerderij „het Pannenhuis". Nakomelingen van Willem wonen vooral in Limmen en Uitgeest. Het overgrote deel van de huidige generatie Brakenhoff stamt van de eerder genoemde zoon Jan uit de Oosterbuurt. Jan krijgt vier zoons t.w. Jan, Jacob, Pieter en Willem. De oudste zoon Jan gaat aan de Duinzijde wonen. Van vader op zoon wordt de naam Jan doorgegeven; de families die nu wonen op de Bever wijkerstraatweg en Oud Haarlemmerweg behoren tot deze tak. De tweede zoon Jacob is als het ware schuldig aan een explosie ve groei van de familie Brakenhoff. Uit zijn 3 huwelijken komen 20 kinderen, waarvan maar liefst 10 zoons ook weer trouwen en veelal voor talrijke gezinnen zorgen. In de stamboom treft u ze aan onder de nummers 12 tot en met 21. De eerder genoemde zoons Pieter en Willem krijgen resp. slechts een en twee zoons, die het geslacht Brakenhoff voortzetten. sv<; 'i f 'ëM W.- &C 'W- •WW® Afbeelding 3 Boerderij 'Hel Pannenhuis' op de hoek Limmerweg - Zanddijk nabij de grens met de gemeente Egmond. Hier woonde Willem Brakenhoff. Deze boerderij is inmiddels afgebroken en weer opgebouwd. Het Pannenhuis ln de oude akten komen we regelmatig een boedelscheiding te gen. Als een of beiden echtgenoten waren overleden dan werd het bezit verdeeld over de erfgenamen. Aan de verdeling ging veelal een inventarisatie vooraf, die verricht werd door de nota ris, vaak bijgestaan door een of meerdere in het dorp wonende notabele boeren of burgers, die op deskundige en onpartijdige wijze de roerende en onroerende goederen moest taxeren. Aan de hand van zo'n boedelscheiding kunnen we een aardig idee krijgen van vroegere woonomstandigheden. Zo woonde Willem Franszoon Brakenhoff met zijn vrouw Neeltje Gerrits- dochter Kuijs op de boerderij „het Pannenhuis", gelegen nabij de grens met Egmond-Binnen aan de Limmerweg dicht bij de Zanddijk (zie foto). Na het overlijden van Willem Brakenhoff in nov. 1826 wordt door de familieraad ten overstaan van de rechter over de nog minderjarige kinderen Arie, oud 20 jaar en Aagje, oud 13 jaar, de 29 jarige zoon Jacob als toeziend voogd benoemd. Pieter Bruin, landbouwer te Noord Bakkum, wordt door de toeziend voogd verkozen tot taxateur van de bezittingen en als zodanig op 16 dec. 1826 door de rechter beëdigd. Op 12 juni 1827 vindt de inventarisatie plaats; Neeltje Kuijs, we duwe van Willem Brakenhoff, heeft de belangrijkste paperassen te voorschijn gehaald. Verder zijn aanwezig de notaris Jacob Nu- hout van der Veen, de taxateur Pieter Bruin en als getuigen Flo- ris Twisk en Jacob Admiraal, beiden landbouwers te Noord Bak kum. Ook zijn er de reeds meerderjarige kinderen Frans, Jacob, Maartje en Simon Brakenhoff en schoonzoon Pieter Breedveld. Hun handtekeningen onder de akte ziet u hierbij afgebeeld. Er blijkt opnieuw uit dat men vroeger niet zo nauw keek naar de juiste schrijfwijze van de naam. De naam Brakenhoff wordt hier op maar liefst vier verschillende wijzen geschreven. Afbeelding 4 De handtekeningen van de kinderen en aangetrouwden van Wil lem Brakenhoff en Neeltje Kuijs. Uit de inventarisatie blijkt dat de onroerende goederen bestaan uit: een huismanswoning (boerderij) met circa 20 bunders weid-, hooi- en zaadland te Noord Bakkum. Verder een stuk weiland te Egmond-Binnen ter grootte van 1,7 bunder en nog drie stukken weiland te Zuid Bakkum, genaamd „de Rijn, de Oude Ven en het Schetje" te samen bijna 6 bunders groot. De meubels en huisraad in de boerderij worden per vertrek geïnventariseerd en de waarde getaxeerd. We weten daardoor uit welke vertrekken de boederij bestaat en de inrichting daar van Achtereenvolgens: - In de keuken: 9 stoelen, 1 beun, 1 bedbankje, 2 tafels en 1 glazen kast met daarop een vijfdelig stel en in de kast 2 tin nen en 1 koperen koffiekannen, 4 tinnen en 7 witte borden, enige kopjes en schoteltjes, 2 tinnen trekpotten, 1 tinnen brandewijnskom en boterdoos, 1 koffiemolen, enige lepels en vorken. 31

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1988 | | pagina 31