afbeelding 6
IJzeren sleutel uit de 16e -of 17e eeuw en een loden voorwerpje.
Het fragmentje is wel erg klein om te kunnen vaststellen waar
toe het behoord heeft, maar het is goed mogelijk dat het afkomstig
is van een hoog glas of een pasglas. De maten worden daarbij
aangegeven door de glasdraadringen. Een voorloper van de maat
beker dus (zie afbeelding 7).
Vermeldenswaard zijn eveneens de gevonden klei- of kalkpijp-
jes. Het totaal aantal gevonden exemplaren bedraagt 45 stuks,
min of meer toevals-vondsten. Dit aantal had op deze lokatie ho
ger kunnen zijn als gericht onderzoek had plaatsgevonden en
de bovenlaag niet ruw verwijderd was, want daarin konden de
ze vondsten het meest verwacht worden. Opvallend is dat de
gevonden pijpjes een tijdsperiode vertegenwoordigen van het be
gin van de 17e eeuw tot en met de 20e eeuw. Vaak worden pij-
pekopjes gevonden op plaatsen die golden als ontmoetingsplaat
sen. Ieder dorp of stad heeft wel zo'n aanwijsbare plek; dat kan
ook een bestaande herberg of uitspanning zijn. De klei-of kalk-
pijpjes waren nogal kwetsbaar, vooral de stelen braken nogal
Verschillende publikaties geven aan dat dit type aardewerk van
de 2e eeuw vóór Christus tot en met de le eeuw na Christus in
omloop is geweest. Dit gegeven is opmerkelijk omdat hieruit ge-
konkludeerd zou kunnen worden dat onze archeologische waar
nemingen bewoning betreft uit de overgangsperiode van de La
te Ijzertijd naar de Romeinse tijd. Het ontbreken van aardewerk
typen kenmerkend voor de Late Ijzertijd zou hiertoe eveneens
een aanwijzing kunnen zijn. Romeins import-aardewerk werd niet
aangetroffen. Het was er niet, of we zijn het niet tegengekomen
vanwege de beperkte omvang van onze archeologische
waarnemingen.
Als vertegenwoordiger van latere bewoningsaktiviteiten geldt een
klein Pingsdorf-scherfje. De aanvangsperiode van het Pingsdorf-
aardewerk wordt gedacht in de 10e eeuw en loopt door tot in
de 13e eeuw.
Afbeelding 5
Streepband-aardewerk
0 £3 11
iiniinn
linjim ini|iiii|iiii|inT|ini|iTiïjnii|mi|iTïïj
Aanvankelijk werd dit aardewerk geproduceerd in het Duitse
Rijnland, maar ontstonden er ook productiecentra in Nederland.
Als voorbeeld geldt Schinveld-Brunsum.
Een vondst van geheel andere aard is een 9 cm lange ijzeren
sleutel. De steel is massief en de greep niervormig. Aan de hand
van vergelijkbare vondsten elders, zou de sleutel te dateren zijn
in de 16e - of 17e eeuw (afb. 6).
Over het loden voorwerpje bestaat minder duidelijkheid. Met een
diameter van 2- 2,4 cm is het enigszins ovaal van vorm. De hoogte
is 0,8 cm. De onderzijde is vlak, de bovenzijde loopt naar het
midden af. De funktie is onbekend. Het is zeker geen gewichtje
geweest. Lood slijt te snel af en de onderzijde vertoont ook geen
slijtsporen (zie afb. 6).
Slechts 3,5 cm lang en 2,5 cm breed is een glasfragmentje, maar
de moeite waard om het te noemen. Het is een sierlijk en gebo
gen fragmentje van helder glas, nauwelijks 1 mm dik en aan de
buitenzijde versierd met een opgelegde, gekartelde, lichtblauwe
glasdraad met een haardunne, rode kern. Deze versieringstech
niek werd vrij veel in de 16e en 17e eeuw toegepast.
i
Afbeelding 7
Glasfragmentje met glasdraadversiering.
19