Maar meester Bussen pikt de houding van de ouders der onder
zijn verantwoording vallende kinderen niet langer.
Hij wendt zich met een brief van 11 september 1894 tot het Col
lege van Burgemeester en Wethouders. Hij geeft de opsomming
van het verzuim van 18 kinderen van de vijfde en zesde klas, die
in de maanden juli en augustus de school regelmatig verzuim
den.
Hij gaat uit van 68 schooltijden, waarvan minimaal 14 keer de
school werd verzuimd. Het gemiddelde ligt rond de 40 verzuim-
tijden. De ouders van J. Tromp maken het wel erg bont, hij be
zoekt de school niet één maal.
Bussen pleit voor strenge straffen: "Dergelijke misstanden wor
den door geen hulpmiddeltjes verholpen".
Hij stelt voor om de verzuimers onverbiddellijk bij hunne terug
keer achteruit te zetten, als zij hun klas niet meer kunnen vol
gen. Als hij met recht vermoeden kan, dat de ouders zijn school
niet als leer- maar als bewaarplaats beschouwen, moet de leer
lingen de toegang tot de school ontzegd worden.
Zang- en herhalingsonderwijs
Het zangonderwijs geeft de Burgemeester reden om aan de le
den van de raad te vragen, of zij op de hoogte zijn van klachten
over gebruik van een viool bij die lessen. Het antwoord is ont
kennend, wel merkt raadslid Melker op, dat hij klachten heeft
gehad over te véél zingen, hetgeen het overige onderwijs niet
ten goede komt.
Raadslid Goes stelt voor om de school beschikbaar te stellen
voor het geven van muzieklessen na schooltijd.
Het is 1895 als er gesproken wordt over een regeling voor de in
voering van herhalingsonderwijs.
Het komt namelijk voor, dat oudere kinderen, die alle klassen al
hebben doorlopen, de hoogste klas moeten doubleren. Door het
geven van herhalingsonderwijs kan les gegeven worden op een
andere manier dan men in de laatste klas geniet. Die vorm van
onderwijs zal ook open moeten staan voor jongens tot 16 jaar.
De mogelijkheid doet zich voor als meester Van der Ploeg in
september zijn ontslag aanvraagt. Het aantrekken van een ver
vanger met hoofdacte verloopt niet naar wens. Ook nu is het
succes gelegen in het optrekken van de jaarwedde. Gerrit
Beetsma uit Akkerswoude wordt aangesteld, hij krijgt gelijk de
verplichting mee om het herhalingsonderwijs gestalte te geven.
Overgang naar een nieuwe eeuw
De 19e eeuw spoedt zich ten einde, meester Bussen heeft het
druk met onderwijzers, die komen en gaan.
Op zijn verzoek tot aanpassing van zijn woning kan de gemeen
te door geldgebrek niet ingaan. De dagelijkse zorg rond het
schoolgebouw is er. De bomen voor de school moeten gesnoeid
worden om de donkere school van meer licht te voorzien. De
waterput bij de school, waterleiding kent men nog niet, moet
wegens gebrekkige toestand uitgediept worden, en wordt van
een pomp voorzien. Voor de kroningsfeesten bij de inhuldiging
van koningin Wilhelmina wordt in 1898 een subsidie van f 60,-
uit de pot onvoorziene uitgaven gehaald. Een der raadsleden
ziet geen reden om daarvoor geld uit te trekken. Anderen vin
den de helft wel genoeg.
Er zijn ook problemen rond de inning van schoolgelden. B W
dreigen met verwijdering van de kinderen uit de school, van
wie de ouders de bijdrage niet betaald hebben.
Er zijn inmiddels voor de Castricumse school zo'n vijftig jaar
verstreken als de 20e eeuw zich aandient.
Het schooltje, dat eens gevestigd was in een afgeschotte ruimte
in de kerk met 1 onderwijzer, heeft zich ontwikkeld tot een be
scheiden school met een onderwijzersteam. De schoolmeester
heeft maatschappelijk aanzien gekregen en is ontheven van zijn
bijbaantjes.
Afbeelding 4
De school op de hoek van de Schoolstraat en de Dorpsstraat.
Het gebouw is in 1934 afgebroken.
Castricum is op bescheiden wijze meegegaan in de ontwikke
ling van het onderwijs. Er valt weliswaai nog veel te verbeteren,
de school is te klein, het kan niet voorzien in de groeiende be
hoefte. Gymnastiek behoort door gebrek aan een geschikte
ruimte tot de onmogelijkheden.
Gezien het nog regelmatig voorkomende schoolverzuim en de
problemen rond de inning van de schoolgelden, zou veron
dersteld kunnen worden, dat nog niet alle ouders het belang van
goed onderwijs voor hun kinderen inzien.
Een deel van die ouders zal zelf nog ongeletterd zijn, daarnaast
heerst er grote armoede, waardoor de kinderen voor werkzaam
heden op het land thuisgehouden worden.
De leerplicht bestaat nog niet. De landelijke schoolstrijd is
Castricum grotendeels voorbijgegaan. ET zal na de overgang
naar de 20e eeuw spoedig een einde komen aan de toestand,
dat Castricum slechts één school heeft, de openbare lagere
school.
Naar een nieuwe tijd
De jaren glijden rustig in elkaar over in het nog kleine agrari
sche dorpje. Een grote verandering is voor Castricum in de
tweede helft van de 19e eeuw de aanleg van de spoorlijn ge
weest. Dat Castricum een eigen station heeft gekregen, is een
belangrijke stap geweest in haar ontwikkeling. De gevolgen zul
len aan het begin van de 20e eeuw langzaam zichtbaar worden.
Het provinciaal ziekenhuis Duin en Bosch zal gebouwd worden,
daarnaast zullen forensen het toen nog landelijke dorp ontdek
ken. Nieuwe wijken en straten zullen regelmatig gebouwd wor
den. De bevolking groeit en daardoor zal de behoefte aan meer
scholen zich doen voelen.
Het begin van de 20e eeuw
In het eerste jaar van de nieuwe eeuw viert meester Dekker zijn
25-jarig ambtsjubileum. Voor de feestelijkheden wordt een be
drag van f 25,- uitgetrokken.
Kinderen, die ver van school wonen, blijven tussen de middag
noodgedwongen over. Voor leerlingen uit Bakkum en de afgele
gen boerderijen in het duingebied en de polder is de afstand te
ver. Men heeft geen vervoer en met de wegen is het niet best
gesteld. De stakkers moeten hun brood kennelijk buiten opeten,
gezien een verzoek van raadslid Twisk in 1901 om de mogelijk
heid te scheppen om dat binnen te kunnen doen.
20