eens af. De kapotte exemplaren werden ter plekke weggewor pen en zo kan het voorkomen dat op bepaalde plaatsen vele pij- pekopjes uit verschillende tijden gevonden kunnen worden. Dit alles gold dus ook voor het terrein van "De Rustende Jager". Om ons verder tot de gevonden pijpjes te bepalen; een aantal heeft het merk van zijn maker meegekregen, hielmerk genoemd. Zo is het vaak mogelijk om achter de naam van de betreffende pij penmaker te komen. Het is echter niet de bedoeling om ze alle maal te beschrijven. Een paar voorbeelden zullen genoemd wor den, zoals de twee exemplaren met het merk "de gekroonde VH" (zie afb.8). Afbeelding 8 Twee hielmerken. Dit merk behoorde toe aan pijpenmaker Mathijs v.d. Helm te Gou da, sinds 18 juli 1737. Naast letter-merken bestaan er ook cijfer- merken, zoals het oudst bekende merk "de gekroonde 2". Dit merk werds in 1679 ingeschreven op naam van pijpenmaker J.v.Baaien en was al eerder in het bezit van zijn vader, die het merk echter niet had ingeschreven. Dat Gouda een groot deel, zo niet het grootste deel, van de pijpenproduktie had, is bekend. Maar andere steden deden daar ook aan mee, Zoals Amsterdam en Haarlem. Het volgende merk zegt ons hier iets over. Het is "de gekroonde 1P" uit Amsterdam (zie afb.8). De bezitter van dit merk was een Engelse pijpenmaker, zoals er zovelen in Holland waren (de Engelsen hebben ons het ambacht van pijpen maken geleerd). Zijn naam was John Plumper; hij stond in 1625 te Amsterdam ingeschreven. Dat deze man niet de enige Engelse pijpenmaker was blijkt wel uit het feit dat er tussen 1610 en 1630 34 Engelse pijpenmakers in Amsterdam trouwden en dat niet al leen daar, in Haarlem was het al niet anders. Zo zien we dat óók pijpekopjes, die we wel als kind verzamelen, zo hun eigen ge- scheidenis hebben. De bodem bevatte ook materiaal, waarmee het verleden van "De Rustende Jager" meer tastbaar werd. Gebroken serviesgoed met in jagersgroen de afbeelding van een rustende jager, geflankeerd met de aanduiding; "Hotel de Rustende Jager" en met het on derschrift "Castricum", roept daarbij een gevoel van weemoed op.(zie afb. 10) Afbeelding 9 Een verzameling pijpekoppen. Het oudst zijn de kleine pijpekop- pen met de tamelijk dikke stelen. Later werden de pijpekoppen groter en de stelen dunner gefabriceerd en het geheel gladder afgewerkt. 20

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1984 | | pagina 20