Castricum - Honderd jaar geleden De belangrijkste activiteit, die in 1884 het gemeentebestuur be zig hield, was de verbouwing aan de openbare lagere school, de enige school die Castricum rijk was. De aanleg van een stoomtramlijn van Castricum naar de Eg- monden had nog geen aanvang genomen. Het gemeentebestuur staat nog steeds onder voorzitterschap van burgemeester jonkheer Boreel van Hogelanden; verder zijn er de wethouders A. van der Park en Jacob Kuijs en de raadsle den Jan Pz. Kuijs, Willem Melker, Jan Adam van Soll, Frans Glo rie en Simon Louter. Op 1 jan. 1884 telt Castricum 1713 inwoners; op 31 dec. 1884 is dit aantal slechts toegenomen tot 1715. In dit jaar worden er 66 kinderen geboren, verdeeld over 25 jongens en 41 meisjes, er overlijden 27 personen. Het geboorteoverschot wordt nagenoeg gecompenseerd, door dat er zich 65 personen in de gemeente vestigen, maar daaren tegen vertrekken er 102 personen. In 1884 worden 15 huwelijken gesloten. In ditzelfde jaar spoe len er 3 drenkelingen aan, waarvan één zonder hoofd of armen; ze worden gekist en op de algemene begraafplaats begraven. 4 februari 1984 Dat er honderd jaar geleden nog veel gestroopt werd, blijkt uit een afschrift van een schrijven dat op deze datum op het ge meentehuis was binnengekomen en welk door baron Van Zuy- len van Nyevelt, kamerheer en referendaris van het kabinet van de Koning, gericht was aan de hulpofficier van Justitie te Alkmaar. Genoemde baron was samen met de heren baron Van Tuyll en baron Van Pallandt huurder geworden van de jacht op de duingronden onder Castricum, die toebehoorden aan me vrouw de Prinses Van Wied. Hij schrijft o.a.: dat in deze tijd van het jaar in dit duingebied steeds veel last van stroperij wordt on dervonden, maar dat thans niet alleen de jacht wordt bedorven, maar dat zelfs ernstige schade aan de duinbeplanting wordt toe gebracht. Soms worden er benden van 20 tot 25 man aangetrof fen (voornamelijk uit Egmond aan Zee) die zich niet ontzien, overal de konijnenholen uit te graven en die natuurlijk niet te dichten. De jachtopzieners zijn ondanks alle krachtinspanning niet in staat dit euvel het hoofd te bieden. De baron vraagt om een tijdelijke versterking van de rijkspolitie of andere maatregelen, die dit kwaad kunnen keren. In een ant woord op dit schrijven vermeldt de officier van justitie te Alk maar dat rijksveldwachters zijn ingezet. 9 januari 1884 In de gemeenteraad is aan de orde de verbouwing van de school. De gemeente-architekt van Alkmaar de heer Du Croix heeft plannen gemaakt, die door hem zelf tijdens de vergade ring worden toegelicht. De totale kosten worden geraamd op 16000,-. De verbouwing omvat de aanbouw van 3 lokalen en de stichting van een onderwijzerswoning. Van de totale kosten zou 30% door het Rijk worden vergoed en er zou op dit moment als tijdelijke regeling nog een extra subsi die door het Rijk worden verleend eveneens groot ca. 30%. Voor de gemeente Castricum zou dan toch nog een bedrag van 6000 gulden overblijven. Meerdere raadsleden vinden het voor de gemeente te bezwarend, niet alleen de somma van 6000 gul den, maar tevens om de financiële nasleep, bestaande uit het traktement van meerdere hulponderwijzers. De voorzitter wijst op het gevaar dat de subsidieverlening door de Tweede Kamer wordt ingetrokken. Het voorstel tot de verbouwing wordt ver volgens door de gemeenteraad aangenomen. 14 januari 1984 Wethouder Van der Park heeft zich met enige andere raadsle den naar Limmen begeven en aldaar de school bezichtigd, die geheel gebouwd is overeenkomstig het nu voorgestelde plan van de heer Du Croix. Het hoofd der school te Limmen vertel de, dat deze bouwwijze niet beviel, voornamelijk doordat het hoofd der school geen overzicht had over alle lokalen en voorts ook nog omdat de privaten een ondragelijke stank verspreiden in de school. Van der Park stelde dan ook voor om het plan zo danig te wijzigen, dat het hoofd der school een overzicht over alle lokalen had en bracht een kleine door hem ontworpen schetstekening ter tafel. De gemeenteraad stelde zich achter het plan van Van der Park en de heer Du Croix werd verzocht om zijn plan overeenkomstig te wijzigen. 10 maart 1884 In elke gemeente moest een collecte worden gehouden voor een fonds ter aanmoediging en ondersteuning van de gewapen de dienst in de Nederlanden. In Castricum was deze collecte niet gehouden. Op vragen van de commissaris van de Koning in de provincie Noord Holland, antwoordt de burgemeester, dat deze collecten hier zo weinig opbrengen, dat zij de moeite van het innen niet waard zijn. Des ondanks gelast de commissaris deze collecte alsnog te houden. 11 juni 1884 Een extra subsidie van 3000 gulden was door het Ministerie van Binnenlandse Zaken voor de nieuwe school goedgekeurd. Ver der was er een particuliere gift van 1500 gulden binnengeko men voor de bouw van de school, zodat de gemeente nog 6000 gulden moet bijleggen. Definitief wordt nu het besluit tot de herbouw van de school genomen en wordt het aanbod van de regering aanvaard. De aanbesteding van de school vindt plaats op 2 juli; de aanne mer W. Vasbinder uit Alkmaar wordt de bouw gegund. 3 juli 1884 Bij het uitbreken van brand waren vele mannelijke bewoners ingeschakeld; een soort dienstplicht gold. Het bestuur van de brandweer de zogeheten brandraad vaardigde op deze datum een nieuwe algemene regeling uit, die luidde als volgt: - Bij het ontstaan van brand bij dag dit is tussen 8 uur 's mor gens en 4 uur 's middags zal de klok geklept en bij het ont staan van brand na 4 uur 's middags en vóór 8 uur 's morgens zal de klok geluid worden, terwijl de ratelaars de ronde zullen doen om de dienstplichtigen op te roepen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1985 | | pagina 52