overlijden in 1280 opgevolgd door zijn zoon Willem van Haerlem. Willem overleed in 1317. Hoewel hij drie kinderen naliet, waaronder een zoon, ging het kasteel Castricum om onbekende redenen over aan zijn neef Jan van Bergen, zoon van zijn broer Dirk. Van Jan van Bergen is niet zo veel bekend. Wel weten we dat hij baljuw was van Kennemerland. Lang heeft Jan van Bergen niet van erfenis kunnen genieten, want hij moet in 1321 overleden zijn. Zijn bezittingen kwamen (bij gebreke aan een zoon) weer in het bezit van de graaf van Holland. In 1328 verleent graaf Willem III, graaf van Holland, het Huis te Heemskerk (kasteel Haerlem) en de ambachtsheerlijkheden Heemskerk en Castricum aan Jan van Polanen. Het Huis te Castricum werd echter niet aan de edelman in leen gegeven, maar werd al op 23 dec. 1326 aan "Heere Dieric sone van Nortich", pastoor van Castricum, afgestaan om er zijn hele leven in te wonen. De pastoor kreeg het: "met de hofstede daer het op staet, dat Symon van Haerlem maken dede en Jans van Bergen was".11 Deze priester schijnt een beschermeling van Jan van Polanen te zijn geweest. Korte tijd later is ook het Huis te Castricum in handen gekomen van het geslacht van Polanen, die zich als ambachtsheren van de Heerlijkheid van de Lek, vaak "van der Lecke" noemden. Hoekse en kabeljauwse twisten Het is waarschijnlijk dat het Huis te Castricum in de burgeroorlog, die in 1351 uitbrak en in onze vaderlandse geschiedenis de hoekse en kabeljauwse twisten wordt genoemd, is beschadigd of voor het grootste deel is omgehaald. Wat was er namelijk gebeurd. Na de dood van graaf Willem IV in 1345 waren er geen wettige nakomelingen. Zijn zuster Margaretha, keizerin van Duitsland, eiste de graafschappen op en liet deze landen beheren door haar zoon Willem V. Spoedig raakte zoon Willem in oorlog met moeder Margaretha. De meeste Hollandse steden en edelen kozen de partij van Willem; zij sloten in 1351 een verdrag en noemden zich de kabeljauwen. Onder de kabeljauwen bevonden zich de steden Haarlem, Amsterdam en Alkmaar en de edelen van Egmond en van Heemskerk (kasteel Marquette). De tegenpartij koos voor Margaretha en noemden zich hoeken. Bij deze partij sloten zich aan de stad Beverwijk en o.a. de edelen van Brederode, van Assendelft (Assumburg), van Meerestein en van Polanen (het Huis Haerlem en Castricum). In de bloedige zeeslag bij Zwartewaal in 1351 versloeg Willem de scheepsmacht van zijn moeder. Aan deze overwinning dankte Bakkum de stichting van de Cunerakapel, die Willem had beloofd als hij de overwinning zou behalen. In de overwinningsroes werd het slot Haerlem, dat immers in het bezit was van Dirk van Polanen, een van de aanvoerders van de Hoeken, door de Kabeljauwen belegerd, veroverd en verwoest om nooit meer opgebouwd te worden. Deze Dirk van Polanen (van der Lecke) had eveneens de ambachtsheerlijkhe den van Castricum en Heemskerk en het Huis te Castricum in bezit. Dat ook het laatste niet ongehavend uit de strijd zal zijn gekomen, mogen we wel aannemen. Daarop wijzen ook de afb. 2 Ruïne van Kronenburg - circa 1740 J. Stellingwerf

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1979 | | pagina 5