Deze scherf werd op de putbodem op een schelplaag aangetroffen. De schelplaag moet bewust zijn aangebracht, vermoedelijk om het verzanden van de put tegen te gaan. De insteek rondom de put was erg duidelijk en ongeveer 65 cm van de putwanden verwijderd. De insteek werd vooral duidelijk gemarkeerd door de zorvuldige opstapeling van „veenachtige" zoden rondom de put. De zoden lagen gekeerd, hetgeen te konkluderen viel uit de vegetatieranden. De onderzijde van de zode is het donkerst en wordt naar boven toe lichter van kleur en zandiger. Een scherpe aftekening wordt vervolgens verkre gen door de volgende gekeerde zode. (afb. 9) Enkele enthousiastelingen hebben nog een poging gedaan om de put in z'n totaliteit te bergen. Dit was geen gemakkelijk karwei om dat het houtwerk „boterzacht" was. Bij hun bergingspoging gingen zij geheel af op hun eigen vindingrijk heid. Rond de putkonstruktie werd een bekisting gemaakt welke volgegoten werd met gips, met de bedoeling de put na droging te ontmantelen. Middels gemeentelijk transport werd de put naar een opslagplaats gebracht. Lange tijd daarna werd uiteindelijk met de ontmanteling begonnen, welke niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd. Slechts enkele delen bleken de moeite van het bewaren waard. Hierbij is een stuk van ongeveer 40 cm lengte, 5.5 cm breed en 5 cm hoog met vier gaten van ongeveer 2 cm waarin nog de resten van houten nagels zitten. Dit stuk hout is dus eerder voor andere doeleinden gebruikt, (eg Put 4 Op 4 oktober werd de vierde put ontdekt. Deze put bevond zich in de vijveruitgraving, dicht bij de hutteleem concentratie en moest snel worden onderzocht, (lok. 9) De zandauto's reden af en aan en de put lag in de route. De opzichter van het graafwerk gaf ons de gelegenheid een snelle verkenning te doen. De put bleek anders opgebouwd te zijn dan de vorige. Het was een waterput waarvan de putwand slechts bestond uit gestapelde zoden op een houten raamwerk. afb. 9 De houten waterput met de zorgvuldige stapeling van gekeerde zoden. afb. 10 Schedeldak en verzwaringssteen met een "T"-vormig merkteken. De bovenzijde van de put lag op 1.15 meter -NAP, waarbij het niet onwaarschijnlijk is dat al een gedeelte door de graafwerkzaamheden verloren was gegaan. De zodenstapeling was nogal onzorgvuldig, zodat we de indruk kregen met een ruw bouwwerk te maken te hebben. De putmond kan niet meer dan 40-50 cm zijn geweest. Het raamwerk was gemaakt van hout, dat duidelijk de sporen droeg van eerder gebruik voor andere doeleinden. De breedte van de raamdelen variëerend van 12-18 cm en de binnenmaten van de konstruktie waren 75 x 82 cm. De onderkant van het raamwerk lag op 1.70 meter -NAP. Een graafmachine had het raamwerk beschadigd waardoor dit niet meer kompleet was. De inhoud van de put was rijker dan bij de vorige putten. Er werden verscheidene kogelpot-scherven gevonden als ook bouwpuin (hutteleem) en faunaresten w.o. een hondeschedel. Enkele stukjes bot vertoonden verbrandingssporen. Het meest opzienbare was wel het tevoorschijn komen van menselijke schedelfragmenten. Een andere vondst was een gave verzwa ringssteen met een duidelijk merkteken, (afb. 10) Put 5 Put 5 bleek een heel bijzondere konstruktie te zijn en kan een variant genoemd worden van de putten drie en vier. In het horizontale vlak was heel duidelijk de aftekening te zien van geroerde grond waarbinnen de vijfde waterput kon worden verwacht. Deze put bevond zich in de opgaande kant van de vijver uitgraving (lok 10) en was slechts 2 meter van put drie verwijderd. Na het afvlakken van één zijde kregen we een prachtige aanblik van de put en de plaggen- of zodenstruktuur. (afb. 11 en 12) Na verder onderzoek bleek dat deze put toch gekompliceerder van opbouw was dan put drie. Om een indruk te verkrijgen van de grootte en de vondstomstandigheden is het noemen van enkele maten nodig. De basis van de put bestond uit een houten raamwerk. Dit raamwerk bevond zich op een diepte van ongeveer 2.54 meter. Hierop waren tot een hoogte van 50 cm zoden gestapeld. Op de putbodem, binnen de zodenstapeling werd een 27 cm dikke schelplaag aangetroffen. Boven de zodenstapeling was weer een liggend raamwerk aangebracht. 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1983 | | pagina 19