/J aam Vermoedelijk is Aaltje Muusdr. Kleef kort na het overlijden van haar man omstreeks 1755 in Limmen gaan wonen. Hier in Lim- men woonde haar familie; in 1759 komt zij in Limmen als doop getuige voor en in 1761 geeft zij daar het overlijden van haar vader aan. Op 23 februari 1775 worden ten overstaan van notaris Adrianus van der Burgh te Alkmaar enkele acten gepasseerd: le Aaltje Miesse, weduwe van Jan Luijte, wonende te Lim men verklaart dat haar zoon Jan Jansz Luijte en zijn vrouw mogen wonen in haar huis behalve in het voor end, waar zij zelf moet blijven wonen. Haar zoon en diens echtgenote hebben het volledig gebruik van de in boedel en van alle huisraad. Haar zoon mag ook haar vis- boeier gebruiken alsof het zijn eigendom zou zijn. Als te genprestatie moet haar zoon per jaar 100 gulden betalen en 10 ton turf bij haar bezorgen. 2e Testament van Aaltje Miesse Kleef waarbij zij haar enige zoon Jan Jansz Luijte als haar erfgenaam aanstelt en bij diens vooroverlijden zijn vrouw Aaghje Dirksdr. Crammer. 3e Jan Jansz Luijte wonende te Limmen geeft te kennen dat zijn moeder Aaltje Miesse, mede wonende te Limmen, ten behoeve van hem enige tijd geleden wegens zijn va derlijk erfdeel hem heeft toegewezen een stuk land gele gen achter Dampegeest te Limmen in de wandeling ge noemd het Weerstik, alsmede een visboeier varende van Limmen op Amsterdam. Aaltje Muusdr. (Miesdr.) Kleef was een dochter van een schipper, want in 1730 wordt voor het gerecht van Limmen in een zaak over achterstallige betaling haar vaders naam genoemd als Mies Cornelisz Kleeff, schipper en wonende te Limmen. In de doopboeken van Limmen wordt nergens de doopaangifte van Aaltje genoemd; toevalligerwijs worden te Castricum in de periode 1713-1719 vier kinderen gedoopt van het echtpaar Mies Cornelisse Cleef en Griet Jans, waaronder de oudste Aaltje op 19 januari 1713. Afbeelding 2 De handtekening van Aaltje Kleef en haar zoon Jan uit de acte van 1775. DERDE GESLACHT III 3 Jan Lute, zoon van 2, is gedoopt te Zardam (Zaandam) op 27 mei 1752. Jan komt omstreeks 1755 met zijn moeder in Limmen wonen; hij is schipper van beroep en vaart van Limmen op Amsterdam met een visboeier. Hij woont vanaf zijn huwelijk in het huis van zijn moeder. In 1795 is er een rechtzaak over het uitbaggeren van de Dissel- dorpervaart tot de Akerslotersluis, waarvoor o.a. Jan Lute als schipper geen verklaring had afgegeven. Jan overlijdt te Limmen op 16 mei 1803, hij trouwde te Limmen op 15 januari 1775 met Aagje Krammer, geb. te Limmen om streeks 1750, dochter van Dirk Hendrik Krammer en Ant- je Klaasse. Aagje hertrouwt in 1805 met Harmanus Kra mer, een weduwnaar met 3 kinderen en broodbakker te Limmen. Voorafgaande aan dit huwelijk verplicht Aagje zich voor Schout en Schepenen van Limmen om haar 3 minderjarige kinderen op hun trouwdag elk 200 gulden uit te keren, waarvoor het stuk weiland genaamd 't Weerstuk nabij Dampegeest als waarborg geldt. Na het overlijden van Harmanus Kramer in 1811 gaat Aagje in Castricum wonen, alwaar zij op 27 november 1824 over lijdt. Kinderen allen gedoopt te Limmen: 1 Jan gedoopt op 2 november 1789, ge huwd met Aagje Schotvangerzie IV,4 2 Theodorus (Dirk) gedoopt op 16 januari 1792, boe renknecht, ongehuwd, overl. te Castricum op 8 februari 1821. 3 Cornelis gedoopt op 13 november 1793, ge huwd le met Christina Zoontjes 2e met Grietje Wijlaards. zie IV,5 VIERDE GESLACHT IV 4 Jan Luten, zoon van 3, is gedoopt te Limmen op 2 no vember 1789, woont de eerste 8 jaren van zijn huwelijk in Warmenhuizen en daarna in Beverwijk tot aan zijn overlijden op 25 oktober 1864, in achtereenvolgens de Bagijnensteeg, Breestraat, de Achterweg en de Heems- kerkerweg. Zijn beroep is broodbakker, evenals zijn broer Cornelis en zijn stiefvader. De achternaam schrijft hij als Luten; deze schrijfwijze wordt ook voor zijn kinderen in de burgelijke stand gehanteerd. Omdat Jan alleen maar getrouwde dochters heeft wordt deze tak Luten niet voor tgezet. Jan trouwt te Krommenie op 29 januari 1815 met Aagje Schotvanger, geboren te Krommenie op 1 juli 1789 en overl. te Beverwijk op 28 juni 1859, dochter van Cor nelis Schotvanger en Bregtje van Daalhoff. Kinderen uit dit huwelijk: 1 Aagje geboren te Warmenhuizen op 14 no vember 1815, overl. te Uitgeest op 19 september 1888, gehuwd te Bever wijk op 26 november 1837 met Si- mon Rozekrans, geb. te Uitgeest op 13 november 1803, eerst fabrieksk- necht, later boer, werkman, overl. te Uitgeest op 23 januari 1873, zoon van Jacob Rozekrans en Jobje Gangelofs. 2 Bregje geboren te Warmenhuizen op 24 juli 1817, overl. te Beverwijk op 14 au gustus 1884, gehuwd te Beverwijk op 6 februari 1853 met Jan Schoorl, ge boren te Beverwijk op 21 januari 1814, boerenknecht, arbeider, overl. te Beverwijk op 27 mei 1886, zoon van Dirk Schoorl en Trijntje Schuijt. 3 Maria geboren te Warmenhuizen op 18 fe bruari 1819, ongehuwd te Beverwijk overl. op 2 december 1858. 4 Cornelis geboren te Warmenhuizen op 22 juni 1820, overl. te Beverwijk op 2 okto ber 1823. 5 Jansje geboren te Warmenhuizen op 10 ok tober 1822, geen nadere gegevens. 6 Cornelia geboren te Beverwijk op 14 oktober 1824, overl. aldaar op 28 november 1826. 7 Catharina geboren te Beverwijk op 19 oktober 1826, ongehuwd moeder van Geer- truida en Margaretha Luten, tweeling geboren te Beverijk op 29 januari 1854 en beide overl. aldaar op resp. 3 en 2 febr. 1854. 34

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1985 | | pagina 34