Ook werd in de beginperiode vele malen de pers gehaald met
vondsten, die bij graafwerkzaamheden werden gedaan. Vooral de
vondsten van de waterputten aan de Dr. De Jonghweg en de Wil
lem de Rijkelaan trokken de aandacht.
Een volgende tentoonstelling werd in 1969 gehouden in Castri-
cums enige monument: de Ned. Hervormde kerk, terwijl ter gele
genheid van de 25 jarige herdenking van de bevrijding een exposi
tie werd gehouden in de brandweerkazerne. Beide werden druk
bezocht en Oud-Castricum werd een begrip voor de bewoners van
het dorp. Na de tentoonstelling in de brandweerkazerne werden
tot 1985 altijd exposities gehouden in ons eigen museumgebouwtje
gedurende de zogeheten „Toer In" periode.
Over het eigen gebouw straks meer. Een bijzondere expositie wil
ik nog vermelden: tijdens de discussieperiode over de dorpskom in
het begin van 1976 hebben we nog een ansichtkaarten-expositie
gehouden in de boerderij van de firma Steeman aan de Verlegde
Overtoom. Kort daarvoor hebben we met het rapport: „Een Toe
komst voor Castricums Verleden" de aandacht gevestigd op een
aantal dorpsgezichten, gebouwen en boerderijen, die dreigden ver
waarloosd te worden of zelfs te verdwijnen.
Een ander succesvolle uitgave van de werkgroep is ons Jaarboek
je; dit jaar verschijnt de tiende editie De uitgave van het eerste
boekje kan ik me nog levendig herinneren. Dit werd mede moge
lijk gemaakt door een legaat uit de nalatenschap van de destijds
bekende Castricummer, de heer J.L. Pfundt.
Tijdens de voorbereidingen van het eerste boekje konden we niet
vermoeden dat we in de loop der jaren zoveel kopij zouden kun
nen verzamelen over een vroeger toch vrij onbelangrijk tuinders
dorp als Castricum. Ook de Castricumse families zijn vaak uitge
breider dan we denken, ze vereisen dan ook heel veel speurwerk
van de dames Bakker, Glorie en Steeman en van de heer Zuurbier,
die ook tekent voor vele artikelen en tevens het hoofdredakteur-
schap op zich heeft genomen.
In 1975 heeft het toenmalige bestuur gemeend de werkgroep een
wat meer officieel tintje te geven. Samen met notaris Van Zanten is
toen de Stichting Werkgroep Oud-Castricum opgericht. In de statu
ten van de Stichting is een artikel opgenomen, waarin staat dat bij
opheffing van de Stichting - na betaling van schulden - alle bezittin
gen, waaronder begrepen alle bescheiden en archieven, worden
overgedragen aan de Gemeente Castricum.
Dan nu ons eigen gebouw. In 1971 kregen wij de beschikking over
ons huidige gebouwtje aan de Geversweg, de voormalige telefoon
centrale, een voor de werkgroep goed bruikbaar gebouw, dat rede
lijk beveiligd is. Hoofddoel bij de openstelling: expositie- en werk
ruimte. In de zomermaanden waren we zoals gezegd een aantal
zondagen open, terwijl mevrouw Steeman altijd bereid was voor
scholen en andere groepen een rondleiding te verzorgen.
In onze ledenvergadering van 1985 viel de beslissing om het ge
bouwtje wegens ruimtegebrek niet meer als tentoonstellingsruim
te beschikbaar te houden, maar alleen als depot- en werkruimte te
benutten. Exposities zouden we elders houden, vandaar dat we 40
jaar bevrijding in 1985 groots opgezet in de bibliotheek hebben
herdacht. Ook de viering van het twintigjarig jubileum met een
tentoonstelling vindt hier plaats.
In dezelfde vergadering in 1985 is het bestuur de opdracht gege
ven te gaan werken aan uitbreidingsplannen voor het gebouw. Een
Castricumse architect heeft voor ons een schetsplan gemaakt. De
wijziging van het bestemmingsplan Zanderij werd door de raad
goedgekeurd en maakt het ons mogelijk uit te breiden naar de
voorkant, waardoor tevens de bestaande zolder beter bereikbaar
wordt. Het bestuur van de werkgroep is thans in gesprek met het
gemeentebestuur en wij vertrouwen erop dat onze uitbrei
dingsplannen kunnen worden gerealiseerd, waardoor Castricum
weer kan beschikken over een oudheidkamer.
Tot slot nog een bijzonder feit: aan de rand van de gemeente, aan
de Heemstederweg ligt een stuk land de Goudtuinen genaamd. Dit
perceel is al zeer lang bewoond, getuige de vele bodemvondsten
die daar worden gedaan door de huidige bewoners, de familie
Beentjes. Alle vondsten worden verzameld en trouw afgedragen
aan de werkgroep. Als dank daarvoor zou ik iets terug willen doen
en een foto van de heer en mevrouw Beentjes, genomen bij de op
gravingen aan de Heemstederweg, aan hen willen overhandigen
als blijk van onze waardering.
Veel van de nu eerder genoemde activiteiten en gebeurtenissen
vindt u terug op onze jubileum-tentoonstelling. Ik hoop dat deze
tentoonstelling wederom een groot succes wordt en een bewijs is
dat de plaatselijke geschiedenis onder de bevolking leeft en dat
een oudheidkamer in ons dorp niet mag ontbreken".
3