De Castricumse familie Glorie Evenals voorgaande jaren wordt ook dit keer in het jaarboekje een uitgesproken Castricumse familie in de schijnwerpers gezet. De keuze is gevallen op de familie Glorie. De oudste ons beken de stamvader van deze familie is ene Claas Jansz Glorie, die in 1742 trouwt met de Castricumse Antje Baartsdr IJpelaan. Claas Glorie zal omstreeks 1720 geboren zijn; in de doopboeken van Castricum komt hij niet voor, dus zal hij elders geboren zijn. In deze periode zijn de gegevens nog zeer spaarzaam. Claas is vee houder en landbouwer. Op 27 febr. 1742 koopt hij een boerderij met een stuk land gelegen op het Noordend; in 1759 wordt voor Schout en Schepenen gelast, dat Claas Jansz Glorie zijn molen geld betaalt aan de molenmeester van de Castricumse watermo len betreffende 8 morgen en 565 roeden land (ruim 8 ha). In 1769 wordt Claas in een acte genoemd bij de verkoop van vet- zaad. Claas Glorie woont bij zijn huwelijk reeds in Castricum; bruid en bruidegom zijn niet onbemiddeld, omdat zij het hoogste bedrag aan impost (belasting) op het trouwen moeten betalen. Dit bedrag groot 12 gulden moet slechts door zeer wei nigen worden betaald (meestal pro deo of 3 gulden). Claas heeft als lid van het gemeentebestuur van Castricum in 1771 en 1782 de functie van armmeester bekleed; In 1772, 1773, 1777 en 1786 wordt hij genoemd als schepen (wethouder) en in 1786 is hij ook kerkmeester in de R.K. kerk. Kenmerkend voor een aantal opeenvolgende generaties van de familie Glorie is de belangrij ke plaats, die zij innemen in de gemeentelijke politiek en de uit gebreide bezittingen aan land en boerderijen in de Oosterbuurt. Claas Glorie heeft slechts één zoon, Jan geheten, die het geslacht zal voortzetten. Deze Jan Glorie wordt in 1764 gebo ren; hij trouwt omstreeks 1775 met Aagje van der Laan, die reeds op 29 jarige leeftijd overlijdt. In 1783 hertrouwt Jan met de veel jongere en uit Limmen afkomstige Aagje Kraakman. De ze Aagje is niet onbemiddeld, zij heeft in 1781 een boerderij en 30 morgen land in de Schermer gekocht. Voorzitter van het gemeentebestuur Jan Glorie wordt in maart 1792 tot schepen gekozen. Het ge meentebestuur van Castricum wordt dan gevormd door schout en 5 schepenen. Na de intrede van de Bataafse Republiek in 1795 krijgt het gemeentebestuur een meer democratisch karak ter. Het gemeentebestuur bestaat volgens het nieuwe reglement van 1802 uit 3 burgers. In deze nieuwe bestuursvorm worden in november 1803 gekozen Harmanus Beugeling, Pieter Duine- veldt en Jan Glorie. Kennelijk is deze nieuwe opzet nog niet po pulair. Harmanus Beugeling bedankt vanwege zijn lichamelijke gesteldheid en vanwege het feit dat hij als meester-timmerman te veel afhangt van de burgers van Castricum. Pieter Duineveldt en Jan Glorie willen ook bedanken vanwege het feit, dat zij reeds sinds 1792 in functie zijn geweest. De schout verzoekt hen om zolang aan te blijven. Dit nieuwe bestuur kiest uit de drie leden een president (voorzit- ter);een functie, die veelal door Jan Glorie wordt bekleed. Als zodanig wordt hij namens Castricum ook benoemd op 18 juni 1804 tot hoofdingeland voor de Duincavel (een bestuurlijke een heid van een aantal duingemeenten betreffende dijk - en wa terstaatzaken). Naast het gemeentebestuur functioneert te Castricum de civiele Rechtbank, die werd gevormd door de schout en 5 schepenen, waarbij de 3 leden van het gemeente bestuur ook 3 van de 5 schepenplaatsen innemen. Jan Glorie is kennelijk teruggekomen op zijn wens om voor zijn functie in het gemeentebestuur te bedanken, omdat hij op 6 febr. 1805 op nieuw wordtt benoemd als lid van het gemeentebestuur en schepen in de rechtbank. In het vernieuwde reglement van 1814 is het 3 leden tellende gemeentebestuur en de civiele rechtbank samengevoegd tot een nieuw bestuur bestaande uit een schout, dan vervolgens burgemeester geheten en uit raadsleden. Jan Glorie heeft van zeer nabij de slag bij Castricum meegemaakt. De oorlog die in het jaar 1799 in Noord Holland werd gevoerd tussen enerzijds de Engelsen en Russen en anderzijds de Fran sen en Bataven, was de meest wrede strijd, die ooit op Noord hollands grondgebied is uitgevochten. De oorlog werd definitief beslist op 6 okt. 1799 in een strijd rond ons dorp, waardoor dit gebeuren als "de slag bij Castricum" de geschiedenis is inge gaan. In Castricum was de schade enorm, vele huizen waren verbrand of na het aflopen van de strijd leeggeplunderd. Hier van heeft toendertijd pastoor Bommer een ooggetuige verslag opgetekend. Hij schrijft o.a. letterlijk: "Tot 's middags den 8 octo- ber hebben ze (de Fransen) in die tijd niet anders gedaan als ver nielen, roven en beesten slachten. Om dien tijd wierd er alarm geblazen en moesten allen vertrekken om de Engelschen en Russen te vervolgen. Bij dit alarmblazen heeft Jan Glorie nog twee koebeesten behouden, die de Franschen al gehaald had den om ze te slachten en Jan Glorie heeft zich zo dapper verde digd in zijn huis tegen de Fransche rovers, dat ze met al hun ge weld in twee van zijn kamers niet hebben kunnen komen". Afbeelding 1 De meest fraaie boerderij aan de Breedeweg (nr72). 29

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1984 | | pagina 29