Afb. 3 Het huisje aan de Kooiweg. N ieu wsverspreiding Op bevel van de bezetter moesten op een gegeven moment alle radio's ingeleverd worden om te voorkomen, dat men naar de Engelse BBC zender "Radio Oranje" zou luisteren. Vele radio's werden niet ingeleverd en in schuilplaatsen bewaard, zodat men in het geheim kon luisteren om zodoende op de hoogte te blijven van de oorlogstoestand. Om dit nieuws te verspreiden, ontstonden overal illegale krantjes. Vervaardigd op stencil verscheen in Castricum zo het blaadje "Strijd". De stencil- en de typemachine kregen bij Tante Sientje onderdak.Door een ongelukkige samenloop van omstandighe den was het op een gegeven moment te verwachten, dat een inval in haar huisje gedaan zou wprden. De belastende apparatuur verdween in grote haast tussen de bessenbomen. De inval ging gelukkig niet door. De "Strijd" moest natuurlijk ook rondgebracht worden, hetgeen uiterst omzichtig moest geschieden. Ook hieraan verleende Tante Sientje haar medewerking door met een tas met krantjes ter kerke te gaan. Een oplettende toeschouwer zou geconstateerd kunnen hebben, dat zij met een andere tas de kerk na de mis verliet. Wat ongewoon vervoer Vrij lange tijd was er een jong stel in haar huis ondergedoken, waarvan de vrouw in verwachting was. Voor de bevalling moest zij naar het ziekenhuis te Alkmaar. Om te voorkomen, dat de Duitsers achter haar ware identiteit zouden komen, werd zij als oud vrouwtje vermomd achterop de fiets naar Limmen gebracht. Zij werd hier langs de daar aanwezige wachtpost geloodst en verderop afgeleverd bij de dokter, die haar met zijn auto naar Alkmaar bracht. Een enkele keer kwam het ook voor, dat een onderduiker binnen het dorp overgeplaatst moest worden. Een jong meisje werd dan gevraagd om als tijdelijke geliefde voor een voor haar wildvreemde man te fungeren om hem ongemerkt naar Sientjes huisje te brengen. De laatste loodjes Duizenden Castricummers werden in de loop der oorlogsjaren geëvacueerd, ook Tante Sientje kreeg het bevel om te verdwijnen en zij kwam in Limmen terecht. Geleidelijk werd de toestand grimmiger. Vooral na 5 september 1944 "Dolle Dinsdag" leek de toestand nog onheilspellender te worden. In het reeds vermelde dagboek uit de oorlogsjaren wordt deze episode in de geschiedenis van onze plaatselijke bevolking doorspekt met geruchten over het wereldgebeuren op vaak beklemmende wijze beschreven. Als represaille voor sabotagedaden op o.a. spoorlijnen, maar ook voor eenvoudige vergrijpen werden willekeurige Nederlan ders gefusilleerd. Huizen werden in brand gestoken. Op 9 oktober 1944 kregen na bomaanslagen op de rails 3 Castricumse gezinnen 's- middags 1 kwartier de tijd om hun huizen te verlaten, waarna de boel in vlammen opging. Diezelfde dag ging om 5 uur in de vroege ochtend de boerderij van Groen in de Oosterbuurt in vlammen op. De winter van 1944/45 staat bovendien bekend als de lange beruchte hongerwinter, waarbij vooral mensen in de grote Hollandse steden de hongerdood stierven. Ook in Castricum vielen slachtoffers. Op 5 mei kwam aan de oorlog officieel een einde, waarna ook spoedig de eerste Engelse voedselpakketten gedropt werden, om de uitgehongerde bevolking in het westen te redden. Na de bevrijding werd de "ondergrondse" weer bovengrondse door de benoeming van een commissie van advies, bestaande uit de gebundelde illegaliteit voortgekomen heren H.J. van Nievelt, J.J. Rozing, C.J. van der Kaay, J.C. Blom en Tj. van Eik. Ondanks hun gevaarlijke werk hadden zij en vele anderen de oorlog overleefd. Tante Sientje en allen, die aan het verzet hadden deelgenomen, vonden zichzelf geen helden: "We deden eenvoudig, wat gedaan moest worden". Ook Tante Sientje heeft de oorlogsjaren ruimschoots over leefd. Zij stierf op 85- jarige leeftijd op 18 februari 1974 in het bejaardenhuis De Cameren te Limmen. F.Baars - mevr. E.A. Steeman - Borst. 26

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1980 | | pagina 26