Jaarverslag 1978
Een belangrijk feit in 1978 was de verschijning van het eerste
jaarboekje. Op maandagavond 28 augustus heeft onze
voorzitter de heer G. van Geenhuizen het eerste exemplaar
officieel aangeboden aan de burgemeester drs. J.C. Gmelich
Meijling.
De burgemeester toonde zich bijzonder verheugd met deze
uitgave. Hij stelde terecht dat de werkgroep hiermede de zware
taak op zich heeft genomen elk jaar een dergelijk werkstuk te
produceren.
Belangrijke bijdragen aan de totstandkoming van het eerste
jaarboekje werden geleverd door de heren W.J. Reder, A.
Schermer en S.P.A. Zuurbier, met artikelen over resp. de oude
Pancratiuskerk, de opgraving van een Friese put in plan
Molendijk en kaap Kastnoum.
Dank zij de medewerking van Drukkerij Boesenkool ziet het
jaarboekje 1978 er qua druk en lay-out verzorgd uit. Wij hopen
dat in de komende jaren de nieuwe uitgaven in dezelfde stijl
kunnen blijven verschijnen.
Werkgroep historie
Met grote regelmaat werd door een aantal leden op de
dinsdagavonden het gemeente-archief te Alkmaar bezocht.
Ook het oud-archief van de gemeente Castricum is daar
ondergebracht. De resultaten van de naspeuringen zullen we
kunnen terugvinden in de jaarboekjes van de werkgroep. In het
verslagjaar werd o.a. de ansichtkaartenverzameling opnieuw
geordend en werd de inventarisatie van de overige bezittingen
voortgezet.
Op 23 januari verzorgde het lid van de werkgroep de heer E.J.
Kortenoever in De Duynkant een vertoning van dia's uit het
bezit van het Provinciaal Waterleidingbedrijf met betrekking
tot de historie van het duingebied van Castricum.
Gesprekken over Castricum's verleden tussen de heren N. Veldt
en H. Twisk en tussen de heren J. de Ruyter en Q. de Ruyter
werden op resp. op 28 februari en 7 december op de band gezet.
Tijdens de lange gesprekken passeerden vele interessante
onderwerpen de revue.
Werkgroep archeologie
Een aantal leden werkt op dinsdagavond in het gebouw De
Duijnkant aan de restauratie en registratie van het archeolo
gisch materiaal van de werkgroep.
Er is nog zoveel aan te doen dat er waarschijnlijk nog voor een
aantal jaren werk is.
Op de jaarvergadering van de werkgroep op 25 april 1978 werd
vastgesteld dat door de voorgenomen organisatie van een
tentoonstelling over Bakkum de lopende werkzaamheden
zouden stagneren.
Besloten werd daarom de organisatie van de tentoonstelling
over Bakkum voorlopig op te schorten.
Het archeologisch veldonderzoek vond ook in 1978 doorgang.
Een overzicht volgt hierna.
Castricummer polder
In maart/april werd op verzoek van de provinciaal archeoloog
Drs. P.J. Woltering een aanvullend onderzoek gedaan naar
aanleiding van vondsten uit 1976 door de heer E. van Barneveld
uit Uitgeest van Late Ijzertijd-Romeinse tijd aardewerk.
De vondsten werden indertijd geborgen uit een inmiddels
dichtgegooide sleuf t.b.v. waterleidingbuizen. Nu werden door
enige leden van de W.O.C. proefboringen gedaan. De indruk is
verkregen, dat het complex een kleine oppervlakte betreft, dat
op een wat hoger gelegen ruggetje ligt in het nogal laagliggende
poldergebied tussen Castricum en Uitgeest, waar toevalliger
wijs de sleuf juist door is gegaan. De scherven komen vrij dicht
onder het maaiveld voor (0,20 - 0,50 mtr.).
De grond geeft een ingewikkeld patroon te zien van een
doorbraakgebied van de zee met smalle stroomwallen. Het
onderzochte gebied mag als een dergelijk stroomwalletje gezien
worden. In verband met verkavelingsplannen van de polder
moet het gebied in de gaten gehouden worden.
Brakersweg
Tijdens een bezoek op 16 september aan de heer Veldt op zijn
tuinbouwbedrijf aan de Brakersweg was men juist bezig met
het sorteren van bloembollen. Hierbij werd door de leden van
de W.O.C. in een afvalmand een kogelpotscherf aangetroffen.
Bij navraag bleek, dat van het land veel "puin" kwam. Bij een
direkt ingesteld onderzoek kwam inderdaad veel M.E. scher-
venmateriaal te voorschijn uit manden, afvalhopen en kon ook
zo van de grond worden opgeraapt.
Volgens de eigenaar kwamen de meeste scherven uit donker
gekleurde banen in de zandgrond. Typen aardewerk zoals
vroege en late kogelpotten, Pingsdorf en Badorf werden
aangetroffen.
Het terrein is bestemd voor woningbouw en zal te zijner tijd
door de W.O.C. nauwkeurig in de gaten gehouden worden.
Cieweg
Op een voor woningbouw bestemd terrein nabij het zwembad
aan de Cieweg te Castricum werden met financiële steun van de
gemeente Castricum enige onderzoek gedaan.
Aan de Cieweg zijn vanaf 1966 regelmatig cultuurresten uit de
Fries-Romeinse tijd gevonden en onderzocht. Op het nu
onderzochte terrein werden in 1966/1970 grote scherven uit de
slootkant geborgen.
Tijdens het in oktober/november 1978 verrichte onderzoek
werden met een machine 4 lange sleuven gegraven in het
terrein, waarvan 2 W.O. en 2 N.Z. In alle sleuven werd Fries
aardewerkgruis aangetroffen in het oude duinzand.
In de N.W. hoek van het terrein werd een recentelijk gevulde
geul ontdekt, waaronder zich een oudere geul bevond. Deze
geul komt voor in het wadzand met een grootste diepte van 1.45
meter onder het huidige maaiveld.
Aan de zijkanten van de geul werden cultuurlaagjes ontdekt
met stukjes Fries aardewerk. In de onderzijde van de geul
bevond zich een laag slib met zoetwaterschelpjes, planten en
rietresten. Het onderzoek zal mogelijk in het voorjaar van 1979
weer voortgezet worden.
24