Zij en de eerdere jurist uit de familie hebben bepaald ergens in het buitenland, bijvoorbeeld in Frankrijk of Italië, een bul ver worven, omdat noch in de albums van Leiden, Harderwijk of Franeker hun namen zijn opgenomen. Mr. Willem Gaeff bleef, evenals zijn zuster, steeds te Alkmaar wonen en ook hij is bij voortduring ongetrouwd gebleven. Zijn woning stond in de Langestraat, aan de Zuidzijde, ten Westen belend door het pand van de toenmalige procureur en notaris Laurens van Oosthoorn, dat naderhand tot een hofje is inge richt. Zonder nazaten dus, maar wèl o.a. door vererving een aanzienlijk vermogen hebbende verkregen - hij was boven de f 4000,- gequoteerd - heeft hij na de dood van zijn zuster en broer er zich op toegelegd om zijn uiterste wil met zorg te for muleren. Het eerste testament van 26 november 1691 - voor notaris C. van Heijmenbergh gepasseerd - liet al doorscheme ren, dat ook Mr. Willem in een minder gunstige gezondheid ver keerde. Zijn notaris constateerde, dat hij als "bejaert jonghman" weliswaar ten volle zijn verstandelijke vermogens bezat, maar dat hij was "sieckelijck gaande en staende". De testateur begon toen aan Juffrouw Margrietje Schagen, weduwe van de Heer Laurens van der Hem te Amsterdam of bij vóór-overlijden aan haar kinderen te legateren "Een hoffstede genaemt Sterrenburgh soo groot ende cleyn als deselve gelegen is tot Suijdt Baccum, met alle de timmeragie en- de plantagie, mitsgaders bouw ende weijlanden daer aen depen- derende, item alle den inboedel en huijsraet, soo linden, wollen, beddinge, silver, cooper, tin, boecken en ander meubelen, die op het overlijden van den Testateur, op de voorsz hoffstede, als in het Speelhuijs bevonden zullen werden". Zijn bezittingen, waarin ook zijn woonhuis te Alkmaar was ver vat, werden vermaakt op die conditie, dat verkrijgster daarvan niets zou mogen verkopen, terwijl alles onder haar of haar af stammelingen behouden moest blijven, met verbod van afkor tingen op grond van de Trebellianique portie. Een omschrijving van een lange reeks van kleinere legaten, meestal uit zilverwerk bestaande, volgde en zelfs het Claes Reij- niershofje "staende op de Keijsersgracht bij de Schouwburgh tot Amsterdam" was niet vergeten. Ten laatste zou 's-mans petekind Burchardus Wilhelmus Gaeff van Besten een aantal gouden rin gen ontvangen, waaronder één "getekent sijnde met een ster en twee Arents vleugelen sijnde het wapen van de Gaven" en bo vendien o.a. "schilderijen van de familie met de voorsz wapens van de Gaeven geteeckent". Tenslotte werd voorgeschreven, dat universele erfgenamen zou den zijn de genoemde Margrietje Schagen en Juffrouw Elisabeth de Kies Weduwe Marten van der Hem. Voor Margrietje werden overigens nog andere huizen en landerijen gereserveerd, waar onder het "huijs en erve staende en gelegen tot Amsterdam op de Heeregraght sijnde het derde huijs benoorden de Wol- vestraat". Een nieuw testament Ruim vier jaren verstreken eer Mr. Willem Gaeff opnieuw een testament maakte, toen voor notaris Th. van Heimenbergh op 1 juni 1696. Uit dit stuk blijkt, dat er nu een totaal andere groep van begenadigde legatarissen was uitverkoren. Eén daarvan was testateur's nicht de al eerder genoemde Margaretha Scha gen, weduwe van Laurens van der Hem, die thans universele erfgename was met haar kind of kinderen bij plaatsvervulling. Ook hier werd weer herhaald het verbod om de "Hoffstede ge- naamt Sterburgh" cum annexis 32) van de hand te doen alsmede het verbod tot detractie 33) ter Trebellianique portie 34). Voorts was er klaarblijkelijk bij Mr. Gaeff een zekere vrees ont staan, dat zijn erven wel eens aangevallen zouden kunnen wor den door zijn bloedvrienden de van Besten's op grond van het familie-fideicommis 35) van de Gaeff's. Om zich daartegen nu te wapenen stelde hij vast, dat het legaat, bestemd voor zijn neef en petekind Burchart Willem Gaeff van Besten vervallen zou zijn voor het geval deze heren of hun de scendenten 36) het zouden wagen actie of pretentie aan te voe ren, hetzij direct, hetzijn indirect op de onderwerpelijke nalaten schap... Afbeelding 5 Op een kaart van De Leth in het ,,Zegepralent Kennemerland" ca. 1735 is de ligging van het huis Gaeff nog juist op de rand weergegeven. Erfgenamen Mr. Willem Gaeff overleed ongehuwd te zijnen huize te Alkmaar op 28 mei 1707. Hij werd in het eigen graf, waarin ook zijn zuster en broer begraven lagen, in het schip der kerk no. 332 op de le juni bijgezet. Het duurde tot 1 augustus daaraan volgende eer ten verzoeke van de kinderen der erfgename, de zusters Geertruda van der Hem, met haar echtgenoot de des Heiligen Roomsen Rijksridder Gaspar de Bloys van Ginderdeuren, samen woonachtig op kasteel Loenersloot in het Utrechtse, en Juffrouw Agatha van der Hem een boedelbeschrijving werd opgesteld door de Alkmaarse notaris Mr. A. van der Mieden. Naast de verwachte andere vermogensbestanddelen waren die betreffende Bakkum als volgt opgevoerd: "Een Huijs ende boomgaard met landerijen daar annex bestaande in het Wijkerweijdje, groot een morgen 574 roeden, de Kamp, groot twee morgen 570 roeden, de Oudeven, groot een morgen 433 roeden, de groote Oudeven 2 morgen 57 roeden, de Elstweijdt, groot een morgen 5 roeden, de Rijn, groot drie morgen 254 roe den. Benoorden 't Huijs met Anne Buurs ackertje, te saemen een morgen 100 roeden, Kapelmans Hofstee, groot een morgen 445 roeden. Het Krofje met het Blokje, saemen groot 700 roe den. Het Westerkrofje, groot 500 roeden, de Schuurt, groot een morgen 177 roeden. Het Seelriet, groot 629 roeden, Het Hoge Staekland, groot 700 roeden, de Waardt, groot een morgen 221 roeden, met het boere Huijs, Haeviks tuijn, groot 324 roeden. Jaepenland, groot een morgen 39 roeden". Dit alles was verhuurd en de te ontvangen pacht bedroeg, bere kend sedert Kerstmis 1705 f 300,- in totaal. Ook de inventaris van het huis Starburg werd nauwgezet in de boedelbeschrijving opgenomen. De details van huisraad en inboedel overslaande moge hier slechts een opsomming volgen van de vertrekken waarin deze roerende zaken zich bevonden. Notering had plaats "Int voorhuijs, In de Eetkamer, In de Keu ken, int Celletje achter de keuken, boven op de voorkamer, int Cantoortje besijden de voorkaemer, de Overgangh, op de mid delhoven kaemer, op de solder, Inde kelder, Buijten op het erff, Int Speelhuijs".

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1987 | | pagina 9