Cronenburg gaan van het geslacht "van Assendelft" door
huwelijk van de laatste vrouwelijke nakomeling over op het
geslacht "van Renesse".
In 1664 verkoopt Anna van Renesse, Vrouwe van Assendelft
(kasteel Assumburg), de heerlijkheden Castricum en Cronen
burg resp. voor 33000,- en 25000,- aan Cornelis Geelvinck,
later een van Amsterdamse burgemeesters.17
De heerlijkheid Cronenburg blijft vele generaties in het geslacht
Geelvinck. Met Mr. Joan Geelvinck (1737 - 1802) sterft dit
geslacht in mannelijke lijn uit. Zijn dochter Johanna Albertina
Geelvinck trouwt met Albertus Cornelis Schuyt. De heerlijkhe
den Castricum en Cronenburg en de reeds eerder door de
familie Geelvinck verworven heerlijkheden Backum en Sta
broek (bij Antwerpen) komen in de familie Schuyt. Door
huwelijken van de dochters van Henri Corneille Schuyt van
Castricum: Alida (in 1893) en Elise (in 1895) komen de
heerlijkheden Castricum en Stabroek in het bezit van de familie
Elias en de heerlijkheden Backum en Cronenburg in het bezit
van de familie Braakenburg. De titel Heer van Cronenburg
bestaat nog en mag momenteel alleen gevoerd worden door de
heer David Johannes Menno Asse Braakenburg van Backum
wonende te Leusden.
Het Wapen van Cronenburg
Met de overdracht van de Heerlijkheid Cronenburg in 1899 aan
Lambertus Johannes Apollonius Braakenburg van Backum
werd ook het wapen aan de heerlijkheid toegekend. Het is het
wapen van het geslacht van Cronenburg en werd gevoerd door
Willem van Cronenburg, ridder en bastaardzoon van Graaf
Willem IV van Holland, en diens nageslacht.18
Kunst verhaalt
Aan de hand van oude afbeeldingen kan men komen tot
reconstructie van een kasteel of een gedeelte daarvan. De
topografische afbeeldingen die hier worden bedoeld, geven
natuurlijke en kunstmatige bijzonderheden van een terrein
weer. Als eerste zijn het de schilderijen en tekeningen die
informatie bevatten.
In de 16e, maar vooral in de 17e en 18e eeuw komt het
topografisch afbeelden tot bloei. Een aantal afbeeldingen uit
verschillende tijden en over hetzelfde onderwerp (een kasteel)
kunnen samen een min of meer juist beeld geven van de situatie
in vroeger tijden. Om een beter inzicht te krijgen in de
oorspronkelijke bouw en bewoning moeten onderzoekingen in
archieven en archeologische ontdekkingen worden gecombi
neerd. Met afbeeldingen kunnen bestaande gegevens worden
gecontroleerd, aangevuld of als pure verzinsels worden
verworpen. Niet alle kunstenaars vonden het nodig om een
kasteel of ruïne zo nauwkeurig mogelijk weer te geven. Door
sommigen werd naar hartelust weggelaten of erbij gefantaseerd,
hetgeen grote onbetrouwbaarheid teweeg kan brengen. Zo was
het een kleine moeite om een gebouw groter te laten lijken dan
in werkelijkheid, door op een wat kale horizon een kerk te
plaatsen.
De kunstenaars die voor zover bekend het eerst de ruïne van
kasteel Kronenburg hebben vereeuwigd zijn Pieter Saenredam
(1597-1665) en Roeland Roghman (1620-1686). Zij behoorden
tot een groep kunstenaars uit de 2e helft van de 17e eeuw, die
een zo natuurgetrouw mogelijke afgestemde weergave van
vooral architectonische onderwerpen nastreefde. Waarschijn
lijk rond 1628 maakte Pieter Saenredam een ets van de
cleeld,
7 j in
cl ere
IW
mderijen,
Johannes
vordt een
ne en z'n
getekende
en, wordt
htig en er
oeger om
kant van
de helling
De twee
evan een
jderwetse
ifkomt) is
fknotting
Arkadia
onen, een
urtje van
ater is er
^'en
rbonden:
erlijkheid
tricum en
afb. 4 Kronenburg omstreeks 1640 - Roeland Roghman.