13e Eeuwse bewoningssporen in plan Noord-End Opgraving april-mei in de uitgraving van de vijverpartij aan de Walstro Inleiding Door de werkgroep "Oud Castricum" is in 1972 een onderzoek ingesteld naar middeleeuwse bewoningssporen (13e eeuws) in plan Noord-end.Dit gebied, weilanden met enkele boerderijen als enige bebouwing, werd toen bouwrijp gemaakt voor woningbouw. De direkte aanleiding tot dit onderzoek vormde het uitgraven van een vijverpartij die nu omsloten wordt door de straten die de volgende namen dragen: Walstro, Kemphaan, Wielewaal en Kievit.Dit verslag houdt zich uitsluitend bezig met deze vijverpartij en wel in het bijzonder het gedeelte hoek Walstro-Kemphaan (zie afb. 1). Reeds in januari 1972 werden door enkele leden van de werkgroep naspeuringen gedaan, waarbij verspreid voorko mend middeleeuws aardewerk werd gevonden. De konsentratie van middeleeuws aardewerk, alsmede de bodem - en wandpro- fielen in de uitgraving op de hoek "Walstro-Kemphaan" leidde in april-mei van dat jaar tot een nauwkeuriger onderzoek.Ook de afdeling Noordholland-Noord van de A.W.N. (Archeologi sche Werkgemeenschap Nederland) werd van dit onderzoek op de hoogte gesteld.Van die zijde werd o.a. daadwerkelijke hulp verkregen van de heer E.H.P. Cordfunke. De leden van de werkgroep "Oud Castricum" hielden zich tijdens de opgraving bezig met het grondverzet, het afschaven van de grondvlakken en het verzamelen van het vondstenmate riaal. De heer Cordfunke belastte zichzelf met het verrichten van opmetingen en het in tekening brengen van de opgravingsresul taten. Dit verslag zal echter onvolledig moeten zijn, omdat de heer Cordfunke de gegevens door het meet- en tekenwerk verkregen, ondanks herhaald verzoek, niet aan de werkgroep heeft overgedragen. Vooral met betrekking tot de maatvoering is het te betreuren niet over dit belangrijke documentatiemate riaal te beschikken.In dit verslag zal dan ook volstaan moeten worden met een beschrijving aan de hand van beschikbaar fotomateriaal. De inhoud kan verdeeld worden in de volgende onderwerpen: a beschrijving huisplattegrond b beschrijving gevonden aardewerk e.d. c overige vondsten. a Beschrijving van de huisplattegrond De huisplattegrond werd gevonden tegenover de "duiker" die onder de Kemphaan ligt (zie afb. 4) en de betreffende vijverpartij zal gaan verbinden met de toen reeds bestaande vijverpartij aan de Wederik.Op afbeelding 2 is deze duiker links-boven, rechts van de kruiwagen te zien.De lengterichting van het huis lag NW-ZO. Het patroon van de huisplattegrond tekende zich af als donkere banen in het lichtere zand.Duidelijke sporen van paalgaten tekenden zich niet af; ze zijn althans niet op de foto te zien. Wel is bij de opgraving een restant van een paal gevonden (midden, links op afb. 2), die mogelijk deel heeft uitgemaakt van de houtkonstruktie van de woning. De kontouren van het NW-gedeelte van deze huisplattegrond zijn duidelijk vast te stellen (vóór op afb. 2). De kontouren van het ZO-gedeelte waren minder gemakkelijk te volgen, omdat deze uiteindelijk "opgelost" werden in een totale verkleuring van de bodem. Deze bodem verkleuring (in de omgeving van de duiker) bestond uit zeer humusrijke grond, enigzins vet aanvoelend. Er was duidelijk sprake van een "pakket". Op deze plek in de humeuze grond werd het meeste aardewerk, weliswaar zeer fragmentarisch, alsmede slachtafval (beenderen) aangetroffen. De vondsten waren het meest talrijk links van de duiker. De humeuze plek strekte zich daar namelijk uit tot en met 8 m. Men zou hier het erf kunnen veronderstellen. De kontouren binnen de huisplattegrond (rechtsonder op afb. 2) doen vermoeden dat er sprake is geweest van ruimteverdeling d.m.v. wanden.De plaats van het haardvuur kon niet worden vastgesteld.Op zichzelf hoeft dit niet zo opmerkelijk te zijn, daar we tijdens de opgraving toch al het vermoeden hadden, dat we onder het toenmalig loopvlak aan het werk waren. Een haardvuur bevindt zich gewoonlijk op het loopvlak. Ook van eventueel hutteleem is nauwelijks iets teruggevonden. Voorts doet een vrij brede baan humusrijke grond, die halverwege de lange zijden, dwars over de breedte van de huisplattegrond loopt, vermoeden dat hier twee tegenover elkaar liggende ingangen zich hebben bevonden. Dit "pad" zet zich buiten de huisplattegrond voort, hetgeen een ondersteu ning van bovengenoemde hypothese betekent. Afbeelding 3 geeft een vertikaal grondprofiel, waarop een breedte-doorsnede van dit pad is te zien. Het toenmalig maaiveld blijkt aan beide zijden van het pad hoger te liggen dan het pad zelf. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat door veelvuldig gebruik het pad verdiept is komen te liggen. Dit profiel tekende zich af in het toen nog weg te graven middengedeelte van de vijver. Dezelfde afbeelding laat ons tevens zien dat we met ons opgravingsniveau inderdaad belangrijk lager zaten dan het toenmalig loopvlak. Helaas kan de onvolledigheid van dit verslag niet verhuld blijven door het ongenoemd laten van enige afmetingen. De afmetingen van middeleeuwse huisplattegronden, die in Alk maar zijn opgegraven zouden kunnen dienen als vergelijkings- 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1980 | | pagina 19