i Dorpsstraat v-^aa» Voor de Rustende Jager wordt door Willem Borst 16.500 gulden betaald.14' Met deze verkoping zien we opnieuw een verkleining van het grondgebied, wat direkt hoort bij de Rustende Jager. Het oor spronkelijk grondgebied strekte zich uit tot het verlengde van de Korte Cieweg en was 55,8 are groot. Bij de opeenvolgende verkopingen wordt het grondgebied steeds verder ingekrom pen. Zo wordt in 1871 nr 364 en 371 niet meeverkocht, waar door de grootte kwam op 28,5 are; in 1886 wordt nr 1240 af gesplitst en blijft 16,3 are over en bij deze verkoop in 1925 resteert tenslotte nog 9,55 are. Afbeelding 7 In hetzelfde jaar 1911 ziet de omgeving van De Rustende Jager er totaal anders uit als tegenwoordig. Uitgestrekte tuinderijen tussen Dorpsstraat en Bakkum. Tussen de toneelzaal en de doorrijstal zien we een speeltuintje. Libert Eggers was in Halfweg dames- en herenkapper, daarbij verkocht hij rookwaren en staatsloten. De staatsloten verkocht hij soms wel helemaal, soms slechts gedeeltelijk, waarop hij het restant dan maar voor zich zelf hield, tot eind juni 1928 op zo'n lot een prijs viel van 50.000 gulden. Hij ging gelijk naar Amster dam om zijn prijs op te halen en kwam terug met de boodschap aan zijn vrouw dat hij in Castricum een hotel had gekocht en geen „kop" meer knipte.17' Met veel enthousiasme runde Libert de Rustende Jager. Van de eerste veranderingen aan De Rustende Jager door Libert Eggers merken we iets in 1936; dan worden aan de westzijde van de toneelzaal een urinoirgebouwtje bijgebouwd. In datzelf de jaar wordt het grondgebied van „de Rus" verkleind met 11 m2 tengevolge van een verbreding van de Dorpsstraat. Dit grondge bied wordt in 1939 opgesplitst in 2 percelen: het café, hotel groot 7,32 are en de doorrijstal groot 2,12 are. .n&sute Een half jaar later op 7 mei 1926 verkoopt Willem Borst de Rustende Jager voor 26.750 gulden aan Pieter van Egmond, dat moment magazijnmeester en wonende in Castricum.15' De ver gunning tot verkoop van sterke drank komt op naam van zijn vrouw Pietertje Pronk. Door Pieter van Egmond worden weer enige bouwactiviteiten ontplooid. Aan de achtergevel van het toneel aan de buitenkant wordt in 1926 een houten hok ge plaatst om voor toneeluitvoeringen de nodige requisiten op te kunnen bergen. In het voorjaar van 1928 laat hij de kozijnen in de koffiekamer veranderen; de kleine ruitjes in de bovenramen verdwijnen en in het midden van elk kozijn komen grote vier kante ramen. De ingang naar de koffiekamer is aan de Dorpsstraat. Pieter van Egmond heeft niet lang plezier van zijn vernieuwingen, want op 28 juni 1928 verkoopt hij de Rustende Jager inclusief de inventaris voor 47.500 gulden aan Libert Eggers.16' Afbeelding 8 Hier zien we de muziektent, waar Jan Koopman met de muziek vereniging 'Eendracht maakt Macht'speelde. De doorrijstal De doorrijstal hoort in 1939 nog steeds bij De Rustende Jager; de er tegenaan gebouwde rijtuigstal was, zoals hiervoor aange geven, in 1925 in andere handen overgegaan. De doorrijstal is als zodanig niet meer in gebruik. Na de oorlog wordt de stal in drie gedeelten verhuurd; aan de westzijde staat de brandwee rauto, het middengedeelte wordt verhuurd aan Pieter Eikel voor opslag van fietsen en de oostkant wordt in 1948 ingericht tot ijssalon. De rijtuigstal wordt in 1926 door Jacobus de Nijs verkocht aan Matthijs Olgers voor 3000 gulden.18' Olgers heeft een expeditie bedrijf, heeft enkele bussen en exploiteert het strandpaviljoen Armeria. Hij laat de rijtuigstal inrichten tot garage met winke- laanhorigheden en verkoopt het geheel in 1934 voor 3500 gul den aan de één jaar eerder opgerichte N.V. met de welklinkende naam „Maatschappij tot exploitatie van autobusdiensten en toe- ringcarbedrijf „de Zeemeeuw" gevestigd te Wormer met Jaco bus Fontijn als directeur/eigenaar.19' Onder de naam „De Zee meeuw" heeft Fontijn tot aan de tweede wereldoorlog het strandvervoer verzorgd. Eind 1955 koopt Fontijn de doorrijstal erbij met het plan om op het gehele perceel een garage met ser vicestation te bouwen. De doorrijstal was op dat moment voor de helft bezit van Eggers en de andere helft had Eggers reeds in 1938 voor 1500 gulden verkocht aan de Amstelbrouwerij.20' Voor een garagebedrijf wordt op de hoek van de Torenstraat - Dorpsstraat om verkeerstechnische redenen geen toestemming verkregen, waardoor Fontijn het gehele pand in 1956 verkoopt aan de heer A. Tervoort samen met de Benzine en Petroleum Handel Mij N.V. te Amsterdam (B.P).

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1984 | | pagina 7