Hij was een overtuigd voorstander van de binnenlandse politiek
van zijn schoonvader. Na diens gevangenneming vertrok hij
veiligheidshalve tijdelijk naar Parijs. Door zijn ongeoorloofd
vertrek werd hij in 1619 uit al zijn functies ontheven en na zijn
terugkeer verbannen naar Goeree.
Hij bleef zeer bemind; door toedoen van zijn binnen- en
buitenlandse invloedrijke vrienden wist hij gedaan te krijgen,
dat hij naar Beverwijk mocht verhuizen en enkele jaren later op
4 juli 1625 kreeg hij door invloed van zijn vriend, de
stadhouder Prins Frederik Hendrik, zijn volledige vrijheid
terug.
Ook werd hij pas in deze periode op 20 juni 1625 beleend met
de heerlijkheid Bakkum, terwijl de heerlijkheid al enkele jaren
eerder door zijn echtgenote van haar moeder was gekocht.
Hij verkreeg volledig eerherstel, nam in 1632 weer zitting in de
Staten van Holland, werd in 1640 opnieuw benoemd tot
curator van de Leidse Universiteit. Op 21 nov. 1642 is hij
overleden en op 25 nov. daaraanvolgend begraven in de
Hofkapel te 's Gravenhage.
Uit zijn huwelijk met Maria van Oidenbarnevelt sproten de
volgende kinderen:
Adriaan, heer van Bakkum, enz.
Johan ongehuwd overleden in 1633.
Magdalena gehuwd met Charles de Rechignevoisin.
Geertruida overleden voor 1655.
Arent overleden voor 1640.
Cornelia zeer jong overleden.
MARIA VAN OLDENBARNEVELT
ambachtsvrouwe 1642-1657
Na het overlijden van Cornelis van der Mijle in 1642 werd zijn
echtgenote Maria van Oidenbarnevelt ambachtsvrouwe van
Bakkum.
Afb. 11 Het wapen van het geslacht van der Mijle
,,in zilver een klimmende zwarte eenhoorn met gouden hoorn
en manen".
Zij overleed in febr. 1657 en werd de 23e van die maand
begraven in de Grote kerk te 's Gravenhage.
Zij werd opgevolgd door haar zoon Adriaan van der Mijle, die
op 16 maart 1658 door de Staten van Holland en West-Fries
land werd beleend met de heerlijkheid Bakkum.
ADRIAAN VAN DER MIJLE
12e ambachtsheer van Bakkum 1658-1664
Adriaan van der Mijle was geboren omstreeks 1604 en was
zoon van Cornelis van der Mijle en van Maria Johanna van
Oidenbarnevelt.
Adriaan studeerde in Leiden. Hij maakte na zijn studie de voor
zijn stand gebruikelijke buitenlandse reis, die zich uitstrekte tot
Italië. Na terugkeer trad hij in militaire dienst, was in 1629
kapitein der Infanterie.
Door stadhouder Frederik Hendrik werd hij aangesteld tot
gouverneur van de door prins Willem gestichte vesting
Willemstad. In 1654 werd hij kolonel van het Noord-Hollandse
Regiment en vervolgens luitenant-generaal der Artillerie.
Adriaan was eveneens hoogheemraad van Delfland, lid van de
Ridderschap van Holland en West Friesland en ambachtsheer
van Van der Mijle, Dubbeldam, Bakkum, Alblas, Bleskens-
graaf en Sint Anthonispolder.
Na het overlijden van zijn moeder, Maria van Oidenbarnevelt,
werd Adriaan op 16 maart 1658 door de Staten van Holland en
West Friesland beleend met de heerlijkheid Bakkum.
Evenals zijn vader voelde hij zich aangetrokken tot de
beoefening der letteren en onderhield hij briefwisseling met
o.a. Huygens.
Adriaan trouwde voor de eerste maal in 1634 te Wassenaar met
Agatha van Raephorst, dochter van Hendrik, heer van
Raephorst en Cornelia van den Eijnde. Na haar dood trouwde
Adriaan op 9 dec. 1646 te 's Gravenhage met Petronella van
Wassenaar, dochter van Johan, heer van Duivenvoorde, 't
Woud, Starrenburg, Veur en Voorschoten en van Jonkvrouwe
Clara de Hinojosa.
Adriaan is op 29 april 1664 overleden; op 29 jan. 1665 koopt
zijn vrouw Petronella van Wassenaar voor 33.333 gulden het
kasteel Marquette te Heemskerk van Maximilliaan de Hertaing
Petronella overleed te Rijswijk in 1702.
Kinderen uit het eerste huwelijk:
Maria Cornelia gehuwd met baron Philips Jacob van den
Boetzelaer.
Kinderen uit het tweede huwelijk:
Cornelis geb. in 1649 en jong overleden.
Johan, heer van Bakkum enz.
Clara Elisabeth gehuwd met Frederik Hendrik van Reede.
Maria Agatha bleef ongehuwd, vanaf 1702 vrouwe van
Marquette.
Anna Magdalena ongehuwd overleden in 1689.
Na het overlijden van Adriaan werd op 13- jarige leeftijd zijn
zoon jonkheer Johan van der Mijle beleend met de heerlijkheid
Bakkum.
JOHAN VAN DER MIJLE
13e ambachtsheer van Bakkum 1664-1671
Johan van der Mijle was geboren te 's Gravenhage en aldaar
gedoopt op 18 aug. 1651 en was zoon van Adriaan van der
Mijle en Petronella van Wassenaar.
Na het overlijden van zijn vader werd hij op 30 dec. 1664
beleend met de heerlijkheid Bakkum.In verband met de
onmondigheid van Johan (13 jaar) legt zijn moeder,vrouwe
Petronella van Wassenaar,als moeder en voogdes hulde,eed en
11