afb. 1 Kronenburg (1729) uit "het Zegenpralent Kennemerlant" bewoond. Dit slot werd heel lang genoemd. 'het Huis te Castricum' Over deze periode van de geschiedenis zijn nauwelijks betrouwbare bronnen bewaard. In "Het Zegenpralent Kenne merlant"7 staat dat Meinard van Kastrikum vöór het jaar 1124 wordt genoemd in verband met betalingen aan de monniken van Egmond. Tevens vermeldt dit platenboek dat na verloop van tijd en na het uitsterven van het edel geslacht van Castrichem het huis met de bijbehorende goederen in handen van het geslacht "van Kronenburg" is gekomen. Hoe vaag de gegevens zijn blijkt wel uit de beschrijving die het boek "Kabinet van Nederlandsche en Kleefsche outheden" over de historie van Castricum geeft.8 Hierin laat men naar voren komen dat Castricum mag roemen op zijn oude adel; Meinart heeft uitgeblonken, omdat hij aan de kloosterbroeders van Egmond betaalde. Er is sprake van ene Bruin van Castricum, een moedig ridder, die met vele anderen sneuvelde. Ook deze schrijver koos daarvoor Schoorl, alleen gebeurde het niet in 1118 maar rond 1168!9 De schrijver C. Bruin koos alweer een ander jaartal: 1165.10 Mogelijk heeft zich het volgende afgespeeld: misschien reeds in de 11e of in de 12e eeuw heeft het adellijke geslacht "van Castrichem" een Huis (een versterkte woning) in de Ooster- buurt gebouwd en bewoond. Dit huis werd genoemd "het Huis te Castricum". Aan het eind van de 12e of begin 13e eeuw kan het zijn verwoest, terwijl kort daarop het edele geslacht uitstierf. Huis te Castricum Nadat het Huis te Castricum was verwoest, bouwde Simon van Haerlem op of bij de overblijfselen van dit huis een nieuw kasteel, dat onderdeel was van een linie van versterkingen, die Willem II graaf van Holland, vormde als bescherming tegen de aanvallen van de West-Friezen. Zo ontstond er in de 2e helft van de 13e eeuw een reeks van versterkte kastelen waaronder Haerlem (gelegen bij kasteel Assumburg te Heemskerk), Heemskerk (later Marquette geheten), Castricum (later Kronen burg genoemd) en Egmond. De verdediging van de gronden van de landheer steunde op de bewoners van deze kastelen. De afstand van kasteel Castricum, gebouwd op de rand van de geestgrond, tot het Huis te Heemskerk (Marquette) was twee-en-een kwart km; de afstand van laatstgenoemde tot kasteel Haerlem eveneens. Diezelfde Simon van Haerlem is in Kennemerland een van de voornaamste edelen geweest. Naast slotheer van Haerlem bij Heemskerk, leenheer van Meerestein en bouwheer van Castricum's kasteel, heeft hij in 1266 ook nog eens het ambt van baljuw (rechterlijk ambtenaar) van Kennemerland bekleed!1 Simon, heer van Castricum en Heemskerk, werd bij zijn "■mntm rnrnmni niprN.iridJHdiHW'Kui*^"" -/J/.rz7 'zz afrr rr/<z ///-<?//s(\r Cc z tr <77/1*77 cc '77.7/77777 m cu l '777i '777777 '77 c/7 t 4 7' 77 7/t'77777 t7 77c c77 'c 2. c7 vv -rc/'/ez -czt k 7.r7-/c7/777/ c/ a 'cc 77777 "7777 771' i t 7 777c v77.77c7/77'7'777777

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1979 | | pagina 4