in 1976 ïting. januari s Hoeve ilieleden nt heeft s kwam s hijzelf 'derij en »eze was nlijk de nert was rt Asjes en Jan gekend Koeien deels op mooie Afb. 2 Albert's Hoeve, Tekening van Jan Reinders Paarden waren zijn grootste liefhebberij. Zo af en toe bezocht hij concoursen o.a. in Hoofddorp. Jan Zomerdijk en Gerrit Veldt weten zich ook nog goed te herinneren dat Albert op zondagen zijn paard voor de tilbury spande en een ritje door de polder maakte. Hij was een echte liefhebber van de natuur en tegelijk jager. Veel heeft hij niet geschoten, omdat het doden van een dier hem eigenlijk altijd aan het hart ging. In de omgeving van de boerderij werd nooit gejaagd en veel hazen en konijnen hebben daar dan ook een hoge leeftijd bereikt. In het begir. van de dertiger jaren liet Asjes de eendenkooi aanleggen en verwierf hij het kooirecht. Uren observeerde hij de soms duizenden eenden vanuit zijn schuilplaats. De kooi is zelden of nooit in gebruik geweest voor het vangen van eenden. Als een van de eersten in Castricum liet Albert elektrisch licht aanleggen en wel door Nelis Stolk, die samen met Piet van Duyn de radiodistributie in Castricum verzorgde. Ook was hij een van de eerste autobezitters in Castricum. Jan Zomerdijk hoort hem nog "Ho" roepen toen hij zijn schuur binnenreed en de auto tot stilstand wilde brengen. In de Albert's Hoeve werd in vroeger jaren een zogenaamde zomerstal ingericht. Het aardewerk en porselein werd daar dan fraai uitgestald. Albert Asjes heeft deze en andere antiquiteiten aan de Nederlandse Hervormde Kerk nagelaten. Op de begraafplaats bij de oude dorpskerk ligt Asjes overeenkomstig zijn laatste wil samen met zijn ouders begraven. Een imposante steen bedekt het graf. De werkgroep heeft van de Nederlandse Hervormde Kerk onder andere een antiek kastje uit bezittingen van Albert Asjes in bruikleen ontvangen. Op dat kastje komt in houtsnijwerk een gedichtje voor. Een betere typering van de eenvoudige mens Albert Asjes dan hieruit spreekt, zal nauwelijks te geven zijn: Men ziet de vogels op de bomen de dieren grazen in de wey, de mens is vrolijk in zijn harte hij dankt zijn God en hij is blij N.A. Kaan 21

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1979 | | pagina 21