Degenen die geen werk hebben, moeten op 30 november 1942
weg zijn; de anderen op 31 december 1942. Een eigen
evacuatie-adres kan worden gekozen en anders wijst de burge
meester er een aan: o.a. in de gemeenten Wildervank, Oude en
Nieuwe Pekeia en Vlagtwedde vinden Castricummers onder
dak.
Een aantal huizen en boerderijen o.a. aan de Oosterbuurt, Alk-
maarderstraatweg, Brakersweg en Beverwijkerstraatweg moe
ten worden afgebroken. Dit zou nodig zijn voor verruiming van
het schootsveld. Op grote schaal wordt begonnen met de bouw
van bunkers, tankmuur, tankgracht etc, waaraan een afzonder
lijk artikel in het jaarboekje is gewijd.
De hele gemeente wordt "Sperrgebiet", waar uitsluitend bezit
ters van een Ausweis mogen komen.
Bakkum is alleen met speciale vergunning toegankelijk.
In januari 1943 is met inbegrip van de bewoners van het Provin
ciaal Ziekenhuis Duinenbosch ongeveer de helft van de bevol
king geëvacueerd. In een brief van 18 januari 1943 schrijft de
in 1942 nieuw benoemde NSB-burgemeester Masdorp aan de
commissaris der provincie Noord-Holland dat in het Sperrgebiet
ten westen van de Spoorlijn, waar voorheen 1.162 gezinnen
woonden, er nu nog 232 verblijven, hoofdzakelijk tuinders.
Uit dit gebied zijn 930 gezinnen verhuisd, waarvan 368 naar het
gedeelte van de gemeente, dat als woongebied is aangewezen:
562 gezinnen verhuisden naar elders.
In september 1943 komt er weer een bevel dat nog 2.000 inwo
ners moeten evacueren.
Ongeveer 250 huizen aan de Vinkebaan, Onderlangs, Kramers
weg, Mient, Stetweg, Brakersweg, Kooiweg en le en 2e Groene-
laan worden gesloopt. De wijk ten westen van de spoorlijn en
ten zuiden van de Geversweg verdwijnt nagenoeg.
Het aantal inwoners, dat op 1 januari 1942 8.964 bedroeg, was
op 1 januari 1944 gedaald tot 3.009.
Afbeelding 2
Afgebroken woningen aan de westzijde van de Mient nabij de
aansluiting op de Ruiterweg.
Het aantal percelen in Castricum bedroeg kort voor de oorlog
1.875; hiervan werden er 267 afgebroken, waaronder het bad
hotel, vakantiekoloniehuis De Eenheid, 40 winkels en bedrijven
en 49 agrarische bedrijven.
Van de overgebleven 1.608 woningen waren er aan het eind
van de oorlog nog 967 bewoond en in behoorlijke staat.
Van de 641, welke leeg hadden gestaan of waren gebruikt door
de Duitsers, zijn er 541 zwaar beschadigd.
Arbeidsinzet/Wachtdiensten
Op bevel van de Duitse Wehrmacht moeten alle mannen in de
leeftijd van 17 tot 41 jaar zich voor werk in Duitsland
aanmelden.
Strenge straffen worden gesteld op onderduiken.
Ook in Castricum zijn er veel slachtoffers van deze zgn.
arbeidsinzet.
Vanaf 1941 worden Castricumse burgers regelmatig opgeroe
pen om bewakingsdiensten te verrichten. Aanleiding is dat ka
bels van de Wehrmacht zijn doorgesneden. Deze wacht
diensten worden in Castricum "kabelen" genoemd.
Ook moeten wachtdiensten worden verricht langs de wegen,
spoorbaan en straten, waarlangs de zgn. dekkingsgaten en
schuttersputten zijn gegraven.
Fietsenrazzia
In beslagneming van paarden, wagens, radio's en fietsen komt
regelmatig voor, maar op 20 september 1944 moeten op last
van de plaatselijke S.S.-commandant alle fietsen worden
ingeleverd.
In het dagboek van de kapelaans van de Pancratius-parochie is
daarover vermeld dat de dorpsomroeper, de beroemde Dorus
Kuys, met dit bericht het dorp rondging.
Niemand geeft gehoor aan dat bericht uitgezonderd een enkele
N.S.B.er.
De volgende dag wordt bekend gemaakt, dat als vóór 12.00 uur
niet een groot aantal fietsen ingeleverd is, er tien huizen in
brand gaan. Toen is er een aantal fietsen gebracht, 300 meest
heel oude karretjes.
Om 12.00 uur wordt vervolgens omgeroepen, dat als om 16.00
uur niet alle fietsen er zijn, er tien mannen van Castricum wor
den doodgeschoten.
Er was een lijst samengesteld van deze personen, waarbij o.a.
de direkteur van het Postkantoor de heer G.P. Klaase, notaris
van Cranenburg, Tj. van Eik, direkteur van de Zuivelfabriek
"De Holland", pastoor G. Goes en de kapelaans J. van der Zalm
en F. Holthuizen.
Een vuurpeleton staat voor de uitvoering van deze daad ge
reed. Dan worden ongeveer 1.100 fietsen ingeleverd plus een
groot aantal rijwielonderdelen! Niet meer dan 150 fietsen wor
den uitgezocht en meegenomen.
Represaillemaatregelen
Naar aanleiding van een bomaanslag van de illegaliteit op de
spoorlijn, worden op 9 oktober 1944 door de Grüne Polizei drie
huizen met inboedel in de Pernéstraat in brand gestoken, waar
onder dat van de direkteur van de Zuivelfabriek. Op 10 oktober
1944 wordt vervolgens de boerderij van Corn. Groen aan de
spoorlijn tussen Uitgeest en Castricum in brand gestoken, we
gens een vermeende beschieting van leden van de Duitse
Wehrmacht langs deze spoorlijn.
Afbeelding 3
Afgebrande woningen in de Pernéstraat.
4