De plunderende geuzentroepen onder leiding van Sonoy ver
nietigen in onze streek vele kerken waarbij ook de abdij van
Egmond verwoest wordt.
In Midden-Kennemerland krijgt de hervorming weinig kans, de
bevolking houdt zich afzijdig van de nieuwe leer, zelfs ondanks
het toetreden van de Castricumse pastoor Andreas Dirckszoon
tot de nieuwe kerk; hij wordt in 1570 nagevolgd door pastoor
Joannes Pieterszoon zoon van de Heemskerkse koster die
eveneens de nieuwe leer aanhangt.
Dat het ook in onze omgeving een roerige periode is, blijkt uit
een schrijven, dat in 1574 wordt verstuurd door de toenmalige
pastoor van Castricum Michiel van Riemsdijk, die afgesneden
van zijn parochie verblijf houdt te Beverwijk.
Hij vraagt aan de magistratuur, welke in Alkmaar is gevestigd,
clementie met de arme bevolking: "die alom gevlucht en ver
strooit zijn, niet en mogen zaeijen en maeijen en van armoede,
honger en kommer vergaan".
In 1577 valt Haarlem in handen van de geuzen, waarmede aan
de strijd in ons gewest grotendeels een einde komt.
De nieuwe leer wordt tot staatskerk verheven, waarbij bijeen
komsten van Rooms-Katholieken worden verboden en de ge
lovigen worden vervolgd.
Ook de baljuw en schouten van Kennemerland vaardigen een
verbod uit op bijeenkomsten van Rooms-Katholieken in ker
ken, huizen, op schepen en in het vrije veld.
De oude Pancratiuskerk sinds vele eeuwen de parochiekerk
wordt een verboden plaats voor de katholieken en wordt
overgedragen aan de nieuwe leer.
De schuilkerk
De Castricumse bevolking blijft trouw aan de oude religie,
maar komt zonder bedehuis.
Bijeenkomsten worden in de eerste periode na de reformatie in
het geheim ten huize van de gelovigen gehouden.
Aanvankelijk fungeren rondreizende priesters als zieleherders,
die zich overwegend schuilhouden in de grote steden.
In Uitgeest worden in 1620 twee naast elkaar staande boeren
woningen tot kerk ingericht en van hieruit worden ook de dor
pen Castricum en Heemskerk bediend.
Daarna komt een periode, dat vanuit de huiskapellen van de
Heemskerkse kastelen Assumburg en Marquette de Castricum
se kerk bediend wordt.
afb. 2
Plaats van de schuilkerk aan de Breedeweg (detailkaart uit ca.
1830). Naast en ten noorden van de tegenwoordige boerderij
Spaansen (huisnr. 72)
(collectie Werkgroep Oud Castricum)
afb.3
de kostbare zwaar verzilverde monstrans uit 1656, vervaardigd
door Michiel Esselbeeck uit Augsburg. Het kunstwerk is in de
jaren 1979-1980 op tentoonstellingen geweest in het Rijksmuseum
te Amsterdam, Museum te Toledo en Boston.
(foto Rijksmuseum, Amsterdam, collectie archief Pancratius-
parochie).
Natuurlijk blijven deze activiteiten niet onopgemerkt en het
komt van tijd tot tijd dan ook tot schermutselingen met de
andersdenkenden.
Zo schrijft in 1635 de predikant van Akersloot een brief aan de
hoven van Holland over "die paepen die bouwden en timmer
den nieuwe predickhuijsen" en zij worden van "sulcke onver-
saechthijt in het vieren van missen en openbare bedevaerten".
4