Het onderwijs in Castricum van 1850 tot 1940
rJVlr J p
jletl
■Hirn z|ii|s|j*fj
|W gjjs|l* keesjbtaik
|i.| 'aj 5JP&
Het eerste schoolgebouw
In het jaar 1850 heeft Castricum nog geen eigen schoolgebouw.
Het onderwijs wordt gegeven in een afgeschotte ruimte in de
oude NH Pancratiuskerk aan de Dorpsstraat.
Eerst in de tweede helft van de 19e eeuw wordt een eerste
schoolgebouw neergezet door de gemeente.
Gebouwd in 1854.
Rommel stelt op 8 februari 1860 de kwestie nog eens aan de or
de: "Nu de beide onderwijzers Rooms zijn, moet bij vervanging
van de hulponderwijzer maar een andersdenkende benoemd
worden, dan kan de school op RK feestdagen toch geopend blij
ven".
Eerst als Gedeputeerde Staten van Noord-Holland zich met de
kwestie gaan bemoeien, moet de raad noodgedwongen bakzeil
halen. Ook de schoolopziener van het district Alkmaar wendt
zich met een klacht tot de plaatselijke Schoolcommissie. Als dis
trictsopziener is hij gehouden om er op toe te zien, dat de juiste
leermiddelen worden gebruikt. Kennelijk gebeurt dat hier niet
met de maten en gewichten. Hij verwijst naar een circulaire 'van
den Minister van Binnenlandsche zaken' dat o.a. inhoudt: "Naar
mij is berigt, zouden in vele scholen de stellen Maten en Gewig-
ten ontbreken. Toen voor ruim dertig jaar het voorhanden zijn
van die stellen was voorgeschreven, is geen middel verzuimd
om het nieuwe Stelsel in het maatschappelijk leven te doen
doordringen". "Gaandeweg", zo vervolgt hij, "zijn die stellen ge
bruikt of bewaard of verdwenen. Zo is het onderwijs in het me
trieke stelsel niet naar behoren behartigd, ja zelfs verwaar
loosd". Hij is niet mals in zijn kritiek als hij stelt; "Onkunde geeft
aanleiding tot kleinachting en slechts zelden ontmoet men een
onderwijzer van den lateren tijd, die met ijver en lust dat stelsel
goed onderwijst".
"Nog steeds worden rekenboeken gebruikt met oude Holland-
sche en lang afgeschafte maten en gewigten ten voorbeeld".
Tegelijkertijd is het gemeentehuis aangepast om daarin de on
derwijzerswoning onder te brengen.
Op 5 januari 1854 zal de nieuwe door timmerman Handgraaf
gebouwde school geopend worden, maar dat moet door een he
vige sneeuwval tot de 11e uitgesteld worden.
De school heeft slechts 1 lokaal, waarin alle klassen gehuisvest
worden. Het gebouw is berekend op 200 leerlingen.
Bij de opening zijn er zo'n 150 kinderen aangemeld. Meester
Schut is nog steeds het hoofd van de school. Dat zal niet lang
meer duren, de vele conflicten rond zijn persoon dwingen hem
om ontslag te nemen.
Er wordt een sollicitatieprocedure in gang gezet. Volgens de re
gels moeten uit de beste 5 kandidaten 3 gegadigden gekozen
worden. Ook de Rooms Katholiek Ludewig heeft gesolliciteerd,
maar het probleem is, dat hij niet tot de uitverkorenen behoort.
De overwegend RK gemeenteraad wil echter hem als hoofd ge
plaatst zien. Ludewig had al bij meester Schut als ondermeester
in Castricum gewerkt. Gelukkig bedankt een der uitverkorenen
voor de eer, zodat de raad toch zijn zin krijgt. Als ondermeester
had hij in de vier jaar, dat hij hier gewerkt had, veel aanzien ge
kregen. Na de conflicten met Schut had hij in 1856 zijn koffers
gepakt en was naar Egmond vertrokken.
Voor zijn komst heeft ondermeester Waanders in februari 1857
een verzoek ingediend om een scheidingsschot te plaatsen in
het rumoerige en volle lokaal. De gemeente zit echter krap bij
kas, het zal nog negen jaar duren voordat aan dat verzoek ge
hoor gegeven wordt.
Direct na de aanstelling van Ludewig wordt er al een klacht bij
het gemeentebestuur ingediend. Het gaat niet over zijn manier
van lesgeven, maar over de sluiting van de school op RK feest
dagen. De gemeenteraad probeert er onderuit te komen, 'er zijn
toch maar zo weinig Protestantse kinderen op school en boven
dien zijn de beide meesters RK', zo is het argument. Raadslid
Afbeelding 1B
Hoogeveens verbeterde leesplank voor klassikaal gebruik rond
1900.
De onderwijzers
Om de een of andere reden volgen de hulponderwijzers elkaar
in vlot tempo op. Men blijft maar kort. Mogelijk is de reden de
vele (150) kinderen, aan wie de meesters in één rumoerig lokaal
les moeten geven. Een andere reden is het lage salaris, dat de
armlastige gemeente aan zijn onderwijzers kan bieden.
17