Konijnen delven was een zwaar en bovendien gevaarlijk beroep. Schrijver dezes kan zich nog herinneren dat in zijn jongenstijd in de Zeeduinen een houten kruis stond waarvan werd verteld dat ter plaatse een stroper uit Egmond tijdens het delven onder het zand werd bedolven en was gestikt. Hetzelfde was onze plaatsgenoot Cor Meijne ook bijna overkomen zij het niet als stroper maar als delver in dienst van het landgoed. Toen hij de kamer tot op anderhalve meter was genaderd stortte het gat boven hem in en was hij met z'n hondje Fokkie menselijkerwijs gesproken ten dode opgeschreven. Gelukkig was die dag een broertje meegegaan die de tegenwoordigheid van geest had om delvers in de buurt te waarschuwen. Snel waren zij op de plaats van het onheil en begonnen het zand weg te graven. Inmiddels had de ongelukkige delver een "akte van berouw" gebeden om zich van een gunstig onhaal in het hiernamaals te verzekeren. Eerst kwam een hand te voorschijn, toen was Cor vlug uit zijn benarde positie bevrijd. Hij had echter het bewustzijn reeds verloren, maar met toepassing van kunstmatige ademhaling wist men de levensgeesten weer op te wekken. Toen hij zijn ogen opsloeg waren zijn eerste woorden: "Waar is Fokkie?" Onmiddellijk toog men aan het werk om de trouwe viervoeter te zoeken. Ongedeerd sprong hij plotseling uit een gang waar hij zich verborgen had gehouden tevoorschijn en begon meteen naast zijn baasje liggend diens gezicht te likken. Een jacht- drama met een happy end. Huisje van Teun Oostermeijer Schilderij: Sijf Portegies (gesloopt in 1910) JOHANNA'S HOF Aan de overzijde van het kampeerterrein, waar nu de auto's voor het huidige Johanna's Hof worden geparkeerd, stond dan de boerderij Johanna's Hof, gebouwd in 1828 o.m. bewoond door de familie Dokter en laatstelijk door de familie W. Twisk. Johanna's Hof was wat minder afgelegen dan de andere duinboerderijen, vanwege haar ligging aan de Zeeweg. Nu moet men zich van de Zeeweg (toen meestal Strandweg genoemd) in die tijd niet te veel voorstellen; het was een eenvoudige zandweg met diepe karresporen. Maar toch kwamen er dagelijks schelpkarren langs en tuinders die naar hun land gingen. Al vóór de eerste Wereldoorlog kwamen de eerste touristen opzetten en dorstig van de lange wandeling kwamen zij vaak bij Johanna's Hof terecht om bij de pomp hun dorst te lessen, hetgeen uitgroeide tot een glaasje ranja of een biertje aan een van de tafeltjes die op het erf van de boerderij waren geplaatst. En zoals U in het boek "Schippers van 't Stet" kunt lezen kon dit zelfs uitgroeien tot logeer partijtjes. Johanna's Hof in 1895 Uit: familie-album Dorus Schermer Toen in 1922 de Zeeweg tot aan het Commissarishuis werd verhard nam het tourisme spoedig in omvang toe en werd zelfs toestemming verleend voor het opslaan van tenten aan de overkant, wat de geboorte van het Kampeerterrein betekende. Johanna's Hof was in de ontginning een belangrijke plaats toegewezen, maar omdat de zaken niet verliepen zoals men verwachtte ging het ook met Johanna's Hof bergafwaarts met het gevolg dat deze leuke oude boerderij in 1928 werd gesloopt. Slechts de fraaie oude bomen herinneren aan het historische plekje. FOCHTELOO Van veel latere jaren n.1. 1890 dateert Fochteloo aan het begin van de Zeeweg. Dit huis werd gebouwd in opdracht van de toenmalige eigenaresse van het duinterrein te Bakkum, Prinses von Wied en was bestemd voor de nieuwe jachtopziener Albertus van der Wolff. Zij stond toe dat het nieuwe huis de naam Fochteloo kreeg naar de plaats waar de jachtopziener voordien woonachtig was. Hij kwam in 1888 naar Castricum en ging eerst in de kost bij de familie Hogensteijn op de Kwekerij. Behalve bij Prinses von Wied was hij ook in dienst bij Baron van Zuijlen. Hij hield toezicht op de jacht en inde de pacht van de landerijen in het duinterrein. De pachtgelden moest hij persoonlijk bij een bank in Den Haag storten, hetgeen een jaarlijks uitstapje betekende. Ook voor hem veranderde er veel toen het duinterrein in 1920 in handen van de Provincie overging. Op zesenzeventigjarige leeftijd overleed hij te Bergen in 1929. Fochteloo Uit: archief mevr. Bakker-v.d. Wolff

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1981 | | pagina 7