De Sectie C van Castricum
Inleiding
In de voorgaande artikelen is vooral het ontstaan van het zuid
oostelijke poldergebied van Castricum besproken. De eerste
menselijke ingrepen in dit landschap was de aanleg van dijken
en de bouw van eenvoudige boerenhoeven. Het polderland
schap werd middels kavelsloten opgedeeld in verschillende per
celen, die in de loop der eeuwen elk een naam hebben gekre
gen. Deze 'veldnamen' werden gebruikt in de dagelijkse om
gang, maar werden ook bij de verkoop van percelen door
Schout en Schepenen in de oude acten vermeld, inclusief de na
men van de eigenaren van de belendende percelen om de plaats
van het verkochte land nader aan te duiden.
Enige perceelsregistratie bestond nog niet; pas na de oprichting
van het Kadaster werd nauwkeurig bijgehouden de grootte, de
ligging, de aard en de eigenaar van elk perceel. In 1830 waren
voor geheel Castricum voor de eerste keer deze gegevens be
schikbaar en opgenomen in de zogeheten oorspronkelijk aan
wijzende tafel van het Kadaster.
Castricum was voor het Kadaster opgedeeld in vier secties met
de namen: Bakkum (sectie A), Castricum (sectie B), Heemstede
en Cronenburg (sectie C) en de Brabantsche Landbouw (sectie
D). Op de afbeelding bij het voorwoord is deze sectie-indeling
nader aangegeven.
Het hoofdthema van dit jaarboekje is gewijd aan het gebied dat
is gelegen in sectie C en door het kadaster „Heemstede en Cro
nenburg" werd genoemd. In dit artikel wordt nader ingegaan op
de oorspronkelijke veldnamen, de inrichting van dit gebied in
1830 en de veranderingen tot heden.
De situatie in 1830
Sectie C wordt omsloten ten noorden door de Alkmaarsestraat-
weg (tracé van voor 1970) tot Limmen, ten oosten en zuiden
door de gemeentegrenzen van Limmen, Uitgeest en Heemskerk
en ten westen door de Cieweg en de Heemstederweg.
In 1830 is sectie C in zijn geheel ruim 488 hectare groot en telt
264 perceelsnummers. Het aantal huizen in deze sectie is zeer
gering; er staan drie huizen en een schuur op de hoek van de
Cieweg en langs de Dorpsstraat; hier wonen achtereenvolgens
de schilder, tevens ontvanger van de belastingen Wouter de Bie,
de schulpenvisser Jacob Jansz Kuijs met echtgenote (bij hen
woonde de nog ongehuwde heelmeester/chirurgijn Bernardus
Res uit Zaandam) en de dagloner (arbeider) Cornelis Duinmeijer
met gezin.
Verder vinden we in sectie C het molenhuisje op de hoek van de
Bogaardsdijk en de Alkmaarsestraatweg, waarin Willem IJpe-
laan met zijn gezin woont, de boerderij van Albert Asjes (de
grootvader van de ons bekende Albert Asjes), de boerderij Kro
nenburg met het gezin van Pieter Muijs en nog 2 boerderijen op
Heemstede met het gezin van Pieter Schipper (nu De Groene
Klaver) en van Albert Lans (boerderij Heemstede aan de Koren
dijk). Tenslotte staat er nog een gebouwtje bij de eendenkooi,
zodat het totaal aantal „gebouwen" in sectie C tien bedraagt.
Als we het grondgebied van deze sectie bekijken dan is verre
weg het overgrote deel (95%) in gebruik als weiland (466 ha);
het resterende grondgebied van 22 ha is in gebruik als volgt: wa
ter (vijvers en poldersloten) 6,9 ha, bouwland 6,8 ha, wegen 3,2
12
ha, dijken 2,9 ha, eendenkooi 0,9 ha, de huizen en boerderijen
met erven 0,9 ha en tuin, boomgaard en bos 0,7 ha.
Het bezit van de gronden in sectie C is voor ca. 25% in eigen
dom van personen en instellingen van buiten Castricum; 3/4 ge
deelte is dus van de Castricummers. De tien eigenaren met het
grootste grondbezit in sectie C zijn: de Rooms Katholieke Kerk
(33,6 ha), Jan Fransz Brakenhoff (30,6 ha), Fulps Ranke (28,8 ha),
Pieter Muijs (27,0 ha), Jacob Kuijs (18,3 ha), Albert Asjes (17,0
ha), Joachim Nuhout van der Veen (16,3 ha), Pieter Schipper
(15,9 ha), Hendrik Beugeling (15,3 ha) en Klaas Glorie (14,5 ha).
De veldnamen
Zoals reeds in de inleiding is genoemd was voor de invoering
van het kadaster in 1830 de veldnaam en de belendingen de eni
ge mogelijkheid om een perceel aan te duiden. Na 1830 moet in
officiële documenten, hypotheekregisters en testamenten het
kadastrale nummer - en sectie worden gebruikt en verdwijnen
geleidelijk de veldnamen in officiële stukken. In het mondelinge
verkeer echter wordt tot op de dag van heden nog een aantal
veldnamen gebruikt.
Om de veldnamen van de percelen in sectie C te achterhalen is
de oudste acte van eigendomsoverdracht in de archieven op
gespoord, die van elk perceel na 1830 heeft plaats gevonden.
Vervolgens is nagegaan op welke datum (veelal voor 1830) en
voor welke notaris of voor Schout of Schepenen de verkoper
eerder in het bezit was gekomen en tenslotte zijn de veldnamen
uit de betreffende acten genoteerd. Op deze wijze zijn van de
meeste percelen de veldnamen bekend geworden, zoals ze in de
vorige eeuw werden gebruikt, (zie blz. 15).
Op de afgebeelde detailkaart zijn de kadastrale perceelsnum
mers aangegeven. Afgezien van de bouw van de R.K. kerk, de
nabij gelegen scholen en enkele huizen aan de Dorpsstraat, de
aanleg van de spoorlijn en van de provincialeweg Limmen-
Uitgeest, geeft deze kaart uit 1964 nagenoeg de situatie weer uit
1830 (afbeelding 2).
De veranderingen tot heden
In het voorgaande is de situatie geschetst rond 1830. Volgen we
de veranderingen van het grondgebied van sectie C dan zijn de
grote veranderingen pas van de laatste 20 jaar. Vanaf 1830 tot
1858 worden enkele huisjes bijgebouwd aan de Dorpsstraat. De
bouw van de nieuwe R.K. kerk in 1858 aan de Dorpsstraat dan
nog te midden van de weilanden, gaf aan het dorpscentrum van
toen een flinke uitbreiding in oostelijke richting.
Met de bouw van de kerk werd ook een begraafplaats tot aan de
Cieweg aangelegd. Voor die tijd gingen de Castricumse katholie
ken - en dat was bijna de gehele dorpsgemeenschap - naar de
schuilkerk op de Breedeweg ter kerke.
De eerstvolgende ingreep op het landschap was de aanleg van
de spoorlijn rond het jaar 1866; een aantal weilanden op
Heemstede en ten oosten daarvan nabij de gemeentegrens met
Heemskerk wordt door de spoorlijn doorsneden. Dan duurt het
pas tot 1911 dat er opnieuw enige bouw van betekenis valt te
vermelden; in dat jaar wordt de kleine oude R.K. kerk door de
huidige veel grotere vervangen. Naast de kerk worden de pasto
rie, het zusterhuis en de daarachter gelegen kleuterschool ge
bouwd. In 1919 volgt de bouw van de Augustinusschool. In de