De Castricumse familie ...Lute
Na andere bekende Castricumse families als Duinmeijer, Veldt,
Res en Glorie is het nu de familie Lute, die als uitgesproken
Castricumse familie is gekozen voor publicatie in het jaarboek
je.
Een kaartje omstreeks 1780 met de plaats Kheinberg. Verder ver
wijderde plaatsen Venlo, Wesel en Duisburg.
De familie Lute is terug te voeren tot de plaats Rheinberg ten
westen van Dinslaken in West Duitsland. Ene Jan Janszoon Lu
te, die waarschijnlijk voor 1700 in Rheinberg is geboren, vestigt
zich in Oost-Zaandam (ook wel Zardam geheten). Uit zijn huwe
lijk met Grietje Sijmonsdochter Kramer wordt een zoon Jan ge
boren. Deze zoon Jan vermoedelijk schipper van beroep trouwt
in 1746 met Aaltje Muusdochter Kleef, een schippersdochter uit
Limmen, Jan overlijdt op betrekkelijk jonge leeftijd in 1754 in
Zaandam en zijn vrouw Aaltje gaat met haar zoontje - ook Jan
geheten - weer terug naar haar oorspronkelijke woonplaats Lim
men, alwaar haar vader nog woonde. Aan deze zoon Jan wordt
in 1775 een deel van zijn vaders erfdeel toegewezen. Hiertoe be
hoorde een visboeier, die voer van Limmen op Amsterdam en
een stuk land gelegen in Limmen achter Dampegeest. De jonge
Jan is eveneens schipper van beroep; in 1797 raakt hij nog in
een proces verwikkeld over het uitbaggeren van de Disseldor-
pervaart tot de Akerslotersluis. Jan trouwt met Aagje Krammer
en mag inwonen in het huis van zijn moeder te Limmen, hij
overlijdt in 1803, daarbij 3 minderjarige kinderen achterlatend,
Jan, Dirk en Cornelis. Aagje hertrouwt in 1805 met Harmanus
Kramer, broodbakker van beroep. Van de 3 zoons worden Jan
en Cornelis naar het voorbeeld van hun stiefvader eveneens
broodbakker. Dirk wordt boerenknecht en overlijdt ongehuwd
op 29 jarige leeftijd.
De oudste zoon Jan woont na zijn huwelijk eerst in Warmenhui-
zen, daarna in Beverwijk. Hij schrijft zijn achternaam evenals al
zijn kinderen consequent met een n op het eind. Omdat hij al
leen getrouwde dochters heeft sterft deze tak Luten uit.
Het begin van de Castricumse periode
De jongste zoon Cornelis zal het geslacht verder voortzetten.
Cornelis woont direkt na zijn huwelijk in 1815 eerst voor een
korte periode in Akersloot en Uitgeest en komt omstreeks 1818
in Castricum wonen, alwaar hij een gedeelte van de boerderij
bewoont, die nu in het bezit is van de fa. Steeman aan de Verleg
de Overtoom. Deze boerderij - bij de oude Castricummers beter
bekend als het knophuis - was eertijds woning van de Schout en
heeft een zeer rijke geschiedenis (hierover in een volgend jaar
boekje meer).
Met de komst van Cornelis Lute in 1818 breekt naar verhouding
pas laat de Castricumse periode aan en begint de sterke uitbrei
ding van de familie Lute.
Cornelis trouwt voor de eerste keer met Christina Zoontjes,
dochter van Baltus Zoontjes. Uit dit huwelijk worden de zoons
Jan, Baltus en Pieter geboren. De oudste zoon Jan trekt naar de
Zijpe en gaat in Oude Sluis wonen; hij is hier eerst broodbak
kersknecht, later nachtwacht en arbeider. Zijn nakomelingen
woonden voornamelijk in Alkmaar en zijn betrekkelijk gering in
aantal.
De tweede zoon Baltus geheten, is vernoemd naar zijn grootva
der van moederskant. Met hem is de voornaam Baltus (Baltha-
zar) in de familie Lute gekomen; een naam die nog steeds ken
merkend is voor de familie Lute. De naam 'Bal' Lute komt in
Castricum op een gegeven moment zo vaak voor, dat via de bij
namen 'Kleine Bal', 'Kouwe Bal' en 'Grote Bal' er enig onder
scheid wordt verkregen. Baltus Lute woonde eveneens in het
Knophuis en heeft momenteel veel afstammelingen in Castri
cum en verder enkele families in Limmen en Amsterdam.
De derde zoon Pieter is ongehuwd op 23 jarige leeftijd overle
den.
Na het overlijden van Christina Zoontjes hertrouwt Cornelis Lu
te met Grietje Wijlaards, dochter van Anthonie Wijlaards. Uit dit
huwelijk worden 2 zoons geboren, namelijk Anthonie (Toon) en
Hendrik.
Anthonie, de 4e zoon dus van Cornelis, heeft eveneens veel na
komelingen in Castricum (vooral Schulpstet, Zanderij); verder
nog verspreide families in Haarlem en 's Graveland. Nog steeds
komt de naam Toon in deze familie veel voor.
De 5e zoon Hendrik trekt omstreeks 1850 als boerenknecht
naar Egmond Binnen; zijn nakomelingen wonen nog overwe
gend in Egmond Binnen.
i V c
De handtekening van Jan Jansz Lute uit de acte van 1743.
32
OCf/SH
(rC/l
ZUTJ? i
y'iitenfyrft
fan
3tan/
•'Turnifitc
Goch&L.S'Ux-n
~XU
\Y\ V
'tcrcid
\JC^rycs
r.üAfct
,17Ui ren.
Wesel
'tolc&CTl
,.fusn-
Y~Jlrro't
Vtc/Tcri-r
Vl
J} Jlrcusl-
jrujr-r\
^,"'7rr7ru'
1- er.l.
/•and