Dat Jan Glorie en zijn zoon Klaas tot de rijksten van Castricum
behoren bewijst een in 1810 aangelegde lijst van de 10 hoogst
aangeslagenen in de belasting, waarbij zij voor Castricum op
resp. de 2e en de 7e plaats komen. Klaas krijgt meerdere kinde
ren. Zijn zoons Frans en Cornelis zullen het geslacht Glorie ver
der voortzetten; Frans via zijn zoons Klaas en Wulbert met voor
al nakomelingen in Castricum, Heemskerk en Limmen, Cornelis
via zijn zoons Jan, Jacob, Wulbert en Jan met vooral de nako
melingen in Limmen, de Egmonden, Bergen en de Verenigde
Staten.
Dat we de familie Glorie als een Castricumse familie kenmerken
is vanwege het feit dat vanaf de stamvader Claas Glorie meerde
re generaties uitsluitend in Castricum woonden en dat zelfs bij
de laatst gepubliceerde volkstelling (1947) in Castricum de
meeste mensen met de naam Glorie wonen: t.w. 42 personen,
vervolgens komt op de 2e plaats Limmen met 29 Glorie's, Ber
gen met 18, Heemskerk met 15, Egmond Binnen met 14, Bever
wijk en Schoorl elk met 8, Heiloo met 6, Akersloot met 5 en
Amsterdam met 3 personen, die de naam Glorie dragen. In Ne
derland vinden we buiten Noord Holland alleen nog in Gelder
land 2 Glorie's.
In datzelfde jaar (1947) komt in Nederland 1 persoon voor met
de naam Gloria en in Noord Brabant vinden we tenslotte nog 25
mensen met de naam Glorius.
De naam Glorie
Zoals in het voorgaande reeds vermeld gaat de familie Glorie
rechtstreeks terug op Claas Jansz Glorie, die omstreeks 1720 ge
boren moet zijn. Hij komt niet in Castricum in de doopboeken
voor en het is onbekend waar hij geboren is. Bij zijn huwelijk
woont hij reeds in Castricum. Ook in oudere boekwerken of ac-
ten komen we in Castricum de naam Glorie niet tegen. De vader
van Claas heet in ieder geval Jan Glorie.
In deze periode komt de naam Glorie in de omgeving ook nau
welijks voor. De allereerste vermelding in Alkmaar vinden we in
het jaar 1694 waar ene Jan Glorie en zijn vrouw Franchoijse
Verstraeten (ook wel Francijntje Akermaakster genoemd), beide
wonende buiten de Kennemerspoort in Alkmaar hun testament
maken. Dit gebeurt eveneens in 1706 bij het 2e huwelijk van Jan
Glorie met Maria Albregt. In dit testament worden de broers Vic-
tor Glory en Michiel Glory genoemd. De schrijfwijze van de
naam Glorie en Glory wordt in deze periode nog door elkaar ge
bruikt. Deze Jan Glorie trouwt nog voor de 3e keer met Johan-
na de Groot, is in 1713 in Alkmaar overleden en in Egmond Bin
nen begraven.
In 1689 wordt in een notariële acte genoemd ene Jan Jansz Glo
rie, wonende in Berkhout en in 1740 vinden we evenzo ene
Krijn Jansz Glorie wonende in Opmeer. In Amsterdam komen
we omstreeks 1720 een Pieter Glory en een Jan Glory tegen.
Ook worden er in de kerkboeken van Amsterdam enkele perso
nen gevonden in deze periode met een enigszins gelijkende
naam t.w. Gl'oory, Gloria, Glorieus en Gloribus. Ook in Almaar
komt in die tijd de naam Gloribus voor.
Van deze verspreide Glorie's is er in 1811 geen nabestaanden
meer overgebleven. Op een lijst van mannelijke hoofdbewoners
aangelegd in 1811 (Registre Civique) komen we namelijk in
Noord Holland nog als enige Glorie's de Castricummers Jan Glo
rie en zijn zoon Klaas tegen.
Naast de Castricumse familie Glorie bestaat er ook een zeer uit
gebreide familie Glorie in België. Deze familie woont voorname
lijk in Vlaanderen en is terug te voeren tot ene Judocus Glorie
en Petrus Glorie, die omstreeks 1640 geboren zijn en wonen in
Godewaersvelde in Frans Vlaanderen zij waren landbouwers op
de helling van de Katsberg.
De naam Glorie kan door meerdere personen zijn aangenomen,
omdat dit woord een bekende, ook wei een religieuze betekenis
had. Strikt genomen is "Glorie" de letterlijke aanduiding van de
heerlijkheid van God. Daarnaast betekent het roem of eer in het
normale taalgebruik.
Stamboom
In het bijgevoegde schema is de stamboom van de familie Glorie
weergegeven; onder de toegevoegde nummers zijn de gezinnen
verder uitgewerkt. Voor de duidelijkheid van het schema zijn al
leen de gehuwde mannelijke naamgenoten opgenomen.
EERSTE GESLACHT
I 1 Claas Jansz Glorie geboren omstreeks 1720, plaats onbe
kend, is veehouder, landbouwer en lid van het gemeente
bestuur. Hij heeft o.a. een boerderij aan de Brakersweg
(zie uitvoeriger beschrijving in het voorgaande). Hij is in
Castricum overleden op 8 mei 1787, gehuwd eveneens te
Castricum op 14 januari 1742 met Antje Baartsdr IJpe-
laan, gedoopt te Castricum op 11 januari 1722 en aldaar
overleden op 6 januari 1748, dochter van Baert Alberse
IJpelaan en Trijntje Crelis Lants.
Kinderen;
1 Trijntje geb. te Castricum op 3 september
1743, overleden aldaar op 29 juli
1768.
2 Baart geb. te Castricum in 1744, overle
den aldaar op 27 december 1744.
3 Jan geb. te Castricum op 1 maart 1746,
gehuwd met Aagje Cornelisdr. van
der Laan en met Aagje Kraakman
zie 11,2
TWEEDE GESLACHT
II 2 Jan Glorie, zoon van 1, geb. te Castricum op 1 maart
1746, was veehouder en lid van het gemeentebestuur. Hij
had vele bezittingen en woonde in de Oosterbuurt, al
waar hij op 17 oktober 1813 is overleden. Hij trouwde
voor de le keer met Aagje Cornelisdr. van der Laan, ge
doopt te Limmen op 23 maart 1753 en overleden te
Castricum op 27 juni 1782, dochter van Cornelis van der
Laan en Antie Hogebreg. Jan trouwde voor de 2e keer te
Castricum op 29 april 1783 met Aagje Kraakman, ge
doopt te Limmen op 17 november 1760, overleden aldaar
op 22 februari 1846, dochter van Jacob Gerritsz Kraak
man en Antie Japiks.
Kinderen uit het eerste huwelijk:
1 Klaas geb. te Castricum op 14 februari
1777, gehuwd met Antje Nanne
zie 111,3
2 Pieter geb. begin 1778, overleden te Castri
cum op 14 februari 1778.
3 Cornelis geb. begin 1779, overleden te Castri
cum op 24 mei 1779.
4 Cornelis geb. in 1780/1781, overleden te
Castricum op 23 oktober 1781.
32