paert en Elisabeth van Lambroek - hun dochter Anna in 1594
lieten dopen. Dit kind trouwde naderhand eerst met Floris Otter
en naderhand met Jonker Bucho van Schroijestein Joostsz 5).
Dr. Burchard Gaeff
Op 15 augustus 1626 was Dr. Burchard Gaeff, van Amsterdam,
vergezeld van zijn vader Frans Jansz Gaeff op de Herengracht in
ondertrouw gegaan met het Alkmaarse meisje Reijmerich van
Reijnegum. Haar vader Jan Jansz van Reijnegum vertegenwoor
digde haar daarbij. De vader van de bruidegom was eerder, toen
hij nog geen 21 jaar oud was, getrouwd met Vincentia Gerrits-
dochter destijds 19 jaar. Hij woonde toen op de Amsterdamse
Vijgendam in de Hulk. Zij woonde op de Oudezijds Voorburg
wal. Bij het huwelijk waren zijn ouders Jan Gaeff en Aef Frans-
sen en haar ouders Gerrit Buchertsz en Trijn Jacobsdochter aan
wezig 6).
Dr. Burchards schoonouders waren Alkmaarders; de man werd
op 11 januari 1643 bijgezet in de Grote- of St. Laurenskerk. In
het begraafregister staat de vermelding: "Jan Jansz Rinnegum
vier pozen f 16," hetgeen betekent, dat de kerkklok tot vier
maal toe geluid had. De schoonmoeder Lijsbetgen Otters, van
Amsterdam, was al op 24 mei 1628 overleden. Van haar bevat
hetzelfde register de mededeling: "die Huijsvrouw van Jan Jansz
Rinnegom Gheluijt drie poosen f 18,"
Burchard Gaeff en zijn vrouw hadden op 2 augustus 1627 voor
de Alkmaarse notaris C. de Haes een mutueel 7) testament laten
passeren. Het stuk levert ons over het echtpaar maar spaarzame
gegevens op. De comparant si wordt aangeduid als te zijn "bur
ger van Amsterdam tegenwoordigh woonende binnen deser ste
de". Zijn vrouw heet "poorterse van Alkmaar". Zij deden hun hu
welijkse voorwaarden teniet, waarbij zij bepaalden, dat zo er
kinderen zouden komen, deze hun universele erfgenamen zou
den worden. Voorts is er reservering van een recht van vrucht
gebruik op de boedel voor de langstlevende echtgenoot, met
dien verstande, dat hij of zij de opvoeding van de kinderen voor
eigen rekening diende te nemen. De bepaling geldt tot de meer
derjarigheid dan wel huwelijkse staat der kinderen; maar alles
zonder invloed van anderen en met uitsluiting van iedere vorm
van rekenplicht.
Aankopen te Bakkum
Al eerder is gebleken van de belangstelling, die bij Dr. Burchard
Gaeff vroeg bestond voor grondbezit onder het dorp Bakkum.
Zijn reeds gesignaleerde aankoop daar omvatte dan ook in het
jaar 1638 "Seeckers hoffstede met omtrent elf morgen landts
daer bij van de erffgenamen van zaliger Casper Wijntges sulcx
het selve bij de huyrman Jacob Gerritsz gebruyckt wert ende
dat tot sodanige somme als hem geconstitueerde goet duncken
sal".
De vertrouwensman, die de koop zou sluiten, vermocht boven
dien de koopcontracten te passeren alsmede persoon en goede
ren voor nakoming ten laste van de koper te verbinden 9).
Nu was dit niet de eerste maal, dat Dr. Gaeff te Bakkum land
aankocht. Zulks was al eerder in 1629 voorgevallen. Toen had
Jan van Biesten, een burger van Amsterdam - bij acte van 7
mei van dat jaar voor notaris P. Mathijsz - de Alkmaarder Dirk
Heynderickx Groen opgedragen om voor het gerecht van Bak
kum ten behoeve van "Doctor Burchaer" over te dragen "een
hoffstede met de landen daarbij behoorende". Deze bezitting
was ook al door de verkoper verkregen van de erfgenamen van
Caspar Wyntges.
Die hofstede behoorde voor de helft toe aan Mr. Willem van der
Meer, een zwager van de koper. Daarin was bovendien begre
pen een stuk leenland in omvang groot een halve morgen. Het
bleek achteraf, dat het slechts om een formaliteit ging, toen Dr.
Gaeff belening verkreeg met dit stukje land, dat de naam "De
Havicks Thuijn" droeg. Het verlei kon immers al 5 dagen eerder
Afbeelding 2
De duinvoet onder Bakkum met o.a. de gronden van ,,Advocaet
Gaef".
MS- kaart door landmeter Johannes van Swieten 1661.
plaats hebben ten overstaan van het Leenhof der Grafelijkheid
van Egmond, thans op naam van Ridderschap, Edelen en Steden
van Holland en West-Vriesland, de Gewestelijke Staten represen
terende. Het Leenhof was vertegenwoordigd door Jonker Bou-
dewijn van Rietwijck als Stadhouder en Registermeester van de
lenen tezamen met vier leenmannen io).
In een acte van 3 augustus 1635 blijkt Dr. Burchard 33 jaar te
zijn, wanneer hij persoonlijk optreedt als op twee na oudste van
de leenmannen of rechters in de Hoge Vierschaar van de Heer
lijkheid Bergen in Kennemerland, derhalve als "welgeboren
man" ii).
Op 26 januari van het volgende jaar kocht hij samen met zijn
schoonvader een woning aan de noordzijde van de Oudegracht
te Alkmaar 12). Die schoonvader maakte zelf een codicil "siecke-
lijk te bedde liggende" op 19 oktober 1651 i3>.
Testament
Als eerste uit de familie overleed in zijn huis aan de zuidzijde
van de Langestraat bij de Grote Kerk de advocaat Mr. Willem
van der Meer. Hij was een aangetrouwde oom van Dr. Burchard,
die ziek als hij was, een tamelijk ingewikkeld testament ont
wierp. Daarin nam hij de clausule op, dat zijn geïnstitueerde
erfgenamen "gehouden sullen sijn, uijt te keeren ende te vol
doen dese navolgende legaten". "Eerst aan Willem Gaven, de
soon van Mr. Burchert Gaeff, dewelcke hij testateur geheven
heeft (bij de doop werd Willem dus zijn petekind!) de helft van 't
huijs ende erve, staande en leggende tot Amsterdam, op de Ou
de Ossemarct, over de Kaetsbaan gemeen met d'voorsz Mr. Bur
chert Gaeff 't welk aen twee partijen wert verhuijert, mitsgaders
noch een stuck van Lavella groot volgens de brieve van op
dracht daar van sijnde derthien geerssen twaelf roeden gelee-
gen in den banne van Bergen in de Noorder Reecker polder
voor Coedijck" i4).
5