heeft zijn stem verbonden aan de vraag, of de ontwikkeling van
de kinderen op de bewaarschool wel aansluit bij de overgang
naar de openbare school. Als P. Kuys bevestigend antwoordt,
gaat Louter overstag.
Afbeelding 8
Handelscursus
In diezelfde vergadering wordt gesproken over een subsidie
voor een in te stellen cursus handelsonderwijs.
Men twijfelt aan het succes van een dergelijke cursus, het ken
nisniveau van de Castricumse jongeren wordt niet hoog aan
geslagen. G Kuys is helemaal niet overtuigd van het nut van een
dergelijk type onderwijs in zijn dorp. Uiteindelijk wordt besloten
om het maar eens een jaartje te proberen. De Middelbare Han
delscursus krijgt f 250,- en een proeftijd van een jaar, mits de
Provincie eenzelfde bedrag voteert. Overigens wil G. Kuys in die
zelfde vergadering de carbidgasmeter bij het hoofd van de
school wel eens opgenomen zien.
Commissies
Op 25 maart 1915 worden de leden van de Schoolcommissie
weer eens gekozen. Benoemd worden: Pastoor Engering, Domi
nee Van Poelgeest, de Wethouders Goes en Valkering en de
Raadsleden Louter, P. Twisk, Dr. Jacobi en Gemeentesecretaris
J.A. Verder. De commissie heeft tot taak 'de bevordering van de
belangen van het onderwijs'.
Louter vindt, dat de wethouders daarin niet thuishoren, de com
missie adviseert immers aan het College van Burgemeester en
Wethouders. Hij heeft gelijk, maar krijgt toch geen gehoor.
Schoolverzuim is kennelijk nog steeds een regelmatig voorko
mend euvel. In ieder geval worden 2 leden van de Commissie
tot wering van het schoolverzuim herbenoemd.
Het aantrekken van nieuwe onderwijzers is nog steeds een
moeilijke en steeds weerkerend probleem.
Onder geleide van haar vader is een kandidate opgetrommeld,
maar na een gesprek op het gemeentehuis en een bezoek aan
de school in de Dorpsstraat verklaart de vader, dat die school
voor zijn dochter niet aannemelijk is.
Voortgezet lager onderwijs
Het handelsonderwijs is toch een succes geworden in het proef
jaar. Voor het herhalingsonderwijs wordt meester Nijsen aan
school II tot hoofd benoemd, geassisteerd door meester Verlaak.
Aan school I is het Bussen, die de leiding heeft over dat vervolg
onderwijs, maar kennelijk voldoet hij daar minder. Bussen krijgt
maar 60 ct per uur en Nijsen 75 ct.
Het verschil wordt, als dat ter sprake komt, zo gelaten, "want de
deelname is daar toch minder".
De landspolitiek houdt zich inmiddels bezig met de wetgeving
voor het bijzonder onderwijs. In afwachting daarvan schuift het
gemeentebestuur beslissingen op de lange baan.
Er is een schrijnend tekort aan schoolruimte, maar Castricum
wacht op het verlossende woord uit Den Haag. Het RK kerk
bestuur staat klaar om direct met zijn eigen school te beginnen,
zodra de gelijkstelling afgekondigd zal worden. Daaraan twijfelt
ondertussen niemand meer.
Andere vormen van onderwijs
De ter sprake gebrachte oprichting van een MULO-school wordt
ook nog even op de lange baan geschoven.
P. Twisk constateert in 1915, dat er baldadigheid onder de jeugd
is. De voorzitter zegt toe om daarop te laten toe zien. Castricum
se onderwijzers hebben zich kennelijk aangesloten bij de Bond
van Nederlandse Onderwijzers.
De afdeling Krommenie-Uitgeest, die zich ook al ingezet heeft
voor de in wapenrok gestoken meester Wijk, wil ook de inko
mens van de Castricumse onderwijzers verbeterd zien. Men
acht termen daarvoor niet aanwezig, men is al tegemoetko
mend genoeg geweest, door het toekennen van een eerder ver
leende toeslag.
Opleidingsinstituten uit de regio vinden ook de weg naar het
dorp. Een aangevraagde subsidie van f 15,- door de 'Proef- en
Schooltuin Kennemerland' wordt afgewezen. Door de Am
bachtsschool Alkmaar wordt per Castricum's kind, dat die
school bezoekt, een bijdrage van f 40,- gevraagd. Men vindt dat
wel redelijk, maar de ouders van die kinderen moeten maar
meebetalen.
Er zijn er drie, waarvan de ouders een sterk wisselend inkomen
hebben. Men kent die gezinnen persoonlijk en op basis van de
individuele omstandigheden worden de bijdragen vastgesteld.
Meegeteld wordt ook, dat de zoon van de stationschef vrij rei
zen heeft, zo wordt voor hem f 30,- gevraagd. Voor nummer 2
wordt f 20,- gevraagd en van de minder draagkrachtige ouders
van het derde kind wordt f 10,- gevraagd. Als die niet kunnen
betalen, zal de gemeente voor de kosten opdraaien.
Men ziet echter korte tijd later in, dat dergelijke zaken bij veror
dening geregeld moeten worden.
Bij jaarinkomens onder de f 300,- wordt men vrijgesteld vervol
gens klimt men per inkomen van telkens f 200,- meer op met
f 5,-. Van ouders, die in goede doen verkeren (boven de f 1200,-)
23