33 Openbare :;Verkooping, 5 Op 25 juli 1833 verkopen de erfgenamen van Mr, Joachim Nu- hout van der Veen aan Bartholomeus Rommel.7' De Rustende Jager en het bijbehorende land, dat zich uitstrekte tot aan het verlengde van de korte Cieweg. Bij deze verkoop hoort ook een stal en erf aan de overkant van de herberg. De situering van de herberg met bijbehorende landerijen is aangegeven in de schets. In de acte van 1833 wordt het als volgt omschreven: Kadasternummer: 1 B 368: 369: 370: 371: 364: 393: 394: een huis zijnde ingericht tot eene herberg, erf en stal, het erf een tuin een stukje bouwland een stukje weiland een tuin een tuin een stal en erf groot 7 are groot groot groot groot groot groot 15,10 6,40 21,60 5,70 2,80 3,20 are are are are are are nr^ZZZ l --Dorpsstraat kerk De Ruslende Jager en bijbehorende percelen in 1833. Het geheel wordt verkocht voor 3800 gulden. Na Schneiders, die het pand voor 3 jaar heeft gehuurd, wordt Johannes Frede- rik Rommel logementhouder en kastelein. Na het overlijden van zijn vader in 1846 erft hij als enig zoon het bezit van De Rusten de Jager. Johannes is naast logementhouder ook brievendistributeur. De herberg speelt een belangrijke rol in de postverzorging. De post koets loopt van Haarlem naar Alkmaar; bij de herberg worden de paarden verzorgd in de doorrijstal en worden de brieven af gegeven, die door Rommel verder worden bezorgd. In 1847 wordt hij daarom ook houder van het distributiekantoor en brie vengaarder genoemd. Johannes is ook op andere terreinen ac tief; hij heeft ook een verhuur van paarden en rijtuigen. Van zijn vader heeft Johannes Frederik Rommel een aantal hui zen en zeer veel land in Castricum en in de omliggende ge meenten geërfd. Vanaf ca. 1850 verhuurt hij De Rustende Jager en komen we hem tegen als landeigenaar, veehouder en land bouwer. Huurder is Pieter de Weijer, die met zijn 4 kinderen, een stalknecht, een dienstbode en een boerenknecht in De Rustende Jager gaat wonen. Na zijn overlijden in 1859 wordt zijn zoon Jan de Weijer de loge menthouder, die de herberg tot de zomer 1872 zal huren. Inmid dels is de herberg in andere handen overgegaan. Op 30 novem ber 1871 verkoopt Johannes Frederik Rommel De Rustende Ja ger met een gedeelte van de bijbehorende percelen land voor 6340 gulden aan Arie Noë. wonende te Heiloo en zonder beroep.*' wegen s*b t erfgTe v a 1 ,'vte KASTRIKUM in dè na te melden herberg,' opi Dinsdag', 9 ,Pebruari^l886,:j des :'üroormiddag8 te 11 uren,- ten overstaan "van [deiij te Alkmaar gevestigdèn Notaris v- .f 'f J. VAM LEEUWEM Az., -•A'nV-; .'i van: .4;; V Dé van oads bekendegunstig ter. nering staande HERUEIIG ,DE RUSTEN DE JAGER",, to Kastrikum met ruimen UoorrUdslal, afzonder lijken Paardenstal en Wagenhuis en groo- ten Tuin. ;.i Inmiddels alt de hand te koop. Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij den be-'; wouer j den heer J. KONING KARS en ten kantore van dén Notaris VAN-LEEUWEN voornoemd.*'-' Bij de verkoping zijn begrepen de stal en erf aan de overzijde van de Dorpsstraat (B 394), de herberg en doorrijstal (B 368), de tuin (B 369) en het stukje bouwland langs de weg, die nu To renstraat wordt genoemd (B 370). De laatste 3 percelen worden samengevoegd tot de percelen B 1240 en B 1241 (zie schets). Op de scheiding van deze twee percelen liep een greppel en stond een pedestal met vaas, die bij de verkoping door Arie Noë voor f 20,- moest worden overgenomen. Een andere voorwaarde bij de verkoop was dat de bewoners van twee naastliggende huizen te allen tijde gratis water uit de pomp in de inrijstal mochten halen. In mei 1872 wordt Jan Koning Kars de kastelein van De Rusten de Jager; hij is gehuwd met Jannetje Noë, dochter van Arie Noë, de eigenaar. Jan Koning Kars richt in 1882 de sociëteit „Ons Ge noegen" op, het is een samenkomst op elke dinsdagavond van een aantal notabele Castricummers. In december 1885 overlijdt Arie Noë. Op 9 februari 1886 wordt De Rustende Jager in het openbaar verkocht. Een openbare ver koping van „de Rus" zelf is een bijzonderheid; dit is nog niet eerder gebeurd. Terwijl alle openbare verkopingen van huizen en land in Castricum sinds mensenheugenis in de Rus werden gehouden. Daarnaast genoot zij in de wijde omgeving bekend heid om de jaarlijkse houtveilingen, de veilingen van staand grasgewas, de openbare verpachting van land etc. De verkoop omvat nu de herberg met doorrijstal (perceel 1241) groot 16,20 are en aan de overzijde van de Dorpsstraat de paar denstal met wagenhuis en erf (perceel 1242, eerder 394). Het ge heel wordt gekocht voor 3310 gulden door Jan Koopman.9' Deze Jan Koopman was reeds in 1880 als wagenmaker in Castricum komen wonen. Vanaf 1886 is hij herbergier van De Rustende Ja ger, maar blijft daarnaast zijn oude beroep van wagenmaker uitoefenen. Het grondgebied van de Rustende Jager in 1872.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1984 | | pagina 5