i de boe-
je kavels
iet Pieter
en door
de veref-
aatst we-
geweest
mutueel
te Bever-
irburg bij
e zilveren
?e en be-
innen de
vier Ree-
in westen
1 morgen
ederhelft
ihuis van
in westen
Verheul,
Afbeelding 9
Detail van het lofwerk van de godslamp.
De tekst luidt: „Vincentia Gaeffobiit Alcmariae, Die 24 Nov. Ao
1679"
Slechts korte tijd behield de weduwe Knegjes haar helft; zij
droeg haar recht al over op 18 februari 1796 voor het gerecht
van Bakkum aan de "Burger" Pieter Krijter, in huwelijk hebben
de Bregje Hazeven, de op 11 juli 1822 overleden 63-jarige doch
ter van Gerbrand en Aagtje Middelhoven, zij was voordien we
duwe van Cornelis Swemmer te Uitgeest.
De andere rechthebbende voor de helft was Sieuwtje Verheul te
Uitgeest, die op 10 juni 1787 te Castricum getrouwd was met
Willem Amse, de op 15 februari 1768 geboren zoon van Hendrik
Amse en Grietje Grootenacker, gestorven te Beverwijk op 14 au
gustus 1803. Zij droeg haar gedeelte over op de gelijke datum
als haar zuster aan dezelfde koper, in dit geval tegen betaling
van f 1800,- 56).
De afbraak
Het lijkt er op, gelet op de omschrijving van het buitengoed van
Sterburg, dat dit in 1796 en nog later niet van de aardbodem
verdwenen was en ook uit het navolgende kan dat worden aan
genomen. Degene die de bezitting aankocht was de aansprake
lijke man voor de weldra gevolgde afbraak. Die koop was wel
licht in 1809, maar controleerbaar is dat niet, aangezien juist op
die tijd een blad - kennelijk met opzet! - uit het transportre-
gister is gescheurd...
Deze koper moet geweest zijn Mr. Joachim Nuhout van der
Veen, notaris en daarna achtereenvolgens rechter en president
van het ten tijde van de inlijving bij Frankrijk nieuw gevestigde
Tribunaal de première Instance te Alkmaar 57). Hij was een mer
kwaardige figuur, van wie bekend is, dat hij allerminst tegen
sloopwerk opzag. Hij ondernam zelfs als eigenaar van twee gro
te panden, die links en rechts flankerend lagen tegen zijn woon
huis aan de Alkmaarse Oudegracht n.z., om die tot op de grond
toe af te breken! In ieder geval staat het vast, dat de in vierkant
om het huis Sterburg gelegen grachten toen hij eigenaar was,
dichtgeworpen zijn met herverkaveling van de annexe terrei
nen. Dat dit gebeurd is, heeft dan ook zijn neerslag gevonden op
het oorspronkelijke kadastrale plan, dat o.a. voor hier de land
meter der le klasse F.J. Nautz in 1823 ontworpen heeft, (zie af
beelding 6)
Noch het grachtenstelsel, noch het herenhuis vindt men op
diens tekening terug, waar die tevoren bekend waren. Inge-
schetst werden zo slechts gronden, die in de legger te boek kwa
men te staan onder de naam van bospercelen, bekend onder
Sectie A (Bakkum) de nummers 207, 212, 213, 214 en 215. Na de
dood van de president hebben zijn erfgenamen dit aldus gewij
zigde bezit als bos weer van de hand gedaan. Koopster daarvan
werd voor het grootste deel Antje Stet, weduwe van Gerrit Bra-
kenhoff, boerin te Castricum, Zij kon al eerder de boerderij van
Sterburg verwerven.
Over de persoon van Mr. Joachim Nuhout van der Veen zijn de
lezers van dit jaarboek op de hoogte, dank zij een uitvoerig arti
kel, dat de heer S.P.A. Zuurbier in het eerste nummer van 1978
aan hem heeft gewijd. Kortheidshalve moge hiernaar verwezen
worden. Daaraan zij nu slechts toegevoegd, dat de President zijn
representatieve woning aan de Oudegracht, nu noordzijde 198,
tussen de Brillesteeg en de Ridderstraat gekocht had van een ei
genares, die als huurster aanvaard had Mevrouw Catharina Ja-
coba de Meij van Streefkerk 58).
Deze dame, sedert 1802 weduwe van Mr. Arnoud van Teylingen,
met 6 kinderen, bewoonde het pand toen. Waarschijnlijk om
een tweede huwelijk aan te gaan, nu met de heer Rijk van Ba
tenburg te Emmerik. Zij heeft het huis, gelukkig voor de koper,
tegen 1 februari 1809 verlaten, waardoor de President het wel
dra zelf betrekken kon 59).
Tenslotte
Resumerend valt er nogmaals op te wijzen, dat nu het oude bui
tenhuis "Gaeff" of "Sterburg" verloren was gegaan, het alleen
nog maar het aan de overzijde of zuidzijde van de Bleumerweg
gelegen en reeds meermalen ter sprake gekomen huis met
boerderij de herinnering aan het voormalige buiten nog eniger
mate in ere heeft gehouden.
Het is een stolphoeve, die meermalen - zelfs nog in onze tijd -
vrij fors is verbouwd en aangebouwd. Het muurwerk laat op
verschillende plekken nog de zogenaamde Rijnse rode baksteen
zien (1850 x 100 x 370 mm), hetgeen kan wijzen op stichting in
de 17e eeuw. In de helaas ook gewijzigde bakstenen van de uit
het dak oprijzende schoorsteen, voert deze woning nog steeds
de vijfpuntige ster uit het familiewapen van de Gaeffs.
Zeer tot mijn spijt moet ik bekennen, dat het mij ondanks lang
durig voortgezet onderzoek niet is gelukt om een afbeelding
van het ongetwijfeld aantrekkelijke buitentje op te sporen.
De kans op een vondst blijft, want omdat de meeste eigenaars
13