Het schervenmateriaal bestaat hier uit vroege kogelpot- en Badorfaardewerk. Het merendeel van het kogelpotaardewerk is met schelp- of granietgruis gemagerd en is grof van structuur. Andere fragmenten vertonen roodachtige stipjes. Mogelijk dat hier voor magering gebruik gemaakt is van gemalen aardewerk. Dit aardewerk is ook fijner van kwaliteit. De hardheid van al dit kogelpotmateriaal is verschillend en de vormverscheiden heid van de randen nogal groot. Er werden geen kogelpotran- den aangetroffen met de z.g.n. dekselgeul. Wel werden enkele potranden gevonden die onder de rand een vingerindruk vertonen. Fragmentarisch zijn hier de vondsten van het Badorf-aardewerk. Sommige scherven bevatten de bekende radstempelversiering. Tot de fraaie vondsten behoren een randfragment van een tuitpot en een bijna komplete potrand met een diameter van 11 cm. Kogelpotvondst In de laatste week van september werd een concentratie kogelpotscherven aangetroffen langs de W. de Rijkelaan, halverwege het gedeelte tussen de Juliana van Stolbergschool en de Hendrik Casimirstraat (lok. 4). Deze scherven concentra tie bevond zich ongeveer 4 meter naast de weg. De scherven werden aan elkaar gelijmd, waarna de kogelpot bij de ROB verder is gekompleteerd (afb. 5). Het resultaat is een dun- wandige kogelpot, rood/zwart van kleur en met een vinger indruk onder de rand. De totale hoogte bedraagt 20 cm. afb. 5 De zorgvuldig gerestaureerde kogelpot. afb. 6 De drie zuiltjes, bestaande uit hutteleem. De hutteleemconcentratie Op woensdag 29 september werd op 80 cm onder het maaiveld wederom een donkergrijze grondverkleuring waargenomen, welke zich bevond op de begrenzing van de uitgraving van de vijverpartij aan de oostzijde welke gedeeltelijk schuil ging onder de opstaande kant. (lok 5) De randen van deze rechthoekige donkergrijze verkleuring waren enigszins afgerond en het geheel tekende zich duidelijk af in het lichtere zand. Ook in de omgeving werden kleinere grondverkleuringen waargenomen. Bij het vlakschaven van het profiel stuitten we voortdurend op brokken hutteleem. Na het vlakken van het horizontale profiel gingen we er toe over om de grond rond de puinconcentratie te verwijderen. Ook in de uitgeworpen grond kwamen brokken hutteleem voor alsmede andere bewoningsresten. Na het verwijderen van de grond resteerden drie zuiltjes die uit brokken hutteleem bestonden, (afb. 6). De twee buitenste zuiltjes hadden een diameter van 50 cm. Het is ons niet duidelijk geworden of deze zuiltjes met een voorop gesteld doel gekonstrueerd waren of dat we te maken hebben met gestort „puin". Gezien de overige afvalvondsten die in dezelfde verkleuring werden aangetroffen zijn wij geneigd het laatste te veronderstellen. In ieder geval is het zeker dat deze brokstukken eerder een andere funktie gehad hebben. De vele tak- en rietstengelindrukken wijzen op afdichting van vlechtwanden. Andere afvalvondsten uit de grondverkleuring rond de „zuiltjes" zijn: - Faunaresten, waaronder kaakfragmenten, hoornpitten en zelfs een hondenschedel. Ook hier werden weer stukjes ver brand bot aangetroffen. - Fragmentarisch kogelpotaardewerk dat gelijk is een het elders gevonden materiaal. Ook wat Badorf-fragmentjes dienden zich aan, waaronder één stukje reliëfband-keramiek. - Maalsteenfragmenten van basaltlava. In de omgeving van de „zuiltjes" werden twee paalpunten gevonden op 80 cm onder het recente maaiveld en in donkere 17

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1983 | | pagina 17