Na in gebruik name van het nieuwe bankgebouw en de sloop van het oude gebouw konden in mei 1980 steekproeven geno men worden op dit naastgelegen kaalslagterrein. De onder grond bleek erg verstoord en verder onderzoek leek weinig zin vol. Desalniettemin kon ook hier middels scherfsplinters bewo ning van rond de jaartelling vastgesteld worden. Ook voor Castricums grondgebied geldt dat het bijna zeker is dat er een onderbreking in bewoning is geweest. In de periode van de 4e t.e.m. de 6e eeuw lijkt de bevolking uit het westen weggetrokken te zijn. Nederzettingen uit die periode blijken in onze streek niet voor te komen. In de 8e - 9e eeuw vond in ieder geval weer bewoning op Castricums grondgebied plaats. Vondsten tussen de Soomerwegh en de Willem de Rijkelaan ge tuigen hiervan (zie het zesde jaarboekje). Aangezien bij het pro- jekt "De Rustende Jager" onze aandacht zich vooral op de vroegste bewoningsperiode toespitste is het niet goed mogelijk een beeld te schetsen van het verdere verloop van de bewo- ningsgeschiedenis in de dorpskom. Slechts middels een Pingsdorf-scherfje kunnen we hier weer enige bewoningsaktivi- teiten veronderstellen in de 10e of 11e eeuw. Dan neemt ook de bouwgeschiedenis van de oude St. Pancratiuskerk een aanvang (zie eerste jaarboekje). Bewoningssporen uit de 13e - 15e eeuw werden aangetroffen in plan Noord-end (zie het derde jaarboek je). Voor het overige kan volstaan worden met de opmerking dat over de jongste geschiedenis, dus ook over "De Rustende Jager", de geschreven bronnen e.d. de taak van de archeologie overne men. Velen van ons zijn getuigen geweest van hoe "De Rusten de Jager" de geschiedenis is ingegaan. Dit lot heeft ons echter wel in staat gesteld een blik te werpen op de vroegste bewo ningsperiode van de Castricumse dorpskom. Vandaar "van ne derzetting tot bankgebouw". E.Mooij H.M.Vermanen Geraadpleegde literatuur Klok, Drs. R.H.J., Mooij, E., Calkoen, H.J., Helderman, E.J., Bloemers, J.H.F. e.a. Renaud, J.G.N., Diverse medewerkers, Wijnman, H.F., Bangert, A., Brongers, G.A., Helbers, G.C. en Goedewagen, D.A.. Laansma, S., Friederich, F.H.W., de Boer, G., Hertel, G., Archeologie en monument, Onderzoek en amateur, blz. 24 e.v., Fibula-van Dishoeck, Bussum 1969. Verslag van opgravingen aan de Cie- weg in plan Molendijk de periode van 20 sept. 1969 t.e.m. april 1970, afb. 20, 24 en 23. Een inheemse nederzetting bij 'Scho nenberg onder Velsen, Westerheem XX-5-6-1971, blz. 305 en 309. Enige resultaten van vijftien jaar ar cheologisch onderzoek in de 7-jon ctrpplz Westerheem XX-1-1971, blz. 81 en 82. Verleden land, Archeologische op gravingen in Nederland, blz. 70, 124 Meulenhof Informatief, Amsterdam. Middeleeuwse ceramiek A.W.N. monografie no.3, blz. 19 t.e.m. 21. Opgravingen in Amsterdam, Amster dam 1977, Fibula-van Dishoeck, Haarlem, blz. 368 e.v. Een Nijmeegse afvalkuil Westerheem XXXI1-4-1983, vanaf blz. 228 Glaswerk, Moussault's Uitgeverij, Bussum, blz. 22 en 23. Pijpen en Tabak Goudse pijpen Alfabetische verbetering van merk- boeken, pijpmakers en pijpmerken van 1724-1865. Pijpelogie, A.W.N. monografie. '75 jaar Bert Muller', G. de Boer, Nieuwkoop. 100 Jahre Bauscher. 100 Jahre Hotel-porzellan, Porzellanfabrik Gebr. Bauscher Wei den 1980. 22

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1984 | | pagina 22