De Heerlijkheid Bakkum en zijn Ambachtsheren - t-r A*. 1 Het oorspronkelijke dorp Bakkum Het oorspronkelijke dorp Bakkum was gelegen ten noorden van de huidige Zeeweg en was al vroeg in de middeleeuwen verdeeld in twee kernen Zuid-Bakkum en Noord-Bakkum. Zuid-Bakkum vormde het eigenlijke dorp, hier stond in later tijd het raadhuisje. De bebouwing was gesitueerd rond de driehoek Bleumerweg, Achterlaan en Herenweg. Het gehucht Noord-Bakkum omvatte een tiental huizen in de omgeving van de huidige Hogeweg. De ambachtsheerlijkheid Bakkum besloeg een totale opper vlakte van 353 ha; het bestuur bestond uit een schout en 5 schepenen. Afgezien van de geografische ligging, vóór 1749 bestond er geen enkele binding van Bakkum met Castricum: Bakkum behoorde tot het baljuwschap (gebied waarin de baljuw de rechtspraak uitoefende) van de Egmonden en Castricum tot dat van Kennemerland. Bakkum was van oudsher op het noorden geörienteerd, haar ambachtsheer kwam gedurende vele genera ties uit het machtige geslacht van Egmond en zetelde op het Slot aan de Hoef. In 1749 echter kocht Nicolaas Geelvinck als ambachtsheer van Castricum ook de heerlijkheid Bakkum. Deze aankoop luidde een tijdperk in, waarin Bakkum steeds meer met Castricum werd verbonden (vanaf 1749 o.a. gemeenschappelijke schout) om tenslotte in 1812 tijdens de Franse overheersing bij Castricum gevoegd te worden en als zelfstandig dorp ophield te bestaan. Dat deel van de gemeente wat nu in de volksmond ook Bakkum wordt genoemd en wat gelegen is ten zuiden van de Zeeweg en ten westen van de spoorlijn (rond de straten Poelven, Bakkummerstraat en Stetweg) heeft altijd tot Castricum behoord en is pas na de stichting van het ziekenhuis Duin en Bosch in 1905 bebouwd. Dit voor de Castricummers buitengewest aan de andere kant van "het spoor" heette gemakshalve ook maar Bakkum. Afb. I Grondgebied Heerlijkheid Bakkum. J N t li i J

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1980 | | pagina 3